Als na inschakelen van het apparaat nog geen lekkagetest is uitgevoerd, zal de
compliantie en de weerstand van de slangen automatisch worden overgenomen
wanneer de Infinity ID-beademingsslangen worden aangesloten.
Gebruik geen inspiratoire of expiratoire bacteriefilters als de ID-functie van het
Infinity ID-beademingscircuit moet worden gebruikt. In dat geval moet een filter aan
het Y-stuk worden bevestigd.
In gevallen waarin het gebruik van een bacteriefilter op het Y-stuk niet mogelijk is,
kan de ID-functie van het Infinity ID-beademingscircuit niet worden gebruikt.
1. Kies geschikte accessoires voor de betreffende patiëntcategorie.
patiëntcategorie, moet de kleinere beademingsgaszak en het kleinere
beademingscircuit worden gebruikt.
Teugvolume
Beademings-
gaszak
Beademings-
circuit
Filter
WAARSCHUWING
Risico vanwege stofdeeltjes
Om de patiënt te beschermen tegen stofdeeltjes, moet een filter gebruikt worden
tussen het inspiratoire deel van het beademingssysteem en de patiënt.
► Gebruik een filter op het Y-stuk of op de inspiratieaansluiting.
|
Gebruiksaanwijzing
Bij toepassing van teugvolumes in het overgangsbereik voor een specifieke
>700 mL
3 L
Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n
Volwassenen
301 tot
700 mL
2 L
Volwassenen
Filter of HMEF
Montage en voorbereiding
Pediatrische
Neonaten
patiënten
50 tot 300 mL
<50 mL
1 L
0,5 L
Pediatrisch
Neonaten
(of pediatrisch)
Gebruik HME of
een filter met
lage weerstand
en compliantie.
Neem de vol-
gende informatie
in acht: "Toege-
stane slangcon-
figuraties",
pagina 87.
85