Er zijn productspecifieke gegevens op de Infinity ID-accessoires opgeslagen, die
verder door het apparaat worden verwerkt. Als er zich een ongebruikt Infinity ID-
accessoire in de directe omgeving van het apparaat bevindt, kunnen waarden zoals
weerstand en compliantie per ongeluk van dit accessoire worden overgedragen.
Als accessoires worden toegevoegd aan een Infinity ID-beademingscircuit, kunnen
de waarden voor compliantie en lekkage afwijken van de waarden die zijn
opgeslagen op het beademingscircuit.
► Bewaar geen ongebruikte Infinity ID-accessoires in de nabijheid van het
apparaat.
► Om de actuele compliantie- en weerstandswaarden te bepalen, moet
voorafgaand aan de therapie altijd de lekkagetest worden uitgevoerd. Als de test
niet uitgevoerd kan worden omdat de patiënt al aangesloten is, is extra
aandacht nodig tijdens de beademing.
16.2
Beschrijving van de beademingsmodi
16.2.1
Betekenis en functie van de therapie-instellingen
Therapie-instel-
Betekenis / Functie
lingen
% Tplat
Plateautijd als percentage van de inspiratietijd Ti in volumegecontroleerde modi
RR
Ademfrequentie
RRmin
Minimale ademfrequentie waarmee ondersteunde ademhaling worden toegepast
in de modus CPAP / PSV.
Insp einde
Als de flow tot onder deze flowwaarde daalt (in % van gemeten piekflow), wordt
een ondersteunde ademhaling onderbroken.
PEEP
Positieve eind-expiratoire druk
Druk die altijd wordt behouden.
∆Psupp
Drukverschil van een ondersteunde ademhaling tussen PEEP-niveau en inspira-
tiedruk
Deze drukondersteuning is alleen beschikbaar als synchronisatie of spontane
ademhaling (in de modus SIMV en PSV) is ingeschakeld.
Wanneer de drukondersteuning is ingeschakeld, veranderen de namen van de
volgende beademingsmodi:
Zonder drukondersteuning
PC - SIMV
VC - SIMV
VC - SIMV / AutoFlow
CPAP / PSV
Pinsp
Inspiratiedruk
Pmax
Bovenste drukgrens bij volumegecontroleerde beademing. Wanneer deze druk is
bereikt, wordt de ademhaling op dit niveau gehouden, totdat de ingestelde inspira-
tietijd Ti is bereikt.
Trigger
Flow die, zodra deze wordt overschreden, een ondersteunde ademhaling triggert.
Inspiratietijd
1)
Ti
Verhouding tussen inspiratietijd en expiratietijd
1)
I:E
Ramp
Periode waarin een drukstijging van de PEEP of CPAP druk naar de inspiratiedruk
of PSV-druk plaatsvindt. Deze tijd bepaalt de steilheid van de druktoename van
het onderste naar het bovenste niveau.
|
Gebruiksaanwijzing
Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n
Werkingsprincipe
Met drukondersteuning
PC - SIMV / PS
VC - SIMV / PS
VC - SIMV / PS / AutoFlow
CPAP / PSV
315