Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rechtstreeks In- En Uitschakelen - Skoda Yeti 2012 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

Als bij stilstaande wagen zonder draaiende motor de interieurvoorverwarming is
ingeschakeld, wordt ook de motor voorverwarmd.
De extra verwarming (interieurvoorverwarming) verwarmt de koelvloeistof door
het verbranden van brandstof uit de brandstoftank van de wagen. De koelvloei-
stof verwarmt de lucht, die (als het aanjagertoerental niet op nul is ingesteld) in
de passagiersruimte stroomt.
Interieurvoorventilatie
De interieurvoorventilatie dient om bij afgezette motor frisse lucht naar het inte-
rieur te voeren, waardoor de temperatuur in het interieur effectief wordt verlaagd
(bijvoorbeeld als de wagen in de zon staat geparkeerd).
ATTENTIE
De interieurvoorverwarming mag nooit in gesloten ruimtes worden gebruikt
- vergiftigingsgevaar!
De extra verwarming mag tijdens het tanken niet werken - brandgevaar.
De uitlaatpijp van de extra verwarming bevindt zich aan de onderzijde van
de wagen. De wagen bij het gebruik van de interieurvoorverwarming niet zo-
danig parkeren, dat de uitlaatgassen van de interieurvoorverwarming in con-
tact kunnen komen met licht ontvlambare materialen (bijvoorbeeld droog
gras) of licht ontvlambare stoffen (bijvoorbeeld gemorste brandstof).
Let op
Als de extra verwarming werkt, wordt brandstof uit de tank van de wagen ver-
bruikt. De interieurvoorverwarming controleert zelf het brandstofpeil in de tank.
Als zich nog maar een geringe hoeveelheid brandstof in de tank bevindt, wordt de
werking van de interieurvoorverwarming geblokkeerd.
De uitlaatpijp van de extra verwarming, die zich aan de onderzijde van de wa-
gen bevindt, mag niet verstopt zijn en de uitlaatgasstroom mag niet geblokkeerd
zijn.
Als de interieurvoorverwarming en -ventilatie werkt, wordt de accu ontladen.
Wanneer de interieurvoorverwarming en -ventilatie over een langere periode
meerdere malen is gebruikt, moet enkele kilometers met de wagen worden gere-
den om de accu op te laden.
De interieurvoorverwarming schakelt de aanjager pas in, als de koelvloeistof-
temperatuur een waarde van circa 50 °C heeft bereikt.
Bij lage buitentemperaturen kan er vanuit de motorruimte waterdampvorming
ontstaan. Dat is een normaal verschijnsel en geen reden om u zorgen te maken.
Na het uitschakelen van de extra verwarming draait de waterpomp nog korte
tijd door.
96
Bediening
De interieurvoorverwarming en -ventilatie wordt uitgeschakeld resp. niet inge-
schakeld als de accu een lage ladingstoestand heeft
verbruikersuitschakeling.
De extra verwarming (interieurvoorverwarming) wordt niet ingeschakeld, als het
volgende op het informatiedisplay wordt aangegeven of voor het uitschakelen
van het contact is aangegeven: Please refuel! (Tanken a.u.b.!)
De luchtinlaat voor de voorruit moet vrij van ijs, sneeuw en bladeren zijn, zodat
de extra verwarming optimaal kan functioneren.
Om ervoor te zorgen dat na het inschakelen van de extra verwarming de warme
lucht in het interieur kan stromen, de door u gewoonlijk ingestelde comforttem-
peratuur selecteren en de luchtroosters in de geopende stand laten staan. Het
wordt aanbevolen om de luchtstroom in de stand  of  te zetten.

Rechtstreeks in- en uitschakelen

ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 95 en volg deze op.
De extra verwarming (interieurvoorverwarming en -ventilatie) kan op elk gewenst
moment rechtstreeks met de toets
tioning
» Afbeelding 91
of van de Climatronic resp. via de radiografische afstands-
bediening in- of uitgeschakeld worden
diening.
Als u de interieurvoorverwarming en -ventilatie niet zelf uitschakelt, wordt deze
automatisch uitgeschakeld na afloop van de in het menu Running time (Duur) in-
gestelde inschakelduur.
» pagina
191, Automatische
Afbeelding 91
Toets voor rechtstreeks in- of
uitschakelen van de extra ver-
warming (interieurvoorverwar-
ming en -ventilatie) op het be-
dieningselement van de aircon-
ditioning
op het bedieningselement van de aircondi-
» pagina
97, Radiografische afstandsbe-

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave