8.4.3.2
Bewaking beëindigen
● Na Standby of omschakelen naar een beademingsmodus.
8.4.4
Pauze-modus
Voorwaarde:
– De bedrijfsstand Pauze is ingeschakeld in de systeemconfiguratie (zie "Verticaal
tabblad "Algemeen"", pagina 215).
In de Pauze-modus wordt de beademing gestopt. Met elektronisch geregelde
gasmixers wordt de gasdosering ook gestopt. Het beademingssysteem is drukloos
gemaakt zodat manuele beademing niet mogelijk is.
Deze modus is handig bij kortdurende onderbrekingen van een therapie,
bijvoorbeeld voor intraoperatieve afzuiging van slijm of verplaatsing van de patiënt.
Deze modus is ook handig tijdens regionale anesthesie. De ademhaling van de
patiënt kan worden bewaakt met de samplegasmeting zonder dat verstorende
beademingsalarmen worden afgegeven. De meting van de gasconcentratie blijft
actief en wacht op beademingsfasen. Met de detectie van beademingsfases wordt
apnoebewaking automatisch geactiveerd.
Het apparaat blijft in deze modus totdat de gebruiker naar een andere
beademingsmodus overschakelt. De timer bepaalt de tijd na afloop waarvan een
alarm wordt afgegeven. Dit alarm herinnert de gebruiker dat de beademing weer
manueel moet worden gestart.
Als de timer wordt ingesteld op Uit, wordt het alarm gedeactiveerd. Daarnaast wordt
de totaal verstreken tijd in de Pauze-modus weergegeven.
Om besmetting van de omgevingslucht met anesthesiegassen via een open Y-stuk
te verminderen, kan deze modus bijvoorbeeld worden gebruikt voor regionale
anesthesie of korte onderbrekingen van de therapie zoals loskoppeling of intubatie.
|
Gebruiksaanwijzing
Pauze
Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n
Bediening
157