Werkingsprincipe
16.5
Ademgasklimaatregeling bij gebruik van het interne
beademingssysteem
Het expiratiegas van de patiënt wordt teruggevoerd naar het beademingssysteem
en het grootste deel ervan wordt door de CO
geëlimineerd in een chemische reactie die ook warmte en water produceert. Tijdens
de verdere procedure wordt het op deze manier verwarmde en bevochtigde
patiëntengas met de aan de gasmixer ingestelde versgasflow verrijkt en voor
inspiratie gebruikt. Zie voor aanvullende informatie: "Beademingssysteem met
aangrenzende gasvoerende componenten", pagina 55.
Bovendien is het apparaat uitgerust met een beademingssysteem-verwarmer. De
beademingssysteem-verwarmer vermindert de condensatie van water in het
beademingssysteem en compenseert het warmteverlies veroorzaakt door het
toegevoegde versgas.
Wanneer de beademingssysteem-verwarmer is ingeschakeld, wordt de
warmteafgifte gebaseerd op de gemeten omgevingstemperatuur. Hoe lager de
omgevingstemperatuur, hoe hoger de warmteafgifte.
De beademingssysteem-verwarmer kan handmatig in de systeeminstelling worden
uitgeschakeld.
In Standby-modus en in bedrijfsstand zonder versgastoevoer via het
beademingssysteem wordt de warmteafgifte verminderd.
In de volgende situaties wordt de beademingssysteem-verwarmer automatisch
uitgeschakeld:
– In accubedrijf
– In Standby-modus buiten de geconfigureerde OK-werkuren
330
|
Gebruiksaanwijzing
-absorber geleid, waar de CO
2
Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n
wordt
2