Bediening
VOORZICHTIG
Risico vanwege onjuiste instelling van de patiëntleeftijd
Onjuiste instelling van de patiëntleeftijd kan leiden tot onjuiste xMAC-waarden en
dus tot verkeerde anesthesiegas-dosering.
► Stel de patiëntleeftijd altijd juist in.
● Pas de patiëntgegevens (1) aan.
Het apparaat zal passende therapie-instellingen voor deze gegevens voorstellen,
bijvoorbeeld voor teugvolume, ademfrequentie en alarmgrenzen. Voor meer
informatie zie pagina 331.
8.2.3
Therapie instellen en starten
1. Selecteer de beademingsmodus (1).
De volgende beademingsmodi zijn beschikbaar:
– Man/Spon
– VC - AF
– VC
– PC
– PSV
De volgende bedrijfsmodi zijn ook beschikbaar:
– Ext. VGU
– Pauze
– Monitoring
Zie voor aanvullende informatie: "Beschrijving van de beademingsmodi",
pagina 315.
1) Pauze moet worden geactiveerd in de systeeminstelling.
2) Uitsluitend voor apparaten met geïntegreerde PGM. Pauze moet worden gedeactiveerd in de
systeeminstelling.
146
Selecteer de modus
5
4
3
1
1)
2)
|
Gebruiksaanwijzing
2
Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n