12.8.1.4
Het beademingssysteem plaatsen
1. Plaats het gemonteerde beademingssysteem (1) verticaal in de
beademingssysteemhouder.
2. Draai de hendels (2) ongeveer 120° rechtsom. Het beademingssysteem is nu
vergrendeld. Als het apparaat is uitgerust met een geïntegreerde patiëntengas-
meetmodule, moet de O
12.9
Schermstoring of storing van de grafische
gebruikersinterface
Het scherm reageert niet op aanraking. Er is een storing of het scherm is defect.
1. Activeer de schakelaar voor backupmodus, zie pagina 50.
2. Gebruik de O
3. Controleer de verdamperinstelling.
4. Beadem de patiënt manueel.
5. Zorg voor adequate vervangende bewaking.
|
Gebruiksaanwijzing
-dosering voor noodgevallen, zie pagina 49.
2
Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n
-sensorpoort met de afsluitdop (3) worden afgesloten.
2
Probleemoplossing
243