Tests
c. Verwijder het hoekstuk (5) van de slang (6). Sluit de slang (6) aan op de
2. Tik op de toets Start.
a. Wacht tot de lekkagewaarde stabiel is. Noteer de waarde als de lekkage van
3. Tik op de toets OK om terug te schakelen naar de weergave van beschikbare
testen.
4. Om de buitenste slang te testen, sluit u het beademingscircuit als volgt aan:
a. Sluit de slang (7) aan op de inspiratieaansluiting (8).
b. Verwijder de coaxiale testadapter (9) van de expiratieaansluiting (10).
c. Sluit het hoekstuk (11) aan op de slang (12).
d. Sluit de slang (12) met het hoekstuk aangesloten op de testconus (13) af.
e. Sluit de slang (14) aan op de expiratieaansluiting (4).
5. Tik op de toets Lekkagetest of Systeemtest om een automatische test te
starten.
De vastgestelde lekkagewaarde wordt weergegeven als Lekkage (mach.
bead.). Noteer de waarde als de lekkage van de expiratieslang.
Evaluatie van de vastgestelde lekkagewaarden:
Test van de inspira-
tieslang
≤150 mL
>150 tot <500 mL
>500 mL
118
coaxiale testadapter (3).
de inspiratieslang.
Als de lekkagewaarde meer dan 500 mL/min is, gebruikt u een ander
beademingscircuit.
8
7
Test van de expira-
tieslang
≤150 mL
≤150 mL
≤150 mL
Gebruiksaanwijzing
13
Evaluatie
Het beademingscircuit is intact.
Geringe lekkage. Controleer of het
beademingscircuit geschikt is voor
de betreffende patiëntcategorie.
Gebruik het beademingscircuit niet.
Er bestaat gevaar voor terugade-
ming.
|
Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n
10
14
9
11
12