Pagina 1
Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) Anesthesie-werkstation Software 2.1n Gebruiksaanwijzing WAARSCHUWING Voor het juiste gebruik van dit medische hulpmiddel deze gebruiksaanwijzing lezen en strikt opvolgen. Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL)
Pagina 2
Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 3
Verbruiksartikelen aansluiten en vervangen........Bedieningsconcept .................. Beeldscherm................... Kleurconcept................... Selecteren en instellen ..............In bedrijf stellen..................Veiligheidsinstructies ..............Het apparaat inschakelen ............... Wachtwoorddialoog ................ De configuratie van het apparaat controleren......... Gebruiksgereedheid controleren ............ Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 4
11 Configuratie ....................11.1 Veiligheidsinstructies ..............11.2 Gebruiker-wachtwoord..............11.3 Apparaatinstellingen ............... 11.4 De datum en tijd instellen ............... 11.5 De startinstellingen specificeren ............. 11.6 Apparaatconfiguraties overdragen..........11.7 Softwareopties activeren ..............Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 5
15.12 Passief AGS ................... 15.13 Meetsystemen en weergaven............15.14 Weergave van berekende waarden..........15.15 Gasmeting ..................15.16 Gasmeting met PGM ..............15.17 Gasmeting met O -sensor .............. 15.18 Bedrijfsomstandigheden ..............Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 6
Ondersteuning van Infinity ID accessoires ........16.9 Schematische weergave van de akoestische signalen ....17 Bijlage ....................... 17.1 Afkortingen..................17.2 Symbolen..................17.3 Productlabels .................. 17.4 Overzicht van de menustructuur............. Index ......................Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 7
Zie voor aanvullende informatie: "Hoofdapparaten en opties", pagina 36. Handelsmerken 1.5.1 Handelsmerken in eigendom van Dräger Handelsmerk ® Atlan ® AutoFlow Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 8
Het geïntegreerde beademingssysteem kan worden gebruikt met partiële terugademing (low-flow of minimale flow). Een niet-terugademsysteem, zoals het Bain, Mapleson, Kuhn of Waters systeem, kan gebruikt worden op de externe versgasuitgang. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 9
– Inter-individuele en intra-individuele variabiliteit in het effect en de mogelijke bijwerkingen van de toegediende anesthetica, afhankelijk van: – Dosering – Onderliggende en begeleidende ziekten – Algemene toestand van de patiënt – Demografische en andere patiëntspecifieke factoren Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 10
(uitsluitend bij de patiëntengas-meetmodule) De gassamenstelling wordt gemeten met ISO-nauwkeurigheid. – Bewaking van de ademgasconcentraties: Alarmen worden afgegeven afhankelijk van de instelde alarmgrenzen of als de gasmeting faalt. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 11
Veiligheidsinstructies en voorzorgsmaatregelen waarschuwen voor de risico's en geven instructies voor het veilige gebruik van het product. Als u deze niet naleeft, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of materiële schade. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 12
– Mogelijke negatieve gevolgen voor patiënten met een of meer ziekten 2.9.2 Symbolen en productlabels Het niet naleven van de symbolen en productlabels kan resulteren in persoonlijk letsel en materiële schade. ► Houdt u zich aan de symbolen en productlabels. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 13
► Gebruik uitsluitend compatibele accessoires. Accessoires die compatibel zijn met dit product staan vermeld in de bij het product geleverde accessoirelijst. ► Gebruik uitsluitend accessoires die in een goede staat verkeren. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 14
Zorg voor voldoende droogtijd voordat u het apparaat op de netvoeding aansluit. ► Gebruik het apparaat alleen op een vlakke ondergrond zonder helling. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 15
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Voor elektromedische apparatuur gelden speciale voorzorgsmaatregelen betreffende de elektromagnetische compatibiliteit (EMC). Volg tijdens de installatie en vóór de eerste inbedrijfstelling de informatie op in hoofdstuk: "EMC-verklaring" (pagina 305). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 16
IT-vertegenwoordiger en de eigenaren van de apparatuur van de gezondheidsinstelling die zijn aangewezen door de gebruikersorganisatie. ► Neem de volgende informatie in acht: "IT-netwerken en cyberbeveiliging", pagina 307. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 17
► De uitvoerende organisatie moet ervoor zorgen dat de externe service die wordt uitgevoerd op een servergebaseerde service-infrastructuur (bijv. SCG) alleen geauthenticeerde externe desktopverbindingen van andere computers accepteert. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 18
Verplichte melding van ongewenste incidenten Ernstige ongewenste incidenten met dit product moeten aan Dräger en de verantwoordelijke autoriteiten worden gemeld. 2.10.3 Training Training voor gebruikers is beschikbaar via de verantwoordelijke Dräger organisatie (zie www.draeger.com). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 19
(bijv. O en Air). Werkoppervlak Voor opslag. Uitschuifbaar schrijfblad Biedt extra werkoppervlak. Kijkvenster voor pistonventila- Hier kan visueel de beweging van de pistonventilator worden gecontroleerd. Afsluitbare lade Biedt extra opslagruimte. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 20
Voor de aansluiting van 1 of 2 verdampers. pers Schakelaar voor backupmodus Voor omschakelen naar de manuele back- (achter de klep) upmodus bij storingen van het apparaat. Werkoppervlak Voor opslag. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 21
Onderdrukt de alarmtonen van alle actieve Audiopauze-toets alarmen gedurende 2 minuten. Draaiknop Voor het selecteren, wijzigen en bevestigen van instellingen. Gaat in bepaalde situaties met een kleur branden. Werklamp Verlicht het werkoppervlak. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 22
Spont. Beademingssysteem-deksel Beschermt het beademingssysteem aan de onderkant en biedt klimaatregeling voor het beademingssysteem. Expiratieaansluiting Voor de aansluiting van de expiratieslang op het apparaat. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 23
Meet en bewaakt diverse gasconcentraties Patiëntengas-meetmodule in het ademgas (O , CO O en anesthe- siegassen). Geleideklem Ter beveiliging van de O -insufflatieslang. 1) Uitsluitend voor apparaten met geïntegreerde PGM. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 24
O -sensor aan. Aanduiding Beschrijving -sensor Meet de inspiratoire O -concentratie in het ademgas. Afsluitdop Sluit de O -sensorpoort af tijdens de kali- bratie van de O -sensor. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 25
Voor het vergrendelen van de zwenkwielen met een individuele wielrem. Gascilinderhouder Beveiligt de gascilinders. Rail Voor de bevestiging van extra componen- ten. Gascilinder-ophangsysteem Voor de aansluiting van gascilinders met een pin-index-verbinding. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 26
Systeemoverzicht 3.1.5 Zijaanzicht vanaf rechts Aanduiding Beschrijving Standaardrail met handvat Hiermee kan het apparaat tijdens transport binnen het ziekenhuis worden gemanoeu- vreerd; ook kunnen hieraan accessoires worden bevestigd. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 27
Houder voor slangen en Voor het ophangen en opwinden van cen- kabels trale toevoerslangen en kabels. Kabelhouder met kabelgoten Voor de doorvoer van slangen en kabels. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 28
Ventilatiesleuf Voert omgevingslucht toe aan het apparaat voor ventilatie. Aansluitingen Biedt aansluitingen voor netsnoer, potenti- aalvereffening en interfaces. Voor gege- vensuitwisseling tussen externe apparaten, aanvullende componenten en netwerken. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 29
Voor de aansluiting van andere apparaten. Ventilatiesleuf Voert omgevingslucht toe aan het apparaat voor ventilatie. Aansluitingen Biedt aansluitingen voor netsnoer, potenti- aalvereffening en interfaces. Voor gege- vensuitwisseling tussen externe apparaten, aanvullende componenten en netwerken. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 30
Voor de aansluiting van een potentiaalveref- feningskabel. Dit minimeert verschillen in het elektrisch potentiaal. Netwerkpoort Maakt gegevensoverdracht binnen een IT- netwerk mogelijk. USB-poort Voor de overdracht van gegevens naar een USB-massaopslagapparaat. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 31
Voor de toevoer van gassen vanuit het cen- gastoevoersysteem trale toevoersysteem naar het apparaat. Aansluitingen voor gascilin- Voor de toevoer van gassen vanuit de gas- ders cilinders naar het apparaat. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 32
Gascilinder-ophangsysteem Voor de aansluiting van gascilinders met met drie pin-index-verbindin- een pin-index-verbinding. Sleutel Voor het openen en sluiten van de gascilin- derafsluiters. Verbindingskabel Maakt elektronische gasdrukmeting moge- lijk. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 33
Systeemoverzicht 3.1.11 Extra stopcontacten Aanduiding Zekeringen, 2 per stopcontact Extra stopcontacten, 4 stuks Hoofdzekering Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 34
LED voor hoofdschakelaar. netspanning groen brandt. LED voor Netspanning is aan- Het apparaat is los- netspan- wezig. gekoppeld van de ning netspanning of de voedingseenheid is defect. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 35
Weergave van de ingestelde versgasflows Weergave van de luchtwegdruk in het interne beademingssysteem, zie pagina 22 + toets (O -flush) De uitleg van de symbolen vindt u op pagina 337. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 36
Sommige apparatuurartikelen en apparaatfuncties zijn als optie verkrijgbaar. Niet alle apparatuur is wereldwijd beschikbaar voor alle hoofdapparaten. Het apparaat is bedoeld voor gebruik met de opties en accessoires die in de betreffende accessoirelijst staan. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 37
– Groot onderstel A300 A300 XL – Mechanisch geregelde gasmixer met – Mechanisch geregelde gasmixer met statusdisplay statusdisplay – Elektronische versgas flowmeting – Elektronische versgas flowmeting – Compact onderstel – Groot onderstel Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 38
– De afzonderlijke versgasflows worden gemeten en weergegeven door middel van de geïntegreerde conventionele flowbuizen. – Verkrijgbaar als een versie met 2 gas- sen (O /Air) of 3 gassen (O /Air/N Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 39
– Insteekcontact voor 2 verdampers – Insteekcontact voor 3 verdampers Alternatieve apparatuur De hoofdapparaten zijn telkens verkrijgbaar met de volgende alternatieve apparatuur: – Gasbewaking – Geïntegreerde patiëntengas-meetmodule – Geïntegreerde O -bewaking – Anesthesiegasafvoer Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 40
De beschikbare apparatuur voor de hoofdapparaten wordt weergegeven in de onderstaande tabellen en wordt als volgt geïdentificeerd: Indicator Betekenis Het hoofdapparaat heeft deze apparatuur. 1) Niet beschikbaar voor A100 (XL) Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 41
Levert zuurstof voor O -insufflatie meter voor O -insufflatie Externe versgasuitgang – Maakt het gebruik van externe niet-terugademsy- stemen mogelijk zoals: – Mapleson – Kuhn – Bain – Magill – Waters Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 42
Voor extra verlichting van het werkoppervlak. Softwareopties Hoofdapparaat A100 (XL) A300 (XL) A350 (XL) Volumegecontroleerde beademing (VC - CMV) Drukgecontroleerde beademing (PC) Spontane ademhalingsondersteuning (SIMV / PS) Spontane ademhalingsondersteuning (PSV) Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 44
– Weergave van loops (drukvolume en flowvolume) – Volumeter (staafdiagram voor de bewaking van de inspiratoire en expiratoire teugvolumes) – Weergave van het patiëntgeïniteerde, mechanisch ondersteunde minuutvolume vergeleken met het verplichte minuutvolume Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 45
In combinatie met de Connectivity Converter CC300 maakt dit het gebruik van het apparaat in een geïnte- greerd systeem voor uitwisseling van informatie moge- lijk. Lekkage-assistent Biedt extra ondersteuning bij het zoeken naar lekk- ages Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 46
De beschikbare apparatuur voor de hoofdapparaten wordt weergegeven in de onderstaande tabellen en wordt als volgt geïdentificeerd: Indicator Betekenis Het hoofdapparaat heeft deze apparatuur. De apparatuur is als optie beschikbaar. De apparatuur is niet beschikbaar. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 47
Het apparaat kan de volgende informatie op het geïntegreerde beeldscherm weergeven: – Curven – Grafische trends – Numerieke trends – Loops – Alarmlogboek – Logboek – Numerieke parameters – Low-flow assistent – Econometer Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 48
– Opslaan en laden van apparaatconfiguraties. – Opslaan van systeemtestresultaten of records als een tekstbestand. Let op de aanvullende informatie over de specificatie van de USB-poort (zie "Technische gegevens", pagina 277). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 49
Dit kan leiden tot een verhoogde anesthesiegas-concentratie. ► Bewaak het gasmengsel nauwkeurig. 1. Controleer de verdamperinstelling. 2. Zet de O -schakelaar (1) omhoog in de stand Add. O Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 50
20 seconden verlaagd naar een lagere prioriteit (zie "Alarmvertraging, escalatie en desescalatie van alarm", pagina 198). Manuele backupmodus met een mechanisch geregelde gasmixer met flowbuizen 1. Open de klep (1). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 51
Beadem manueel met de beademingsgaszak op het niet- terugademsysteem. 4. Stel de versgasflow in. 5. Controleer de verdamperinstelling. Manuele backupmodus met een mechanisch geregelde gasmixer met elektronische flowmeting 1. Open de klep (1). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 52
Beadem manueel met de beademingsgaszak op het niet- terugademsysteem. 4. Stel de versgasflow in. 5. Controleer de verdamperinstelling. Manuele backupmodus met een elektronisch geregelde gasmixer 1. Open de klep (1). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 53
Ononderbreekbare voeding door interne accu – Looptijd van het apparaat bij gebruik op accu's (zie "Technische gegevens", pagina 277) – Automatische deactivering van de beademingssy- steem-verwarmer om de gebruiksduur van de accu te verlengen Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 54
– Manuele beademing of spontane ademhaling mogelijk niet op bediening of – O -dosering voor noodgevallen (elektronisch gere- werkt niet) gelde gasmixer) of versgas-dosering (mechanisch geregelde gasmixers) beschikbaar – Anesthesiegas-dosering van aangesloten verdampers mogelijk Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 55
Aanduiding Versgas (O , Air, N O) en anesthesiegas -absorber Omschakeling tussen mechanische beademing en Manueel / Spontaan Anesthesiegas-opvangsysteem Anesthesiegas-afvoerventiel APL-ventiel Beademingsgaszak PEEP/Pmax-ventiel Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 56
Enkele van de weergegeven componenten zijn als optie of alleen bij bepaalde apparaatuitrustingen verkrijgbaar. Aanduiding Gastoevoer (centrale toevoer of gascilinders) Flowregelventielen Minimale O -dosering Verdamper Ejector -flush Beademingssysteem Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 57
Aanduiding Gastoevoer (centrale toevoer of gascilinders) Flowregelventielen Minimale O -dosering Totaal-versgasflowmeter Verdamper Ejector -flush Beademingssysteem Omschakelventiel Externe versgasuitgang -flowmeter 1) Alleen met 3-gas gasmixers Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 58
Enkele van de weergegeven componenten zijn als optie of alleen bij bepaalde apparaatuitrustingen verkrijgbaar. Aanduiding Gastoevoer (centrale toevoer of gascilinders) Gasmixer -flowmeter -schakelaar Verdamper Ejector -flush Beademingssysteem Omschakelventiel Externe versgasuitgang Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 59
Voer vervolgens een lekkagetest uit op het hele beademingscircuit. Neem de volgende informatie in acht: "Een coaxiaal beademingscircuit controleren op lekkages met de lekkage-assistent", pagina 117. ► Bewaak de gemeten gasconcentraties tijdens de beademing. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 60
► Gebruik geen medicamentenvernevelaars. ► Volg de gebruiksaanwijzing van de vochtvanger. ► Een apparaat met een geïntegreerde patiëntengas-meetmodule moet altijd worden gebruikt met een vochtvanger die aan de patiëntengas-meetmodule is bevestigd. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 61
► Sluit geen hoogfrequente chirurgische apparatuur aan op de extra stopcontacten. ► Volg bij het aansluiten de instructies van de fabrikant voor alle aangesloten apparaten. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 62
Als gevolg daarvan kunnen lichamelijk letsel en materiële schade ontstaan. ► Koppel de zuurstofvoerende aansluitingen los van het apparaat en de patiënt. ► Blus de brand en verzorg de patiënt. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 63
(zie "Compacte versie met contragewicht", pagina 68). ► Controleer de goede werking van de eindstoppen van de steunarmen na de volgende werkzaamheden: – bevestigen van accessoires – transporteren van het apparaat Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 64
► Lijn de drukreduceerventielen zodanig uit dat ze worden beschermd tegen botsingen. ► Sluit de ventielen op de gascilinders. ► Als er geen gascilinders zijn aangesloten, bevestigt u de drukverlagers met het klittenband van de cilinderhouders. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 65
► Bij apparaten die zijn uitgerust met Advanced Cylinder Support, kunnen de afsluiters van de gascilinder open blijven. ► Bewaak de gastoevoer naar de aangesloten apparaten altijd onafhankelijk van het hoofdapparaat. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 66
Het maximale totale gewicht van de accessoires is 45 kg (99 lb). Het gewicht is als volgt verdeeld: Zuilkap De maximale belasting van de zuilkap is 15 kg (33 lb). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 67
De maximale belasting van de achterkant is 40 kg (88 lb). Naast de accessoires moet rekening worden gehouden met de gewicht van de gascilinders inclusief de drukreduceerventielen en het gascilinder-ophangsysteem. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 68
Het beademingssysteem moet worden klaargemaakt voor hergebruik voordat het apparaat voor de eerste keer kan worden gebruikt. Maak de producten klaar voor hergebruik volgens de bij het product geleverde instructies voor het klaarmaken voor hergebruik. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 69
Als het apparaat is uitgerust met een O -sensor, moet een O -sensorcel in de O sensor worden aangebracht. 1. Verwijder het beademingssysteem-deksel (1). 2. Draai de O -sensor (2) linksom. 3. Verwijder de O -sensor (3). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 70
-sensorcel (6) in de O -sensor. Nadat de O -sensorcel is aangebracht, wordt de O -sensor geïnitialiseerd. De initialisatie duurt 30 minuten. De 30 minuten starten wanneer de netvoeding wordt ingeschakeld. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 71
2. Draai de gekartelde moer (2) ongeveer 90° rechtsom. Draai hem totdat de voelbare weerstand is overwonnen en u een klik hoort. De sensorkap is nu gemonteerd. 3. Plaats de O -sensor (3) in de sensorpoort. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 72
► Sluit het apparaat niet aan op stekkerblokken. ► Sluit geen extra stekkerblokken aan op de extra stopcontacten van het apparaat, maar sluit deze aan op aparte wandcontactdozen. 1. Steek het netstekker in het stopcontact. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 73
(bijv. wand, plafondverzorgingseenheid, operatietafel). 4.3.7 Apparaten aansluiten op gegevensinterfaces Het apparaat is uitgerust met gegevensinterfaces zoals RS232, LAN en USB. Deze interfaces kunnen worden gebruikt om een netwerk volgens IEC 60601-1 te configureren. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 74
2. Gebruik een riem om te voorkomen dat de armen op een ongecontroleerde manier naar buiten zwaaien. 3. Verwijder alle losse voorwerpen van de bevestigde armen en de schappen. 4. Verwijder alle voorwerpen van de standaardrails. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 75
3. Sluit de persgasslangen aan op de aansluitpunten. 4. Controleer of alle slangen correct zijn aangesloten en of de gastoevoer tot stand is gebracht. Let hiervoor, afhankelijk van de gasmixer, op de bijbehorende displays op de gasmixer: Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 76
Gevaar voor lichamelijk letsel en materiële schade aan het apparaat Drukreduceerventielen hebben een inwendige drukontlasting. Bij een storing kan gas in de omgevingslucht ontsnappen. ► Het reduceerventiel mag niet worden geblokkeerd of afgedekt. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 77
3. De gascilinderhouder kan op 2 verschillende hoogten worden bevestigd (niet in deze afbeelding weergegeven). Pas de positie van de gascilinderhouder aan op de maat van de gebruikte gascilinder. Neem hiervoor contact op met het servicepersoneel. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 78
De gascilinder vervangen 1. Verwijder de oude afdichtring (1). 2. Plaats een nieuwe afdichtring (1) op de cilinderhouder (2). 3. Ga verder met het plaatsen van de gascilinders, zie "De gascilinders bevestigen". Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 79
► Zorg bij het gebruik van D-Vapor verdampers dat het netsnoer niet bekneld is. ► Voer na montage van de verdampers een lekkagetest uit. 1. Zet alle verdampers rechtop en veilig op de insteekadapter. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 80
4. Herhaal deze test voor alle verdampers. Speciale eigenschappen van de D-Vapor 1. Steek het netsnoer in een stopcontact. 2. Maak, indien nodig, een potentiaalvereffeningsaansluiting. 3. Berg het snoer, indien nodig, op in een kabelgoot. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 81
Wanneer een externe anesthesiegasmonitor wordt gebruikt, sluit u de gasuitgang van de monitor aan op poort (2) met behulp van de meegeleverde slangaansluiting. 2. Beveilig de afvoerslang met de klem (3). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 82
Het anesthesiegas kan via een aangesloten afvoerslang uit de kamer worden afgevoerd. ● Zorg dat de ventilatiesleuven aan de onderkant van het anesthesiegas- opvangsysteem niet geblokkeerd zijn. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 83
1. Sluit de afvoerslang (1) aan op het mondstuk van het anesthesiegas- opvangsysteem. Wanneer een externe anesthesiegasmonitor wordt gebruikt, sluit u de gasuitgang van de monitor aan op poort (2) met behulp van de meegeleverde slangaansluiting. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 84
Gebruik beademingsgaszakken en beademingsslangen die niet van latex zijn gemaakt om het risico op blootstelling aan latex te minimaliseren. Het apparaat kan worden gebruikt met Infinity ID-beademingsslangen of conventionele beademingsslangen. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 85
Om de patiënt te beschermen tegen stofdeeltjes, moet een filter gebruikt worden tussen het inspiratoire deel van het beademingssysteem en de patiënt. ► Gebruik een filter op het Y-stuk of op de inspiratieaansluiting. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 86
Neem de volgende informatie in acht: "Toegestane slangconfiguraties", pagina 87. Houd de beademingsslangen bij het bevestigen of verwijderen altijd aan de mof vast en niet aan de slang zelf. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 87
Air), moet het beademingssy- steem na elke patiënt voor hergebruik worden klaargemaakt. Maak de producten klaar voor herge- bruik volgens de bij het product gele- verde instructies voor het klaarmaken voor hergebruik. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 88
Als gevolg daarvan kan de patiënt in gevaar worden gebracht. ► Gebruik geen adapter om de slang van de beademingsgaszak aan te sluiten. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 89
De beademingsgaszak aan de arm voor de beademingsgaszak bevestigen ● Bevestig de beademingsgaszak aan het hoekstuk. 4.8.4 Weerstand en compliantie in de gaten houden Accessoires zoals filters kunnen de dode ruimte, compliantie of weerstand van het beademingscircuit beïnvloeden. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 90
Beademingsslang Insp_slang Exp_slang Slang van beademingsgas- Slang_beademings- gaszak Filter op inspiratieaanslui- Insp_filter(aanslui- ting ting) Filter op expiratieaanslui- Exp_filter(aanslui- ting ting) Filter bij Y-stuk Insp_filter(Y-stuk) Exp_filter(Y-stuk) Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 91
Gevaar voor extreem hoge luchtwegdruk Zonder een overdrukventiel of beademingsgaszak kan de luchtwegdruk te hoog worden. ► Alleen niet-terugademsystemen met beademingsgaszakk of overdrukventiel conform ISO 80601-2-13 mogen worden aangesloten. 1. Kies een geschikt niet-terugademsysteem. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 92
Gevaar door lekkage van een open AGS-inlaatmondstuk ► Om besmetting van de omgevingslucht met anesthesiegassen te voorkomen, moet – na gebruik van het niet-terugademsysteem – de afsluitdop weer in het inlaatmondstuk worden gestoken. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 93
► Behandel de ademkalk voorzichtig en vermijd morsen. 3. Leeg de gebruikte ademkalk en voer deze af volgens de gebruiksaanwijzing. 4. Verwijder het absorber-inzetstuk (3) uit de absorbercontainer. De afdichtring (4) blijft op het absorber-inzetstuk zitten. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 94
éénmalig gebruik. Vervang het stoffilter voor éénmalig gebruik bij elke verversing van de ademkalk. 3. Als ademkalk van andere fabrikanten wordt gebruikt, moet een nieuw stoffilter voor eenmalig gebruik (7) worden aangebracht. Gebruik alleen stoffilters uit de accessoirelijst. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 95
Hierdoor kan de gasmeting niet de juiste waarden weergeven of kan het apparaat beschadigd raken. ► Zorg dat gassampleleiding correct wordt aangesloten. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 96
– Vooral bij de beademing van pediatrische patiënten en neonaten zorgt u voor een klein volume (dode ruimte) (bijv. voor HME’s of voor tube-adapters om de gassampleleiding aan te sluiten). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 97
De hoofdmenubalk bevat toetsen voor het openen van dialoogvensters en het activeren van functies. Deze toetsen zijn toegewezen aan verschillende groe- pen. Voor meer informatie, zie het volgende hoofdstuk: "Overzicht van de menustructuur", pagina 343 Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 98
Aanduiding Titel van het dialoogvenster Toets voor het sluiten van het dialoogvenster Verticaal tabblad voor het openen van ondergeschikte structuren Horizontaal tabblad voor het openen van een pagina Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 99
Therapie-instellingen koppelen, zie pagina 215. Bereiken instellen Sommige instelbare parameters kunnen begrensd of onderling beperkt zijn, zodat bepaalde combinaties van therapie-instellingen niet mogelijk zijn, bijv. Ti 6,9 s bij RR 100 /min. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 100
De schermbeveiliging kan in de systeemconfiguratie worden geactiveerd of gedeactiveerd (zie "Verticaal tabblad "Algemeen"", pagina 204). Dräger adviseert om de schermbeveiliging geactiveerd te laten om mogelijke schade aan het scherm door permanente stilstaande beelden te voorkomen. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 101
206. De flowcurve toont spontane ademhaling en drukondersteuning in een lichtbruine kleur. In beademingsmodus Manueel / Spontaan wordt de flowcurve voor manuele beademing ook weergegeven in een lichtbruine kleur. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 102
● Tik nogmaals op de gewijzigde parameter. Hiermee wordt de selectie en de wijziging van de parameter gereset. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 103
● Draai het flowregelventiel rechtsom tot aan de eindstop. In de hierna volgende hoofdstukken van dit document wordt het volgende op vereenvoudigde wijze verduidelijkt: – "Open het flowregelventiel." – "Sluit het flowregelventiel." Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 104
1 tot 2 uur worden ingeschakeld. 3. Druk op de toets (1). Het apparaat start. De pagina Standby verschijnt. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 105
– Alarmgrenzen – Algemeen apparaatgedrag Met mechanisch geregelde gasmixers met flowbuizen is een eenmalige aanpassing voor de hoogte boven zeeniveau vereist. Voor meer informatie over de configuratie, zie pagina 203. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 106
Dräger raadt aan elke 24 uur een systeemtest uit te voeren. Anders kan niet worden gegarandeerd dat het apparaat goed werkt. Om ervoor te zorgen dat de bediening mogelijk blijft, moet de systeemtest uiterlijk 28 dagen na de laatste systeemtest worden uitgevoerd. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 107
(4) weergegeven. Manuele backupmodus verlaten Als het alarm en het dialoogvenster niet worden weergegeven, neem dan contact op met gespecialiseerd servicepersoneel. 3. Deactiveer de schakelaar voor backupmodus weer. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 108
6. Schakel het apparaat in. 7. Zodra de pagina Standby verschijnt, start u de therapie, zie pagina 143. 6.7.2 Mechanisch geregelde gasmixer met elektronische flowmeting 1. Stel het APL-ventiel in. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 109
6. Beadem de patiënt manueel. 7. Schakel het apparaat in. 8. Zodra de pagina Standby verschijnt, start u de therapie, zie pagina 143. 9. Zet de O -schakelaar (3) op Aux. O Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 110
72 uur. Het apparaat kan met beperkte functies worden gebruikt. Rood Er is een ernstige fout gedetecteerd of het laatste testresultaat is ouder dan 28 dagen. Bediening is niet mogelijk. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 111
– Sensoren en ventielen kalibreren – Het beademingssysteem spoelen met omgevings- lucht 1) Uitsluitend voor apparaten met geïntegreerde PGM. Deze test moet worden geactiveerd in de systeemconfiguratie (zie "Verticaal tabblad "Systeemtest"", pagina 220). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 112
De checklist kan in tabelvorm of als stap voor stap modus worden weergegeven. Bij de systeeminstelling kan worden aangegeven of tests altijd in de stap voor stap modus moeten starten, zie pagina 220. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 113
"Checklist in de stap voor stap modus", pagina 125. Systeemtest - checklist 3. Als de O -sensor ondanks een geldige kalibratie moet worden gekalibreerd, tikt u op de toets Kalibreren (3). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 114
De toetsen (7) worden gebruikt om te documenteren of de test is geslaagd. Toets Betekenis Test geslaagd Test mislukt De automatische test start nadat alle testen in de stap voor stap modus zijn voltooid. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 115
Als er een lek is, kan de lekkage-assistent (1) worden gebruikt als hulp voor het storingzoeken. 2. Tik op de toets Herhalen (2) en herhaal de test van het onderdeel. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 116
– Alle flowregelventielen van de gasmixer zijn gesloten. – De verdampers zijn gesloten. – Het beademingscircuit is correct aangesloten. – Het APL-ventiel is ingesteld op 30. Voer de test uit: 1. Tik op de toets Start. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 117
1. Om de inwendige slang te testen, sluit u het beademingscircuit als volgt aan: a. Sluit de slang (1) aan op de inspiratieaansluiting (2). b. Sluit de coaxiale testadapter (3) aan op de expiratieaansluiting (4). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 118
>150 tot <500 mL ≤150 mL Geringe lekkage. Controleer of het beademingscircuit geschikt is voor de betreffende patiëntcategorie. >500 mL ≤150 mL Gebruik het beademingscircuit niet. Er bestaat gevaar voor terugade- ming. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 119
– Als de druk blijft dalen, is er een lekkage. Besluit of u de test wilt beëindigen of daarmee wilt doorgaan. 6. Stel de verdamper in op de laagste afgifte-instelling. Draai daarvoor het stelwiel vanuit de 0 stand naar de eerste markering op de schaal. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 120
Vereisten: – De verdampers zijn gesloten. Het stelwiel staat in de 0 stand. – Het APL-ventiel is ingesteld op 30. – Alle flowregelventielen van de gasmixer zijn gesloten. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 121
5. Laat de toets O + los. 6. Wacht totdat de druk zich tussen 15 en 30 hPa heeft gestabiliseerd. Als de druk verder daalt, lekt de slang. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 122
Volledige lekkagetest Voorwaarde: de instelling Controleer O -dosering + beadcircuit (vereist sampleleiding) is gedeactiveerd in de systeemconfiguratie (zie "Verticaal tabblad "Systeemtest"", pagina 220). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 123
2. Tik op de toets Tests..3. Tik op de toets Lekkagetest. De vastgestelde lekkagewaarde wordt weergegeven als Lekkage (mach. bead.). Noteer de waarde als de lekkage van de inspiratieslang. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 124
≤150 mL >150 tot <500 mL Houd rekening met de lekkage bij het instellen van de parameters voor versgas en beademing. ≤150 mL >500 mL Gebruik het beademingscircuit niet. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 125
De instructies op het scherm hebben voorrang. Voorwaarden 1. Sluit de slangen (1) aan. 2. Sluit het Y-stuk (2) af. 3. Stel het APL-ventiel in op 30. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 126
4. Sluit het flowregelventiel. 5. Zet de O -schakelaar op Aux. O 7.5.1 Verdampers Controleer bij elke verdamper of: 1. De grendel naar links wijst, wat aangeeft dat de verdamper vergrendeld is. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 127
Tests 2. De vulopening is gesloten. 3. Het stelwiel in de stand 0 staat en de toets vergrendeld is. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 128
Deze apparaten zijn herkenbaar aan het label bij de gasingangen. 7.5.2.2 De O -dosering voor noodgevallen controleren (bij elektronisch geregelde gasmixer) Voorwaarde: Y-stuk is afgesloten. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 129
-flowmeter geeft een flow aan, de beademingsgaszak wordt gevuld en het binnenstromen van gas is hoorbaar. 3. Sluit het flowregelventiel (3). 4. Zet de O -schakelaar (4) weer in de stand Aux. O Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 130
2. Verlengbare slangen (3) zijn verlengd tot de lengte die zal worden gebruikt. Wijzig de lengte van de slangen niet na afloop van de test. 3. Verwijder water uit de slangen (4). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 131
5. Trek het Y-stuk eraf en steek het er weer op. De druk daalt. 7.5.4 Ventielen 7.5.4.1 De O -flush controleren 1. Houd de toets O + ingedrukt totdat de druk 15 hPa (cmH O) overschrijdt. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 132
● Tik op de toets en wacht op 2 verschillende akoestische signalen. Als de akoestische signalen niet worden afgegeven, neemt u contact op met het servicepersoneel. 7.5.5.2 Bronchiale afzuiging ● Controleer of de bronchiale afzuiging goed werkt. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 133
Als de zuigflowindicator (1) binnen het bereik (3) ("beperkte bereik") drijft, mogen bepaalde versgasflows niet worden overschreden, zie "Anesthesiegas- opvangsysteem" in hoofdstuk "Technische gegevens". Verontreiniging van de omgevingslucht kan worden voorkomen door de versgasflow te beperken. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 134
7.5.6 Accessoires 7.5.6.1 Ademkalk ● Controleer of de ademkalk wellicht moet worden vervangen. Vervang de ademkalk als deze is verkleurd of als de maximale gebruiksduur bereikt is, zie pagina 93. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 135
7.5.6.2 Gassampleleidingpoort Voorwaarde: het apparaat is uitgerust met "Geïntegreerde O -bewaking". ● Sluit de poort voor de gassampleleiding op het Y-stuk af. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 136
Zonder Infinity ID-functie: – Vochtvangers worden niet gedetecteerd. ● Werk de vervangdatum handmatig bij: tip de toets Reset aan nadat een nieuwe vochtvanger is geïnstalleerd. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 137
-sensor zoals weergegeven (1). 4. Verwijder de afsluitdop (2) van de houder (3). Dicht de sensorpoort af met de afsluitdop. 5. Volg de instructies op het scherm. Het apparaat voert de kalibratie uit. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 138
Met een verstreken O -sensorcel kan maximaal een geel testresultaat (gebruiksklaar met beperkingen) worden bereikt. Vervang de sensorcel wanneer de O -sensor niet meer kan worden gekalibreerd, zie pagina 69. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 139
Als gevolg daarvan kan de patiënt in gevaar worden gebracht. ► Gebruik geen low-flow anesthesie bij patiënten met ketoacidose of patiënten onder invloed van alcohol. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 140
► Therapeutische beslissingen mogen alleen door de gebruiker worden genomen. Zie voor aanvullende informatie: "Vereisten m.b.t. de gebruikersgroep", pagina 11. ► Gebruik de virtuele flowbuizen van de elektronisch geregelde gasmixer niet alleen bij het nemen van therapeutische beslissingen. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 141
► Gebruik gegevens die op andere apparaten worden weergegeven niet voor de patiëntbewaking of apparaatbewaking. ► Gebruik op zichzelf staande gegevens die op andere apparaten worden weergegeven niet voor diagnostische of therapeutische beslissingen. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 142
Het netvlies kan beschadigd raken als u rechtstreeks in de LED-lampen van de werkpleklamp kijkt. Gebruiker en patiënt zouden in gevaar kunnen worden gebracht. ► Kijk niet rechtstreeks in de LED's. ► Zorg dat de patiënt niet door de LED's verblind wordt. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 143
De therapie kan worden gestart door een snelle start in de modus Manueel / Spontaan of met een normale start met aangepaste instellingen. Voorwaarde: Het apparaat staat in de modus Standby. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 144
3. Druk op de draaiknop. De therapie start. 4. Pas de patiëntgegevens zo snel mogelijk aan. 8.2.1 Patiëntgegevens laden Start Patiënt selecteren en gegevens controleren Selecteer de modus Er zijn twee mogelijkheden om patiëntgegevens te laden: Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 145
► Controleer de therapie-instellingen, de startinstellingen voor alarmen en de alarminstellingen tijdens wisseling van beademingsmodus. ► Schakel alarmen alleen uit als de veiligheid van de patiënt daardoor niet in gevaar wordt gebracht. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 146
Zie voor aanvullende informatie: "Beschrijving van de beademingsmodi", pagina 315. 1) Pauze moet worden geactiveerd in de systeeminstelling. 2) Uitsluitend voor apparaten met geïntegreerde PGM. Pauze moet worden gedeactiveerd in de systeeminstelling. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 147
Mechanisch geregelde gasmixer met flowbuizen: ● Open en stel de flowregelventielen in voor de vereiste gassen. 3. Stel de beademingsinstellingen (2) in. 4. Druk op de draaiknop. De therapie start en een signaal klinkt. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 148
8.3.1.1 Manuele beademing ● Stel ook het APL-ventiel in op de gewenste maximale luchtwegdruk. De patiënt kan met de beademingsgaszak worden beademd. De druk wordt beperkt tot de ingestelde waarde. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 149
– Bij mechanische beademing kan het permanent ingedrukt houden van de -flush ervoor zorgen dat het PEEP-niveau ligt stijgt. Deze stijging heeft echter geen invloed op de piekdruk. 8.3.3 De verdamper gebruiken ● Bedien de verdamper volgens de gebruiksaanwijzing. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 150
Raadpleeg de tabel op pagina 215 voor meer informatie. – Sev: de flowmeetwaarden worden gecorrigeerd voor Sevofluraan met behulp van een gemiddelde waarde. Raadpleeg de tabel op pagina 215 voor meer informatie. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 151
2. Pas de beademingsmodus aan met de therapie-instellingen (3) of de toetsen (2). 3. Activeer de beademingsmodus door de draaiknop in te drukken. Een signaal wordt afgegeven als de modus wordt gewijzigd. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 152
1. Schakel de synchronisatie in of uit met de toetsen SIMV (1) of CMV (2). 2. Toon, indien nodig, de uitgebreide therapiebalk met een van de Meer- toetsen ((3) of (4)). Pas dan de aanvullende parameters (Trigger, ∆Psupp, etc.) aan. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 153
– Controleer regelmatig het vulniveau van de vochtvangers op de patiëntengas- meetmodule. – Laat het beademingssysteem en de pistonventilator drogen na low-flow anesthesie en minimal-flow anesthesie gedurende meerdere uren, bijvoorbeeld door te spoelen met Air uit de centrale toevoer. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 154
2. Stel de versgas-dosering in. Controleer de verdamperinstelling. 1) Pauze moet worden geactiveerd in de systeeminstelling. 2) Uitsluitend voor apparaten met geïntegreerde PGM. Pauze moet worden gedeactiveerd in de systeeminstelling. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 155
– Overschakelen van een beademingsmodus met lage ademondersteuning naar een beademingsmodus met gemiddelde of hoge ademondersteuning – Overschakelen naar de Standby-modus Zie voor aanvullende informatie: "Mate van beademingsondersteuning", pagina 316. Deactivering van de HLM-modus activeert de apnoebewaking. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 156
Met de detectie van beademingsfases wordt apnoebewaking automatisch geactiveerd. 8.4.3.1 Bewaking activeren Voorwaarde: het apparaat staat in de Standby- of Manueel / Spontaan-modus. ● Start de bedrijfsstand Monitoring (1). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 157
Om besmetting van de omgevingslucht met anesthesiegassen via een open Y-stuk te verminderen, kan deze modus bijvoorbeeld worden gebruikt voor regionale anesthesie of korte onderbrekingen van de therapie zoals loskoppeling of intubatie. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 158
Het bericht Recruteren overwegen wordt weergegeven in de curven voor flow en druk. Het gebruik van longrecruitment-manoevres is enkel de verantwoordelijkheid van de gebruiker. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 159
Het apparaat biedt functies waarbij een ademhaling kan worden geïnitieerd of verlengd, of expiratie kan worden verlengd. Dit kan handig zijn in situaties waarin de longen van de patiënt niet mogen bewegen, bijv. tijdens het gebruik van beeldvormingstechnieken. Procedures Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 160
De expiratie wordt automatisch beëindigd: – na maximaal 40 seconden in de patiëntcategorie Volwas. – na maximaal 30 seconden in de patiëntcategorie Ped – na maximaal 5 seconden in de patiëntcategorie Neo Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 161
Voor parameters zoals RR en Ti, worden de waarden van de vorige beademingsmodus gebruikt. Als er geen waarde beschikbaar is voor de parameter Ramp, wordt een waarde van 0,2 seconden gebruikt. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 162
Pinsp max-waarde en de expiratiedruk wordt verhoogd naar de maximale PEEP max-waarde. Beide soorten druk worden op het hoogste drukniveau gehouden gedurende een bepaald aantal ademhalingen Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 163
Voorbeeld: Gestopt continu hoog Pressure + 3 PEEP max = 20 hPa Pinsp max = 40 hPa Ingestelde alarmgrens = 30 hPa Inspiratiedruk Uitgeschakeld Uitgeschakeld Uitgeschakeld niet bereikt Volume-alarmen: Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 164
De MAC-waarden zijn afhankelijk van de leeftijd van de patiënt. De waarden in de tabel zijn van toepassing op een patiëntleeftijd van 40 jaar. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 165
► Baseer therapiebeslissingen niet alleen op het xMAC-display, maar houd ook altijd rekening met de informatie in de bijsluiters van de anesthetica. ● Gebruik het MAC-display als een richtlijn voor anesthesiegas-dosering. 1) 40 jaar 2) 32 jaar Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 166
Vul de beademingsgas- zak, indien nodig, bij, bijv. met de O flush. Een onvoldoende gevulde beademingsgaszak kan bijvoorbeeld de alarmen Versgas laag of lekkage of Omgevingsluchtinlaat open genereren. 8.6.3 Stopwatch Stopwatch Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 167
Aan het eind van de inspiratie wordt het afgegeven teugvolume weergegeven als een staaf (1). Aan het eind van de expiratie wordt het verschil tussen het inspiratoire en expiratoire teugvolume (6) weergegeven. Het expiratoire teugvolume wordt weergegeven naast het staafdiagram (3). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 168
● Controleer de vulling van de beade- mingsgaszak. Vul de beademingsgas- zak, indien nodig, bij, bijv. met de O flush. Een onvoldoende versgasflow kan bijvoorbeeld de alarmen Versgas laag of lekkage of Omgevingsluchtinlaat open activeren. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 169
Voorwaarde: het apparaat heeft de softwareoptie "geavanceerde gasbewaking” of "loops en trends". Cdyn PEEP Het parameterveld Compliantie-trend toont de huidige meetwaarden voor de dynamische patiëntcompliantie (Cdyn en PEEP) alsmede de trend van de gemiddelde dynamische patiëntcompliantie (Cdyn mean). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 170
Naast de standaardweergave worden een extra curve of 4 aanvullende parametervelden (4), (5), (6) en (7) weergegeven. 8.7.2 De weergave wijzigen De weergave kan als volgt worden gewijzigd: – Weergaven... toets 1 2 3 – Weerg. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 171
Het scherm toont de eerste weergave 8.7.3 De actuele weergave aanpassen Curven en parametervelden kunnen als volgt worden aangepast: 1. Tik op de curve of het parameterveld. Het dialoogvenster Snel instellen wordt geopend. Snel instellen Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 172
1. Open het dialoogvenster Weergaven. 2. Tik op de toets Loops. De volgende informatie wordt weergegeven: – De huidige loop (1) en 5 vorige loops – De parameters (2) Cdyn, R, en TC Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 173
Voor gebied (3) worden deze toetsen weergegeven in het dialoogvenster Snel instellen. 8.7.5 Mini-trends weergeven Voorwaarde: het apparaat heeft de softwareoptie "geavanceerde trends” of "loops en trends". Mini-trends (2) kunnen worden weergegeven voor de curven (1). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 174
De curvesnelheid en de schaal aanpassen 1. Open het dialoogvenster Systeemconfiguratie. 2. Tik op het tabblad Scherm > Curven (1). Systeemconfiguratie De curvesnelheid instellen: ● Tik op de toets (2) en stel de curvesnelheid in. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 175
Tijdens het gebruik zijn overzichten op tabbladen beschikbaar voor diverse meetwaarden. 1. Open het dialoogvenster Trends/Data. 2. Tik op het tabblad Meetwaarden (1). De verticale tabbladen (2) bevatten diverse parametercombinaties. Trends/Data Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 176
Trends bevatten verschillende meetwaarden voor het huidige geval en worden weergegeven als tabellen of grafieken. 1. Open het dialoogvenster Trends/Data. 2. Tik op het tabblad Grafische trends (1) of het tabblad Tabellar. trends (2). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 177
1. Open het dialoogvenster Systeemconfiguratie. 2. Tik op het tabblad Licenties/Opties. 8.8.5 Een overzicht van accessoires en verbruiksartikelen weergeven 1. Open het dialoogvenster Systeemconfiguratie. 2. Tik op het tabblad Systeem status. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 178
► Stel het alarmvolume altijd voldoende hoog in. 2. Tik op het tabblad Systeem > Geluid (1). Systeemconfiguratie 3. Voor Alarmvolume stelt u de gewenste waarde (2) in. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 179
In het dialoogvenster Alarmen kunnen de alarmgrenzen handmatig of automatisch worden ingesteld. 1. Open het dialoogvenster Alarmen. 2. Open het tabblad Grenzen (1). Alarmen 3. Stel de bovenste alarmgrens (2) in. 4. Stel de onderste alarmgrens (3) in. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 180
Uit: Alarmen zijn gedeactiveerd. ● Gebruik de toets CO -alarmen uit op de hoofdmenubalk om de alarmen te deactiveren of te activeren. Deze toets is alleen zichtbaar in de volgende beademingsmodi: Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 181
ALARM RESET, wordt de prioriteit verhoogd naar gemiddelde prioriteit. 1) Pauze moet worden geactiveerd in de systeeminstelling. 2) Uitsluitend voor apparaten met geïntegreerde PGM. Pauze moet worden gedeactiveerd in de systeeminstelling. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 182
210. 8.12 Gegevens exporteren 8.12.1 Algemene informatie Met dit apparaat kunnen scherminhoud, trends en gegevens op een USB- massaopslagapparaat worden geëxporteerd. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 183
– Alarmlogboek – Trends 1. Open het dialoogvenster Trends/Data. 2. Tik op het tabblad Export (1). Trends/Data 3. Tik op de betreffende toets (2). De gegevens worden opgeslagen als een ".txt"-bestand. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 184
, expiratoire concentratie van het primaire anesthesiegas en etN O in het logboek worden ingevoerd: – Instelbaar interval – Alarmen met hoge of gemiddelde prioriteit 1. Open het dialoogvenster Systeemconfiguratie. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 185
-absorber en daardoor verhoging van de ademgastemperatuur – Vorming van koolmonoxide – Absorptie en/of afbraak van het inhalatie-anestheticum ► Bij mechanisch geregelde gasmixers: Laat de flowregelventielen niet onnodig lang open staan. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 186
Elektronisch geregelde gasmixer: Voorwaarde: de O -schakelaar staat horizontaal in de Aux. O stand (3). Mechanisch geregelde gasmixer met elektronische flowmeting: Voorwaarde: het apparaat is uitgerust met de hardwareoptie "geïntegreerde O flowmeter". Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 187
► Sluit de patiënt altijd zo aan dat een teveel aan gas kan ontsnappen (bijv. via een overdrukventiel). 2. Sluit de patiënt aan met behulp van een masker of neuscanule. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 188
► Volg de infectiepreventieregels en de voorschriften voor het klaarmaken voor hergebruik van de zorginstelling. 2. Controleer de vochtvanger van de patiëntengas-meetmodule (PGM) op lekkage. Leeg of, indien nodig, vervang de vochtvanger. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 189
1. Druk op de toets 2. Tik op de toets Auto On voorbereiding. 3. Bereid het apparaat voor volgens de instructies op het scherm. Voor details over de teststappen, zie pagina 125. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 190
► Stel het alarmvolume luid genoeg in zodat de alarmsignalen gehoord kunnen worden in de omgeving waar het apparaat staat opgesteld. ► De gebruiker dient zich op hoorafstand van de alarmsignalen te bevinden. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 191
Parameters die een alarm activeren In geval van een alarm wordt de betreffende apparaatmelding weergegeven in het veld met alarmmeldingen. Bij bepaalde alarmen zal het parameterveld knipperen van de parameter die het alarm activeert. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 192
Laag Cyaan Let op of actie vereist 10.3 Reactie op alarmen 10.3.1 Informatie over alarmen weergeven 1. Informatie over de alarmen kan optioneel als volgt worden weergegeven: Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 193
Tijdens de audiopauzeonderdrukking worden alleen nieuwe alarmen met een hogere alarmprioriteit of een hoger interne prioriteitsnummer vergeleken met het onderdrukte alarm akoestisch geactiveerd. Zie voor aanvullende informatie: "Alarm – Oorzaak – Oplossing", pagina 246. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 194
Huidige alarmen (2) op de toets Reset alles (3) en bevestig. Alle in het veld met alarmmeldingen Alle alarmen worden gedevalueerd of weergegeven alarmen worden gedeva- gereset. lueerd of gereset. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 195
Hiervoor moeten de alarmgrenzen, zie pagina 179, worden ingesteld of de alarmgrenzen moeten in het dialoogvenster Snel instellen worden gewijzigd. 1. Tik op het parameterveld (1). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 196
Voor sommige modi kan worden geconfigureerd of de instellingen al of niet worden overgenomen. Neem de informatie in de volgende paragraaf in acht: "Verticaal tabblad "Config. 2"", pagina 209 De instellingen kunnen echter altijd tijdens het gebruik worden aangepast. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 197
– Niet eerder dan 45 seconden na een van de volgende manoeuvres: inspiratie hold, expiratie hold of éénstaps-recruitment 10.4.2 Het alarm Apnoe (geen CO ) resetten Voorwaarde: het apparaat is uitgerust met de "Geïntegreerde patiëntengas- meetmodule". Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 198
Insp. MAC ≥3 langer dan 30 seconden: hoog gedurende meer dan insp. MAC ≥3 180 seconden exp. MAC ≥2,5 insp. MAC ≥5 xMAC laag 0 tot 60 seconden >60 s Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 199
(voor RR ≥6) (voor RR ≥6) Uiterlijk na 35 seconden 30 seconden later (voor RR <6 of in Manu- (voor RR <6 of in Manu- eel / Spontaan-modus) eel / Spontaan-modus) Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 200
Wachten op beademingsfases weergegeven in de CO -curve. Zodra 2 ademhalingen zijn gedetecteerd, verdwijnt de melding en pas dan zijn de -, CO -, N O- en anesthesiegasalarmen actief. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 201
Na een opgegeven interval moet een nieuw wachtwoord worden toegewezen. Dit interval kan in het servicemenu worden geconfigureerd. Als het wachtwoord moet worden gereset, neemt u contact op met het servicepersoneel. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 202
Het apparaat kan de tijd overnemen van een netwerk of van een apparaat dat is aangesloten via MEDIBUS. De tijdsynchronisatie vindt kort na het inschakelen plaats en daarna met regelmatige tussenpozen. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 203
– Mislukte inlogpogingen kunnen duiden op een poging om onbevoegd toegang te krijgen tot beveiligde apparaatinstellingen. – Als onbevoegde toegang wordt vermoed, informeert u de verantwoordelijke partij (bijvoorbeeld de IT-vertegenwoordiger van de zorginstelling of de eigenaar van het apparaat). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 204
"Dagkleuren en nachtkleuren", pagina 102 Schermhelder- 10 tot 100 Stelt de schermhelderheid in. heid Schermbeveili- Aan, Uit Activeert de schermbeveiliging. Zie ging voor aanvullende informatie: "Scherm- beveiliging", pagina 100. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 205
Specificeert de schaal voor de O -flow- 0 tot 100; 15 tot 35; 25 tot 45; 35 tot 55; curve. 45 tot 65; 55 tot 75; 65 tot 85; 75 tot 95; 85 tot 105 Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 206
1 tot 75; [mmHg] etCO Uit; Uit; Uit; [%]; [kPa] 0,0 tot 9,7; 0,0 tot 9,7; 0,0 tot 9,7; Uit; Uit; Uit; [mmHg] 0 tot 74 0 tot 74 0 tot 74 Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 207
Verticaal tabblad "Geluid" Instelbereik Koptekst/ Beschrijving parameter Alarmvolume 10 tot 100 Stelt het alarmvulume in. Minimum alarm- 10 tot 100 Stelt het minimale volume in waarbij volume een alarmtoon klinkt. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 208
Snel instellen bij een alarm. alarm optreedt "Tweede A-gas Aan; Uit Geeft een alarm af wanneer een anes- herkend" alarm thesiegasmengsel wordt gedetecteerd. "xMAC laag" Aan; Uit Activeert het alarm xMAC laag. alarm Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 209
Het alarmgedrag aan het begin van de inCO hoog Ja; Nee therapie wordt bepaald door de configu- inA-gas laag Ja; Nee ratie in het verticale tabblad Grenzen. De alarmgrens in hart-longmachine modus (HLM) deactive- ren? Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 210
Specificeert het teugvolume en de [Patiënt categorie] ademfrequentie op basis van de pati- ëntcategorie. 5 tot 1500 5 tot 1500 5 tot 1500 [mL] 3 tot 100 3 tot 100 3 tot 100 [/min] Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 211
[cmH Pinsp 7 tot 80 7 tot 80 7 tot 80 [mbar]; [hPa]; [cmH ∆Psupp Uit; Uit; Uit; [mbar]; [hPa]; 3 tot 80 3 tot 80 3 tot 80 [cmH Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 212
Eénstapsrecruit- ment- of Meerstapsrecruitment- manoeuvre. Lay-out Weergegeven Cdyn; VT Bepaalt welke extra parameter wordt parameter weergegeven in de dialogen Eénstaps- recruitment en Meerstapsrecruitment. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 213
1 tot 10 1 tot 10 1 tot 10 Voor PEEP ≤15: Specificeert de druk per stap bij PEEP waarmee PEEP en Pinsp in stappen ≤ 15 worden verlaagd. [mbar]; [hPa]; [cmH Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 214
Specificeert welke toets wordt voorge- tie voor "start" Nieuw volw.; Nieuw ped.; Nieuw neo. selecteerd bij de eerste keer dat het dialoog dialoogvenster Start wordt geopend en na wijzigingen van de systeeminstel- ling. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 215
Zo blijft de verhouding I:E constant. Dit geldt voor de volgende beade- mingsmodi: – PC - CMV – VC - CMV – VC - CMV / AutoFlow Voorwaarde: Inspiratietijd-instelling is ingesteld op Ti. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 216
Selecteert de waarde volgens de typi- sche instelling op het stelwiel van de verdamper. (De verdamper voert elke correctie uit die voor de hoogte noodza- kelijk is.) Ander Deactiveert de correctie. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 217
Instelbereik Koptekst/ Beschrijving parameter Licenties voor software-opties – Overzicht van beschikbare en actieve softwareopties. – Softwareopties activeren. Neem de informatie in de volgende paragraaf in acht: "Softwareopties activeren", pagina 226 Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 218
"Algemeen". Automatisch Aan; Uit Activeert of deactiveert de automati- omschakelen sche omschakeling naar zomer-/winter- naar zomer-win- tijd. tertijd Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 219
(Alleen van toepassing voor de elektro- nisch geregelde gasmixer en de mecha- nisch geregelde gasmixer met elektronische flowmeting.) Luchtwegdruk mbar; hPa; cmH Toevoerdruk bar; kPa×100; psi; MPa %; kPa; mmHg Volatiele anesthe- %; kPa tica Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 220
Als Uit is geconfigureerd, wordt de O toevoer niet gecontroleerd. Om de juiste aansluiting van het beademings- circuit te controleren, moeten extra handmatige teststappen in de checklist worden voltooid. Gastoevoer testen Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 221
Stelt het alarmvulume in. Minimum alarm- 10 tot 100 Stelt het minimale volume in waarbij volume een alarmtoon klinkt. 11.5.6.7 Verticaal tabblad "Interfaces" Instelbereik Koptekst/ Beschrijving parameter Configuratie van het netwerk Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 222
– Genereert een melding wanneer de Flowsensors Aan; Uit maximale gebruiksduur overschre- -absorber Aan; Uit den is – Genereert een melding wanneer Infinity ID-beademingsslangen vekeerd zijn aangesloten Uit: – Meldingen worden onderdrukt. Vervangingsintervallen [dagen] Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 223
Voorwaarde: het apparaat heeft de softwareoptie "geavanceerde gasbewaking". De gasverbruikwaarden kunnen worden gereset in Standby > Systeemconfiguratie > Systeem status > Verbruik. ● Tik op de toets Reset data en bevestig. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 224
De configuratie kan alleen volledig worden overgedragen als de hardware- en softwarekenmerken op beide apparaten identiek zijn. Als deze kenmerken (bijv. gasmixer, gasmeting) afwijken of als configuratiegegevens ontbreken, worden bepaalde instellingen naar de fabrieksinstellingen gereset of uitgeschakeld. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 225
3. Start het apparaat opnieuw. 4. Controleer of de apparaatconfiguratie juist is. 11.6.2 De configuratie exporteren ● Om de configuratie te exporteren, tikt u op de toets Export (3) en bevestig. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 226
De activeringscodes kunnen vanaf een USB-massaopslagapparaat worden geladen of handmatig worden ingevoerd. ● Open de pagina Systeemconfiguratie > Licenties/Opties > Licenties/Opties (1). Systeemconfiguratie 1) Uitsluitend voor apparaten met geïntegreerde PGM Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 227
Alle beschikbare curven en parametervelden staan hieronder vermeld. De werkelijk beschikbare curven en parametervelden zijn afhankelijk van het hoofdapparaat en de uitrusting van het apparaat. 11.8.1 Curven en bijbehorende parametervelden etCO in/et in/et, RR Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 231
Configuratie Flowbuizen (elektronisch geregelde gasmixer met econometer) Overschot Efficiënt Tekort Econometer Flowbuizen (mechanisch geregelde gasmixer met elektronische flowmeting) Als het parameterveld PV-loop wordt weergegeven, zullen de flowbuizen verkleind worden weergegeven: Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 232
De verdamper is verkeerd gemonteerd. De O-ring ontbreekt of is beschadigd. Het stelwiel staat niet in de stand 0. 1) Alleen van toepassing voor apparaten met verwijderbare pneumatische aansluit-mondstuk- ken. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 233
O -dosering voor noodgevallen (met elektronisch geregelde gasmixer) of de flowregelventielen (met mechanisch geregelde gasmixer) en de verdampers. De volgende componenten en functies zijn niet beschikbaar: Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 234
O wordt alleen afgegeven als N O overeenkomstig is geconfigureerd. Bij apparaten die zijn uitgerust met gasmixers met flowbuizen wordt uitval van de centrale toevoer aangegeven door de manometers voor de gastoevoer op de gasmixer. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 235
4. Vervang de gascilinder door een volle cilinder. 5. Sluit het drukreduceerventiel aan op de nieuwe volle gascilinder, zie pagina 76. 6. Open de afsluiter van de volle gascilinder langzaam. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 236
Bij een storing van de versgas-dosering kan de O -dosering voor noodgevallen worden gebruikt om zuurstof en anestheticum toe te voeren. De actuele beademingsmodus en de versgas-tekortdetectie blijven actief. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 237
12.5 Storing van de pistonventilator Bij een storing van de ventilator blijven alleen manuele beademing of spontane ademhaling mogelijk. Er kunnen geen andere beademingsmodi worden geselecteerd. De versgas-dosering blijft gebruiksklaar. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 238
30 minuten is vereist nadat een nieuwe O -sensorcel is aange- bracht. Pas daarna zijn de O meting en kalibratie weer mogelijk. De O -sensorcel is defect of verstrijkt Vervang de O -sensorcel. binnenkort. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 239
2. Verwijder, aan de onderkant, de vochtvanger (2) en de RFID-antenne, indien aanwezig. Daarvoor moeten de zijkanten (3) van de RFID-antenne voorzichtig worden ingedrukt. Trek de RFID-antenne er omlaag af en leg deze op het apparaat. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 240
12.8.1 De flowsensoren vervangen 12.8.1.1 Het beademingssysteem verwijderen Om te voorkomen dat ademkalk per ongeluk in het beademingssysteem dringt, moet u ervoor zorgen dat de herbruikbare CO -absorber is verwijderd. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 241
Als de beademingssysteem-verwarmer is ingeschakeld, kunnen de onderkant van het beademingssysteem en de verwarmingsplaat eronder heel heet worden. ► Laat het beademingssysteem afkoelen voordat u het verwijdert. 2. Verwijder het beademingssysteem (2) verticaal uit de beademingssysteemhouder. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 242
1. Plaats de expiratieflowsensor (1). 2. Duw de expiratieaansluiting (2) erin. Draai de gekartelde moer vast. 3. Plaats de inspiratiesensor (3). 4. Duw de inspiratieaansluiting (4) erin. Draai de gekartelde moer vast. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 243
1. Activeer de schakelaar voor backupmodus, zie pagina 50. 2. Gebruik de O -dosering voor noodgevallen, zie pagina 49. 3. Controleer de verdamperinstelling. 4. Beadem de patiënt manueel. 5. Zorg voor adequate vervangende bewaking. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 244
Als vervuiling zichtbaar is in de transparante behui- zing van het AGS of op de flowindicator, laat u het AGS vervangen door gespecialiseerd service- personeel. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 245
Laat het onderdeel uitgang van het drukredu- door servicepersoneel ceerventiel. repareren. Lekkage in de behuizing Het membraan is defect. Laat het onderdeel door servicepersoneel repare- ren. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 246
Weergavevolgorde op scherm etCO laag Minuutvolume laag -cilinder bijna leeg Als de alarmprioriteit en het interne prioriteitsnummer van meerdere alarmmeldingen hetzelfde zijn, wordt de nieuwere alarmmelding boven de oudere alarmmelding weergegeven. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 247
Sommige alarmen worden diverse keren vermeld omdat de prioriteit ervan onder bepaalde omstandigheden kan wijzigen, zie pagina 198. De volgende lijst is een volledige lijst van alle beschikbare alarmen. Sommige alarmen zijn afhankelijk van specifieke apparaatapparatuur. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 248
Er is een interne storing. Gebruik een ander gas- meetsysteem. Bel Dräger indien dit pro- bleem zich blijft voordoen. Gebruik "ALARM RESET" om de alarmprioriteit te verla- gen. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 249
!!! 110 Air-uitval Air is niet beschikbaar. Gas- Controleer centrale Air-toe- mixer gebruikt 100 % O voer of gebruik cilinder. vervanging. Gebruik "ALARM RESET" om de alarmprioriteit te verla- gen. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 250
Versgasflow is onvoldoende, Controleer versgasinstellin- beademingsgaszak is gen en positie van beade- geblokkeerd of onjuist mingsgaszak. geplaatst. De beademingsslangen zijn Controleer beademingscir- geblokkeerd of vertonen cuit en tube. lekkage. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 251
Audiopauze-toets klemt Toets klemt of is langer dan De therapie wordt voortgezet 10 seconden ingedrukt. met de actuele instellingen. Bel Dräger indien dit pro- bleem zich blijft voordoen. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 252
Voer een systeemtest uit wanneer de casus is afgeslo- ten. Controleer of het pistonmem- braan correct is geplaatst. Vervang het beademingssy- steem als het probleem zich blijft voordoen. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 253
Er is een interne storing. Gebruik een ander gas- meetsysteem. Bel Dräger indien dit pro- bleem zich blijft voordoen. Gebruik "ALARM RESET" om de alarmprioriteit te verla- gen. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 254
Externe versgasuitgang De externe versgasuitgang is Beadem de patiënt via het niet beschikbaar defect. interne beademingssysteem. Voer de systeemtest uit. Bel Dräger indien dit pro- bleem zich blijft voordoen. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 255
!! 30 Flowregelventiel staat Minstens één flowregelven- Sluit alle flowregelventielen. open tiel staat open. Gassampleleiding geblok- Gassampleleiding is geblok- Controleer gassamplelei- keerd keerd. ding, vochtvanger en filter aan patiënt-zijde. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 256
!!! 0 Gegevensverlies Een interne geheugenfout is Controleer actuele instellin- opgetreden. Gegevens voor gen en standaardinstellingen. de instellingen en systeem- Bel Dräger. configuratie zijn verloren gegaan. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 257
Gebruik "ALARM RESET" om het alarm te resetten. Infinity ID vochtvanger niet Een incompatibele acces- Controleer accessoire. compatibel soire is aangesloten. Gebruik "ALARM RESET" om het alarm te resetten. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 258
Controleer verdamper en hoog gasconcentratie heeft de versgasinstellingen. bovenste alarmgrens over- schreden. !! 255 Inspiratoire Halothaan De inspiratoire anesthesie- Controleer verdamper en hoog gasconcentratie heeft de versgasinstellingen. bovenste alarmgrens over- schreden. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 259
Controleer het beademings- systeem op grote lekkage. Ademkalk is uitgedroogd. Vervang de ademkalk. !! 50 Inspiratoire teugvolume De beademingsinstellingen Wijzig de beademingsmodus hoog zijn niet adequaat voor of verhoog het teugvolume. AutoFlow. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 260
Omgevingstemperatuur is te Controleer omgevingscondi- hoog. ties. Extreme beademingsinstel- Controleer beademingsinstel- lingen zijn toegepast (bijv. lingen. hoge ademfrequentie, hoge inspiratoire druk, korte Ramp). Een luchtventilator is defect. Bel Dräger. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 261
Licentie verlopen Een licentie is verlopen. Na Neem contact op met Dräger de volgende keer opstarten, om een permanente licentie zijn sommige functies niet te bestellen. meer beschikbaar. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 262
Manuele backupmodus De schakelaar voor backup- Start manuele beademing! actief modus is geactiveerd. Controleer verdamper en versgasinstellingen. Zet de schakelaar terug naar de normale positie om de manuele backupmodus te verlaten. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 263
Cilinder is leeg of gesloten. Vervang de cilinder. Gebruik de centrale toevoer. O-cilindersensor? Cilinderdruksensor is niet Controleer of cilinderdruk- aangesloten. sensor aangesloten is. Gebruik "ALARM RESET" om het alarm te resetten. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 264
-versgasflow is uitgeval- gas. len. Gebruik de totale flowbuis om de versgasflow te contro- leren. Pas de versgasflow zodanig aan dat deze gelijk of hoger is dan het minuutvo- lume. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 265
Voer een systeemtest uit en kalibreer de O -sensor. Gebruik "ALARM RESET" om de alarmprioriteit te verla- gen. De O -sensorkalibratie is Voer een systeemtest uit en ongeldig. kalibreer de O -sensor. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 266
Sluit de gassamplelei- sampleleiding gas uit het dingpoort af. beademingssysteem. Onderhoud is binnenkort Onderhoud is nodig binnen Bel Dräger. nodig de komende 30 dagen. Gebruik "ALARM RESET" om het alarm te resetten. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 267
De netspanning is niet Netspanning herstellen. beschikbaar. Het apparaat is overgeschakeld op de accu. Storing beademingssy- De beademingssysteem-ver- Controleer beademingscir- steem-verwarmer warmer is defect. cuit op condens. Verhoog versgasflow, indien nodig. Bel Dräger. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 268
Gebruik "ALARM RESET" om het alarm te resetten. Bel Dräger indien dit pro- bleem zich blijft voordoen. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 269
Controleer tube of masker. Gebruik "ALARM RESET" om de alarmprioriteit te verla- gen. Versgasflow hoog De totale versgasflow is Versgasflow verminderen. hoger dan 15 L/min. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 270
Volumebewa- "Hoogte boven zeeniveau" in sibel) king en volumedosering kun- de systeemconfiguratie. nen onnauwkeurig zijn. Voer de systeemtest uit. Bel Dräger indien dit pro- bleem zich blijft voordoen. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 271
-schakelaar op "Add. O " steem is uitgevallen en de "Add. O ". Zet de O -flowme- -schakelaar is nog steeds ter op de gewenste flow. ingesteld op "Aux. O ". Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 272
"LAN", pagina 309. Inspectie Alle maatregelen bedoeld voor het beoordelen van de actuele toestand van een product Onderhoud Periodieke gespecificeerde maatregelen bedoeld voor het handhaven van de functionele integriteit van een product Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 273
– Slangen en kabels – Trekontlasting voor persgasslangen en kabels – Steunarmen – Drukreduceerventielen en de sensorkabels – Zekeringen die van buiten af toegankelijk zijn, zijn in overeenstemming met de gespecificeerde waarden. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 274
AGS uit om schade en vervuiling te detecteren. 13.4 Onderhoud Het maximale bereik voor alle hoofdapparaten en opties staat hieronder vermeld. Let op de apparatuur die van toepassing is op het huidige apparaat. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 275
Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door gespecialiseerd servicepersoneel. Het is raadzaam alleen originele onderdelen van Dräger te gebruiken en de onderdelen alleen door DrägerService te laten vervangen. We adviseren een servicecontract af te sluiten met DrägerService. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 276
Voer vanwege mogelijke contaminatie andere producten voor eenmalig gebruik die in contact komen met patiëntengas af in overeenstemming met het infectiepreventiebeleid van de zorginstelling. Leef de bij het apparaat geleverde instructies voor het klaarmaken voor hergebruik Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 277
Tot maximaal 3500 m (11483 ft) Tijdens opslag en transport Temperatuur Apparaat zonder accu –20 tot 60 °C (–4 tot 140 °F) Accu –15 tot 40 °C (5 tot 104 °F) Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 278
(39 psi of 0,27 MPa) kan de maximale O -flow worden beperkt tot 10 L/min. Nauwkeurigheid ±10 % van de ingestelde waarde Resolutie van weergegeven waarde 1 L/min (onder 10 L/min) 5 L/min (boven 10 L/min) Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 279
Elektronische meting van de versgasflow Bereik 0,00 tot 15,00 L/min (O , Air en N Nauwkeurigheid ±10 % van de geleverde flow of ±0,12 L/min (de hoog- ste waarde is van toepassing) Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 280
0,5 L/min (van 1,0 tot 6,0 L/min) 2,0 L/min (van 6,0 tot 10,0 L/min) 15.7 Beademingsapparaat Ontwerp Elektronisch aangedreven beademingsapparaat, vers- gas ontkoppeld Tijdafhankelijke instellingen Ademfrequentie RR Instelbereik 3 tot 100 /min Waarde verhogen 1 /min Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 281
Aandeel van de plateautijd % Tplat in verhou- ding tot de inspiratietijd Ti voor verplichte beademingen in de modi VC - CMV, VC - SIMV en VC - SIMV / PS Instelbereik 0 tot 60 % Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 282
20 tot 150 mL ±50 % van de ingestelde waarde of ±4 mL (de hoogste waarde is van toepassing) in het bereik onder 20 mL Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 283
(Uit, 3 tot 78 hPa (cmH O) wanneer PEEP = Uit) Waarde verhogen 1 hPa (cmH Nauwkeurigheid ±10 % van de ingestelde waarde of ±3 hPa (cmH (de hoogste waarde is van toepassing) Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 284
1 hPa (cmH Nauwkeurigheid ±10 % van de ingestelde waarde of ±2 hPa (cmH (de hoogste waarde is van toepassing) Minimale druk bij patiëntaansluiting conform –3 hPa (cmH ISO 80601-2-13 Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 285
1200 mL ±50 mL malig gebruik Flexibele arm voor beademingsgaszak Volume 0,11 L ±50 mL Compliantie 0,11 ±0,05 mL/hPa (mL/cmH komt overeen met 3,3 ±1,5 mL bij 30 hPa (cmH Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 286
Aansluiting 22 mm (buitenste conus), 15 mm (binnenste conus), Dosering Zie "Versgas-dosering" Drukbegrenzing Geen drukbegrenzing 15.10 Anesthesiegas-opvangsysteem (AGS) Informatie Het apparaat is uitgerust met een actief of een passief anesthesiegas-opvangsysteem. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 287
Afvoerslang Maximumlengte 8 m (26 ft) Minimumdiameter 19 mm (0,75 in) Aansluiting voor samplegasafvoer bij gebruik van externe patiëntgasmeting Uitwendige slangdiameter 3 tot 6 mm Maximale ingangsflow 500 mL/min Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 288
20 tot 150 mL ±10 % van de meetwaarde of ±15 mL (de hoogste waarde is van toepassing) in het bereik boven 150 mL Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 289
<45 s (voor RR ≥6 /min) 10...90 <105 s (voor RR <6 /min) Toevoerdrukken Centraal gastoevoersysteem (elektronische meting) Bereik 0,0 tot 10,0 kPa x 100 [bar] 0 tot 145 psi 0.00 tot 1.00 MPa Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 290
30 hPa) Nauwkeurigheid ±25 % van de meetwaarde of ±50 mL/min (de hoogste waarde is van toepassing) Resolutie van weergegeven waarde 1 mL/min Compliantie van het beademingscircuit Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 291
0 tot 200 mL/hPa (mL/cmH Nauwkeurigheid ±15 % van de weergegeven waarde of ±1 mL/hPa (mL/cmH O) (de hoogste waarde is van toepassing) Resolutie van weergegeven waarde 0,1 mL/hPa (mL/cmH Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 292
±25 % van de weergegeven waarde of ±100 mL/min (de hoogste waarde is van toepassing) Resolutie van weergegeven waarde 1 mL/min -opname per minuut Standaardisering De volgende gegevens zijn gestandaardiseerd naar STPD-omstandigheden. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 293
Gemeten eindexpiratiewaarden worden berekend voor elke ademhaling uit de lokale maxima en minima van de real-time metingen tijdens expiratie. Standaardisering Alle gegevens zijn gestandaardiseerd naar ATPS- omstandigheden. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 294
0,0 tot 13,6 kPa 0 tot 102 mmHg Nauwkeurigheid ±(0,43 Vol% + 8 % van de meetwaarde) ±(0,43 kPa + 8 % van de meetwaarde) ±(3,3 mmHg + 8 % van de meetwaarde) Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 295
Als de anesthesiegas- concentratie daalt, wordt een laagste concentratie tot 0,05 Vol% gemeten, gebaseerd op het laatst gedetec- teerde anestheticum. Beneden deze concentratie wordt een waarde van 0 Vol% weergegeven. xMAC Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 296
2 tot max. 5 Vol% (kPa) Isofluraan, Enfluraan of Sevofluraan, of van meer dan 8 tot max. 15 Vol% (kPa) Desfluraan Resolutie van weergegeven waarde 1 Vol% Gassamplesnelheid sensor <40 ms Typische vertraging van de meetwaarde <15 s Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 297
Afgedicht, onderhoudsvrij Nominale capaciteit 7,2 Ah Nominale spanning 24 V Zekering F15A 80 V UL248-14, afschakelvermogen 1000 A, afmetingen 19,7 mm x 19 mm x 5 mm Stroom Maximum 15 A Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 298
Maximale toegestane flow 20 L/min Verdeelstuk voor centrale Air-toevoer Maximale toegestane flow 70 L/min Aandrijfgas Niet nodig Gastoevoeraansluiting Afhankelijk van configuratie: NIST, DISS (CGAV-5/B of CGAV-5/N), French standaard (NFS90-116) Gascilinders (afmetingen) Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 299
Compact versie met plug-in connector voor 1 verdamper (kan per accessoire-apparaat ver- schillen) Breedte 745 mm (29,3 in) Hoogte 1403 mm (55,2 in) Diepte 692 mm (27,2 in) Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 300
(5 m (16,4 ft)) en afvoer- slang (5 m (16,4 ft)) Toegestaan totaalgewicht 330 kg (727 lb) Touchscreen-kleurenscherm Schermdiagonaal Ca. 39 cm (15,3 in) Achtergrondverlichting Resolutie 1280 x 768 pixels RFID-systeem Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 301
1200, 2400, 4800, 9600, 19200, 38400 baud Databits Pariteit Even Stopbits Pintoewijzing Pin 1 Niet gebruikt Pin 2 Pin 3 Pinnen 4, 6 Pinnen 4 en 6 zijn intern verbonden Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 302
Algemene eisen, beproevingen en richtlijnen voor alarmsystemen in medische elektrische toestellen en in medische elektrische systemen ISO 80601-2-13 Deel 2-13: Medische elektrische toestellen Bijzondere eisen voor basisveiligheid en essentiële prestaties van een anesthesie-systeem Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 303
O)] zonder beademingsslangen Pinsp [hPa (cmH O)] met neonatale beademingsslang Pinsp [hPa (cmH O)] met pediatrische beademingsslang Pinsp [hPa (cmH O)] met volwassen beademingsslang Pinsp [hPa (cmH O)] zonder beademingsslangen Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 304
I:E = 1:1,5, PEEP = Uit Pediatrische patiënten 2:46 1:27 1:18 0:34 Testlong MP02400, beade- mingscircuit MP00331, VT = 100 mL, RR = 20 /min, I:E = 1:1,5, PEEP = Uit Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 305
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt in omgevingen zoals gespecificeerd in hoofdstuk "Gebruiksomgevingen" op pagina 10. Emissie Compliantie Uitgestraalde emissies Klasse A, groep 1 (30 MHz tot 1 GHz) Geleide emissies Klasse A, groep 1 (150 kHz tot 30 MHz) Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 306
Door Dräger goedgekeurde apparaatcombinaties voldoen aan de vereisten in de volgende normen: – IEC 60601-1, 3e editie (algemene eisen voor veiligheid, apparaatcombinaties en softwaregcontroleerde functies) Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 307
Dräger adviseert om te voldoen aan IEC 80001-1 (toepassing van risicomanagement voor IT-netwerken en medische hulpmiddelen) en het opstellen van de volgende documenten: – Beschrijving van het netwerk van de gezondheidsinstelling – Beschrijving van de netwerk-gebaseerde alarmsystemen Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 308
17 ServiceConnect Server Procedure in geval van een cyberaanval Als een cyberbeveiliging op het apparaat wordt vermoed, koppelt u de betrokken interfaces los van het apparaat en informeert u het IT-personeel. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 309
– De veilige scheiding of segmentering van het netwerk (fysiek of virtueel). – Sta alleen communicatie met andere netwerken toe via beveiligde gateways. – Gebruik een netwerk-firewall met de juiste instellingen (bijv. bekende en zo weinig mogelijk open poorten). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 310
De therapiefuncties zijn nog steeds gewaarborgd. Indien meer dan één medisch hulpmiddel in het IT-netwerk door hetzelfde probleem wordt getroffen, moet de gebruikersorganisatie rekening houden met het cumulatieve effect. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 311
Opmerking: Elk aangesloten apparaat moet worden voorzien van de volgende waarschuwing: Alarmsignalen worden eventueel niet altijd ontvangen Vereiste eigenschappen De RS-232-poort wordt gebruikt om een punt-naar-punt verbinding tot stand te brengen. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 312
– Apparaten die gebruik maken van draadloze technologie – Mobiele telefoons 15.26.5 RFID Functionaliteit Voor een draadloze communicatie met Infinity ID-accessoires kan dit medische apparaat worden uitgerust met een RFID-module (Radio Frequency Identification). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 313
De toegangspogingen kunnen alleen rechtstreeks op het apparaat worden gedaan. De personen die toegang proberen te krijgen tot deze functies moeten daarom potentiële gebruikers zijn. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 314
► Gebruik de juiste Infinity ID-accessoires om de aanvullende functies te gebruiken. ► Controleer de actuele toestand en gebruiksduur van de accessoires regelmatig. ► Controleer regelmatig of de slangen correct zijn aangesloten. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 315
Periode waarin een drukstijging van de PEEP of CPAP druk naar de inspiratiedruk of PSV-druk plaatsvindt. Deze tijd bepaalt de steilheid van de druktoename van het onderste naar het bovenste niveau. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 317
% Tplat PEEP VC - SIMV Pmax Trigger ∆Psupp = Uit % Tplat PEEP SIMV VC - SIMV / PS Pmax Trigger ∆Psupp >0 Insp einde PEEP Ramp % Tplat SIMV Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 318
CPAP / PSV Trigger Insp einde beademing ∆Psupp RRmin PEEP Ramp 1) Of de beademingsinstellingen zijn gebaseerd op de verhouding Ti of I:E kan worden bepaald in de systeeminstellin- gen. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 319
Als tijdens het inspiratoire triggervenster een spontane ademhaling van de patiënt wordt gedetecteerd, zal er een door de patiënt getriggerde beademing worden geïnitieerd. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 321
PEEP-niveau tijdens de expiratoire fase drukondersteund wordt met ∆Psupp, buiten het triggervenster. 16.2.5.6 VC - AF PEEP Pmax ∆Psupp Ramp Ramp 1/RR Flow Trigger Trigger Insp einde Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 322
Deze modus is vergelijkbaar met VC - SIMV / AutoFlow, behalve dat de spontane ademhaling van de patiënt op het PEEP-niveau tijdens de expiratoire fase drukondersteund wordt met ∆Psupp, buiten het triggervenster. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 323
Geheel spontane ademhaling op CPAP-niveau wordt bereikt door de instelling ∆Psupp tot Uit. In dat geval ontvangt de patiënt geen drukondersteunde beademingen meer en activeert RRmin geen verplichte beademingen meer. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 324
De gebruiker kan in een kijkvenster controleren of de piston beweegt. Tijdens inspiratie gebruikt de ventilator het teugvolume met de vereiste druk en met een gedefinieerde ademfrequentie. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 325
3. Start een beademingsmodus. Observeer de gemeten curven op het scherm. 4. Druk minimaal 5 seconden op de O -flush. Observeer het effect op het toegepaste teugvolume en de beademingsdruk. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 326
"Volwassenen" ook lager dan voor pediatrische patiënten of neonaten. Hierdoor kan de eerste automatische beademing zonder vertraging worden afgegeven bij het overschakelen naar een mechanische beademingsmodus. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 327
-curve bijvoorbeeld dalen aan het eind van de expiratie voordat de inspiratie wordt uitgevoerd, in tegenstelling tot het normale verloop van de curve. Bovendien kan cardiogene oscillatie optreden. 100 CO Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 328
– Toename van de HME-weerstand – Onderdruk in de longen van de patiënt – Toenemende air trapping (detecteerbaar in een flowcurve als een niet volledig voltooide expiratie vóór de start van de volgende inspiratie) Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 329
MV. Als het HME-filter verstopt of verontreinigd raakt, neemt de weerstand toe. Als gevolg hiervan wordt het toegediende en gemeten expiratoire teugvolume VT verminderd en wordt het alarm Minuutvolume laag geactiveerd. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 330
In Standby-modus en in bedrijfsstand zonder versgastoevoer via het beademingssysteem wordt de warmteafgifte verminderd. In de volgende situaties wordt de beademingssysteem-verwarmer automatisch uitgeschakeld: – In accubedrijf – In Standby-modus buiten de geconfigureerde OK-werkuren Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 331
Invloed van ideaal lichaamsgewicht en lichaamslengte Ideaal lichaamsgewicht beschrijft het deel van het lichaam dat relevant is voor het instellen van de beademingsparameters (lichaamsgewicht van de patiënt minus aangenomen overtollig vet). Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 332
Het vervangingsinterval voor de aangesloten Infinity ID-accessoires kan worden aangepast. Dit interval moet worden gespecificeerd in overeenstemming met infectiepreventievoorschriften of de vereisten in de gebruiksaanwijzing van het betreffende accessoire. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 333
16.9.2 Toonsignalen tijdens gebruik Signaal Begin van de therapie of verandering van beade- mingsmodus Time-out Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 334
Continuous Positive Airway Pressure, continue positieve adem- wegdruk Canadian Standards Agency dB(A) Geluidsdruk-niveau, A-gewogen Desfluraan DHCP Dynamic Host Configuration Protocol; communicatieprotocol om de netwerkconfiguratie aan clients toe te wijzen door een server Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 335
Man / Spon Manueel / Spon- Manuele beademing / spontaan ademen taan mbar Millibar MEDIBUS.X Communicatieprotocol voor medische hulpmiddelen met uni- forme gegevensdefinitie voor alle apparaten Minuut Milliliter mmHg Millimeter-kwikkolom Megapascal Minuutvolume Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 336
20 °C (68 °F), 1013 hPa, drooggas Tijdconstante Transmission Control Protocol Inspiratoire tijd Transport Layer Security (encryptieprotocol) User Datagram Protocol UMDNS Universal Medical Device Nomenclature System Nomenclatuur voor medische hulpmiddelen Universal Serial Bus Volt Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 337
Gevaar voor omvallen! Pak het apparaat niet boven deze aan- wijzing vast als u het duwt of eraan trekt. Groep Weergaven... Groep Trends/Data... Groep Alarmen... Groep Procedures... Groep Systeemconfiguratie... Groeps-Start.../Standby... Apparaat aan/Standby Toets: Start/Standby Hoofdschakelaar aan Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 338
Zuurstofcilinders uitsluitend aan deze kant van het apparaat Geen zuurstofcilinders aan deze kant van het apparaat Toets voor het in- en uitschakelen en het dimmen van de lichtin- tensiteit op de werkplek -toevoer voor noodgevallen (Add. O Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 339
Neem de informatie over elektromagnetische compatibiliteit in acht. Vergrendeld Ontgrendeld Inspiratie Labels op beademingssysteem en beademingssysteem-deksel Expiratie Labels op beademingssysteem en beademingssysteem-deksel Beademingsgaszak Plug-in systeem voor verdamper, "vaste" positie Auto Exclusion Plug-in aansluiting Onderdeelnummer Serienummer Partijnummer Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 340
De kleurcode komt overeen met de lokaal toepasselijke norm. Geeft O -gascilinders aan. De kleurcode komt overeen met de lokaal toepasselijke norm. Geeft Air-gascilinders aan. De kleurcode komt overeen met de lokaal toepasselijke norm. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 341
Gewicht: hoofdapparaat Gewicht: lading Plaats of bevestig geen gewichten. Activeer manuele backupmodus. Schakel over naar "Aanv. O ". Stel versgas op de O -flowmeter in. Stel versgasflow in. Stel versgasflow in. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 342
277). Zorg dat het stelwiel van de verdamper in de juiste stand staat. Laat het stelwiel niet in de stand "T" terwijl de verdamper op het medisch apparaat aangesloten ist. Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 343
3) Alleen in de modi: Manueel / Spontaan, Ext. VGU, Pauze, Monitoring 4) Alleen in de modi: PSV, PC, VC - CMV / AutoFlow, VC - CMV 5) Alleen in HLM-modus Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 344
Beademing geven. Gassen Apparaat Logboek Het logboek weergeven. Gegevens naar een USB-massaop- Export slagapparaat exporteren. 1) Alleen tijdens gebruik, niet in de modus Standby 2) Alleen in de modus Standby Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...
Pagina 345
Verticaal tab- Beschrijving menubalk blad blad Een casus beginnen of voortzetten. Start... De casus beëindigen. Standby... 1) Alleen in de modus Standby 2) Alleen tijdens gebruik, niet in de modus Standby Gebruiksaanwijzing Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n...