Service
– Controleer of de landspecifieke labels van het gastype overeenkomen met
– Controleer de eindstoppen van de steunarmen voor de patiëntmonitors.
4. Controleer de elektrische veiligheid conform de norm IEC 62353.
5. Controleer de veiligheidsvoorzieningen:
– Functionele integriteit van optische en akoestische alarmgeneratoren
– O
– Interne accu
– Controleer de functie van de minimale O
6. Controleer de nauwkeurigheid van de gasmeting van de patiëntengas-
meetmodule op basis van een gecertificeerde testgasconcentratie:
– Anesthesiegasmeting:
– N
– CO
7. Controleer de nauwkeurigheid van de O
– Omgevingslucht 21 Vol%
– 100 Vol%
8. Controleer de gaszuigflow van de patiëntengas-meetmodule:
– Nauwkeurigheid 200 ±20 mL/min
9. Controleer de patiëntengas-meetmodule op lekkage:
– Lekkage bij –200 hPa (cmH
– <20 hPa/min (cmH
10.Controleer de terugslagventielen in de centrale gastoevoer op lekkage:
– Lekkage ≤20 mL/min
11. Controleer of het apparaat gebruiksklaar is door middel van een systeemtest.
12.Controleer de nauwkeurigheid van de luchtwegdrukmeter:
– Nauwkeurigheid 30 hPa (cmH
13.Voer een visuele inspectie van de beide veiligheidsventielen van het passieve
AGS uit om schade en vervuiling te detecteren.
13.4
Onderhoud
Het maximale bereik voor alle hoofdapparaten en opties staat hieronder vermeld.
Let op de apparatuur die van toepassing is op het huidige apparaat.
274
het beeldscherm.
-schakelaar op de elektronisch geregelde gasmixer
2
gas gasmixer).
Isofluraan, 1 Vol%
Sevofluraan, 1 Vol%
Nauwkeurigheid ±0,35 Vol%
O-meting, 70 Vol%
2
Nauwkeurigheid ±7,6 Vol%
-meting, 5 Vol%
2
Nauwkeurigheid ±0,83 Vol%
Nauwkeurigheid ±3 Vol%
Nauwkeurigheid –5 Vol%
O/min)
2
Gebruiksaanwijzing
-toevoer (mechanisch geregelde 3-
2
-meting:
2
O)
2
O) ±10 hPa (cmH
2
2
|
Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n
O)