Systeemoverzicht
3.2.2
Ventilatoraandrijving
Het apparaat gebruikt een pistonaandrijving als de ventilatoraandrijving en is
voorzien van compliantiecompensatie en versgasontkoppeling. Zie voor
aanvullende informatie: "Beschrijving van de ventilatoraandrijving", pagina 324.
3.2.3
Gasdosering
Het apparaat kan mengsels van medische gassen leveren waaraan een
anestheticum is toegevoegd met behulp van een verdamper.
Beschikbare gasmengsels
– O
– O
Bruikbare anesthetica
– Sevofluraan
– Desfluraan
– Isofluraan
– Halothaan
– Enfluraan
3.2.4
Beademingsmodi
– Manueel / Spontaan
– VC - CMV / AutoFlow
– VC - SIMV / AutoFlow
– VC - SIMV / PS / AutoFlow
– VC - CMV
– VC - SIMV
– VC - SIMV / PS
– PC - CMV
– PC - SIMV
– PC - SIMV / PS
– CPAP / PSV
Voor een gedetailleerde omschrijving van de beademingsmodi en de extra
instellingen, zie pagina 315.
3.2.5
Extra werkingsmodi
Indicatie van beschikbaarheid
De beschikbare apparatuur voor de hoofdapparaten wordt weergegeven in de
onderstaande tabellen en wordt als volgt geïdentificeerd:
Indicator
---
46
en Air
2
en N
O met 3-gasmixer
2
2
Betekenis
Het hoofdapparaat heeft deze apparatuur.
De apparatuur is als optie beschikbaar.
De apparatuur is niet beschikbaar.
Gebruiksaanwijzing
|
Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n