Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Skoda Yeti 2012 Instructieboekje pagina 111

Inhoudsopgave

Advertenties

Parkeerhulp
Afbeelding 100 Parkeerhulp: Reikwijdte van de sensoren / parkeerhulp in-
schakelen
De parkeerhulp bepaalt met behulp van ultrasoonsensoren de afstand van de
achter- resp. voorbumper tot een obstakel. De sensoren bevinden zich in de ach-
ter- resp. voorbumper.
De geluidssignalen voor de parkeerhulp voor zijn hoger dan voor de parkeerhulp
achter. De geluiden van de parkeerhulp kunnen in het menu van het informatie-
display worden aangepast
» pagina
Reikwijdte van de sensoren
De afstandswaarschuwing begint bij een afstand van circa 160 cm tot het obsta-
kel achter de wagen en circa 120 cm tot het obstakel voor de wagen
ding
100. Met de vermindering van de afstand wordt het interval tussen de ge-
luidsimpulsen korter.
Vanaf een afstand van circa 30 cm
toon - gevarenzone. Vanaf dit moment mag niet verder worden gereden!
Bij navigatiesystemen en enkele af fabriek ingebouwde radio's wordt de afstand
tot het obstakel tegelijkertijd grafisch op het display weergegeven, zie het in-
structieboekje van de radio resp. het navigatiesysteem.
Bij wagens die af fabriek van een trekhaak zijn voorzien, begint de signalerings-
grens van de gevarenzone - aanhoudende toon - 5 cm verder van de wagen. De
lengte van de wagen kan door een ingebouwde afneembare trekhaak groter wor-
den.
Bij auto's met af fabriek ingebouwde trekhaak worden bij aanhangwagengebruik
de sensoren achter uitgeschakeld.
108
Bediening
19.
A
» Afbeelding 100
klinkt een aanhoudende
B
Parkeerhulp achter activeren en deactiveren
Als het contact is ingeschakeld, wordt de parkeerhulp bij het inschakelen van de
achteruitversnelling automatisch geactiveerd. Dit wordt door een kort akoestisch
signaal bevestigd.
Door de versnellingshendel uit de achteruitversnelling te halen, wordt de par-
keerhulp gedeactiveerd.
Parkeerhulp voor en achter activeren en deactiveren
De parkeerhulp wordt geactiveerd door bij ingeschakeld contact de achteruitver-
snelling in te schakelen of door op de toets
de toets brandt het symbool . Dit wordt door een kort akoestisch signaal be-
vestigd.
De parkeerhulp wordt gedeactiveerd door op de toets
snelheid hoger dan 10 km/h (het symbool  in de toets dooft).
ATTENTIE
De parkeerhulp is geen vervanging voor de oplettendheid van de bestuur-
der, zodat de verantwoordelijkheid bij het parkeren en vergelijkbare rijma-
noeuvres altijd bij de bestuurder ligt. Vooral op kleine kinderen en dieren let-
ten, omdat deze niet altijd door de sensoren van de parkeerhulp worden
waargenomen.
Voor het achteruitrijden resp. het inparkeren controleren of zich voor en
achter de wagen geen klein obstakel, bijvoorbeeld een steen, dunne paal,
aanhangerdissel of iets dergelijks, bevindt. Dit obstakel kan door de sensoren
van de parkeerhulp eventueel niet herkend worden.
» Afbeel-
Oppervlakken van bepaalde voorwerpen en van kleding kunnen de signalen
van de parkeerhulp niet altijd reflecteren. Daarom kunnen deze voorwerpen
of personen die dergelijke kleding dragen, niet door de sensoren van de par-
keerhulp worden herkend.
Externe geluidsbronnen kunnen een storend effect hebben op de parkeer-
sensoren. Onder ongunstige omstandigheden kunnen voorwerpen of mensen
eventueel niet herkend worden.
» Afbeelding 100
te drukken - in
te drukken of bij een
£

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave