Voor een zo volledig mogelijke overdracht, moet een apparaat worden gebruikt
met de meest uitgebreide kenmerken als het startpunt voor de export naar een
apparaat met minder kenmerken.
Vereisten:
– De USB-poort is geactiveerd in de systeeminstelling.
– Een USB-apparaat voor massaopslag is aangesloten op de USB-poort.
● Open de pagina Systeemconfiguratie > Im/Export config. > Im/Export
config. (1).
De op het USB-massaopslagapparaat opgeslagen configuraties worden
weergegeven in een lijst (4). Als niet alle configuraties zichtbaar zijn, moeten alle
configuraties op het USB-massaopslagapparaat die niet nodig zijn worden
verwijderd of naar een submap op het USB-massaopslagapparaat worden
verplaatst.
De volgende instellingen worden geïmporteerd noch geëxporteerd:
– Toestelnaam
– Dag en tijd
– IP-adres
– Wachtwoorden
11.6.1
De configuratie importeren
1. Tik op één van de configuraties in de lijst (4).
2. Tik op de toets Import (2) en bevestig.
3. Start het apparaat opnieuw.
4. Controleer of de apparaatconfiguratie juist is.
11.6.2
De configuratie exporteren
● Om de configuratie te exporteren, tikt u op de toets Export (3) en bevestig.
|
Gebruiksaanwijzing
1
Systeemconfiguratie
Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n
2
3
Configuratie
1
4
225