Intervalwissen
›
De hendel omhoog in stand
zetten.
1
›
Met de schakelaar
de gewenste pauze instellen tussen de afzonderlijke wis-
A
bewegingen.
Langzaam wissen
›
De hendel omhoog in stand
zetten.
2
Snel wissen
›
De hendel omhoog in stand
zetten.
3
Wis-wasautomaat van de voorruit
›
De hendel tegen de veerdruk in naar het stuurwiel toe trekken in stand
sproeierinstallatie gaat direct sproeien, terwijl even later de ruitenwissers gaan
wissen. Bij een snelheid van meer dan 120 km/h werken de sproeierinstallatie
en de ruitenwissers gelijktijdig.
›
Hendel loslaten. De sproeierinstallatie stopt en de ruitenwissers maken nog 3
tot 4 wisbewegingen (afhankelijk van de tijd dat de sproeierinstallatie was inge-
schakeld). Bij een snelheid van meer dan 2 km/h maken de ruitenwissers 5 se-
conden na de laatste wisbeweging nog een wisslag om de laatste druppels van
de ruit te wissen. Deze functie kan bij een specialist worden geactiveerd/ge-
deactiveerd.
Regensensor
›
De hendel in stand
1
zetten.
›
Met de schakelaar
kunt u de gevoeligheid van de sensor individueel instel-
A
len.
Wissen van de achterruit
›
De hendel van het stuurwiel af drukken in stand
6 seconden een wisbeweging.
Wis-/wasautomaat van de achterruit
›
De hendel tegen de veerdruk in volledig naar voren van het stuurwiel af druk-
ken in stand
, de sproeierinstallatie gaat direct sproeien, terwijl even later de
7
ruitenwisser gaat wissen. Zolang u de hendel in deze stand houdt, werken de
wisser en de sproeierinstallatie.
›
Hendel loslaten. De sproeierinstallatie stopt en de wissers maken nog 2 tot 3
wisbewegingen (afhankelijk van de tijd dat de sproeierinstallatie was ingescha-
keld). Na het loslaten blijft de hendel staan in stand
Ruitenwissers uitschakelen
›
De hendel terugzetten in basisstand
, de ruitenwisser maakt elke
6
.
6
.
0
Winterstand
Als de ruitenwissers zich in de ruststand bevinden, kunnen ze niet van de voorruit
worden weggeklapt. Om deze reden adviseren wij de ruststand van de ruitenwis-
sers in de winter zodanig te wijzigen, dat ze gemakkelijk van de voorruit kunnen
worden weggeklapt.
Deze ruststand kan als volgt worden ingesteld:
›
De ruitenwissers inschakelen.
›
Het contact uitschakelen. De ruitenwissers blijven in de stand staan, waarin ze
zich bevinden op het moment dat het contact wordt uitgeschakeld.
Als winterstand kunt u ook de servicestand gebruiken
, de
5
Automatische achterruitwisser
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 55 en volg deze op.
Als de ruitenwisserhendel in stand
achterruit bij een snelheid van meer dan 5 km/h elke 30 seconden resp. 10 secon-
den gewist.
Bij een actieve regensensor (de hendel bevindt zich in de stand
alleen actief als de ruitenwissers voor continu wissen (geen pauze tussen de wis-
bewegingen).
Activering/deactivering
De functie automatische achterruitwisser wordt geactiveerd/gedeactiveerd in het
informatiedisplay in het menu:
Settings (Instellingen)
■
Lights & Vision (Licht & zicht)
■
Rear wiper (A. ruitwisser)
■
Alternatieve ruststand van de achterruitwisser
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 55 en volg deze op.
Na iedere 2e keer dat de motor wordt afgezet, wordt het wisserblad van de ach-
terruitwisser gekanteld. Hiermee wordt de levensduur van het wisserblad ver-
lengd.
» pagina
58.
» Afbeelding 36
resp.
staat, wordt de
2
3
) is de functie
1
Licht en zicht
£
57