Alarmen
De relevante alarmgrens (2) wordt voorgeselecteerd.
2. Pas de waarde (2) aan en bevestig.
Het apparaat kan zodanig worden geconfigureerd dat het dialoogvenster Snel
instellen automatisch wordt geopend bij een alarm, zie pagina 208.
10.4
Alarminstellingen overnemen bij het wijzigen van de
beademingsmodus
Wanneer de beademingsmodus is gewijzigd, worden de alarminstellingen ook
aangepast.
Afhankelijk van de modus kunnen alarminstellingen worden overgenomen of
ingesteld op Uit.
Voor sommige modi kan worden geconfigureerd of de instellingen al of niet worden
overgenomen. Neem de informatie in de volgende paragraaf in acht: "Verticaal
tabblad "Config. 2"", pagina 209
De instellingen kunnen echter altijd tijdens het gebruik worden aangepast.
196
Snel instellen
2
Gebruiksaanwijzing
|
Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n