Bediening
8.13
Overige instellingen
8.13.1
De beademingssysteem-verwarmer in- of uitschakelen
De beademingssysteem-verwarmer kan in speciale situaties worden uitgeschakeld
(bijv. voor opzettelijke verlaging van de lichaamstemperatuur van de patiënt).
1. Open het dialoogvenster Systeemconfiguratie.
2. Tik op het tabblad Therapie (1).
3. Tik op de betreffende toets (2).
Bij omschakeling naar de Standby-modus wordt de verwarmer gereset naar de
waarde die in de systeeminstelling is geconfigureerd.
VOORZICHTIG
Gevaar door defecte of uitgeschakelde beademingssysteem-verwarmer
Zonder de beademingssysteem-verwarmer kan verhoogde condensatie in het
beademingssysteem ontstaan. Dit kan ook nadelig zijn voor de flowmeting en de
meetnauwkeurigheid van het ingestelde teugvolume.
► Verhoog, indien nodig, de versgasflow.
► Verwijder regelmatig het condenswater uit slangen, vochtvangers en het
beademingssysteem.
► Laat servicepersoneel de defecte beademingssysteem-verwarmer repareren.
8.13.2
Aanvullende gegevens in het logboek invoeren
Bij de volgende gebeurtenissen kunnen meetwaarden voor de parameters etCO
MV, Pmean, PIP, Pplat, PEEP, FiO
anesthesiegas en etN
– Instelbaar interval
– Alarmen met hoge of gemiddelde prioriteit
1. Open het dialoogvenster Systeemconfiguratie.
184
Systeemconfiguratie
1
O in het logboek worden ingevoerd:
2
Gebruiksaanwijzing
2
, expiratoire concentratie van het primaire
2
|
Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n
,
2