Download Print deze pagina

Dräger Atlan A100 Gebruiksaanwijzing pagina 180

Verberg thumbnails Zie ook voor Atlan A100:

Advertenties

Bediening
Automatische instelling
Alarmgrenzen kunnen worden aangepast aan de actuele meetwaarden of de
instelwaarden.
1. Open het dialoogvenster Alarmen > Grenzen.
2. Om de alarmgrenzen voor één afzonderlijke parameter aan te passen, tikt u op
en bevestigt u met een van de toetsen Autoset (5).
Om de alarmgrenzen voor alle parameter aan te passen, tikt u op en bevestigt u
met de toets Autoset alles (4).
De functie voor het aanpassen van alle alarmgrenzen kan direct worden
opgeroepen met de toets Autoset grenzen op de hoofdmenubalk.
Gebruik de automatische instelling alleen wanneer meetwaarden en instelwaarden
stabiel zijn.
De onderste alarmgrens voor het xMAC-niveau wordt ook aangepast tijdens de
automatische instelling, zie pagina 181.
Voor de configuratie en het algoritme, zie pagina 208.
8.10.2
CO
Voorwaarde: het apparaat is uitgerust met de "Geïntegreerde patiëntengas-
meetmodule".
CO
2
geactiveerd of gedeactiveerd.
1. Open het dialoogvenster Alarmen.
2. Tik op het tabblad Instellingen (1).
3. Voor CO
Aan: Alarmen zijn geactiveerd.
Uit: Alarmen zijn gedeactiveerd.
Of
● Gebruik de toets CO
deactiveren of te activeren.
Deze toets is alleen zichtbaar in de volgende beademingsmodi:
180
-alarmen activeren en deactiveren
2
-bewaking (alarmen voor inCO
Alarmen
-alarmen, tik op de toets (2):
2
-alarmen uit op de hoofdmenubalk om de alarmen te
2
Gebruiksaanwijzing
, etCO
, en CO
apnoe) kan worden
2
2
2
1
2
|
Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Atlan a300Atlan a350Atlan a100 xlAtlan a300 xlAtlan a350 xl