7.5.5.3
Noodbeademingsballon
1. Zorg dat er een noodbeademingsballon op het apparaat is.
2. Controleer of de noodbeademingsballon goed werkt.
7.5.5.4
Anesthesiegas-opvangsysteem
Met actieve anesthesiegasafvoer:
● Stel de zuigflow voor het anesthesiegas-afvoersysteem zo in dat de
flowindicator (1) binnen bereik (2) ("normaal bereik") zweeft.
Als de zuigflowindicator (1) binnen het bereik (3) ("beperkte bereik") drijft,
mogen bepaalde versgasflows niet worden overschreden, zie "Anesthesiegas-
opvangsysteem" in hoofdstuk "Technische gegevens". Verontreiniging van de
omgevingslucht kan worden voorkomen door de versgasflow te beperken.
|
Gebruiksaanwijzing
1
Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n
Tests
2
3
133