Snelheid opslaan
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 112 en volg deze op.
Snelheid opslaan
›
De schakelaar
» Afbeelding 104
A
›
Na het bereiken van de gewenste snelheid tuimelschakelaar
drukken.
Na het loslaten van tuimelschakelaar
gen snelheid constant gehouden zonder bediening van het gaspedaal.
Opgeslagen snelheid wijzigen
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 112 en volg deze op.
Snelheid met het gaspedaal verhogen
›
Het gaspedaal intrappen om de snelheid te verhogen.
›
Het gaspedaal loslaten om de snelheid te verlagen tot de eerder opgeslagen
waarde.
Als de opgeslagen snelheid met ingetrapt gaspedaal langer dan 5 minuten met
meer dan 10 km/h wordt overschreden, wordt de opgeslagen snelheid uit het ge-
heugen gewist. De snelheid moet opnieuw worden opgeslagen.
Snelheid met tuimelschakelaar
B
›
De tuimelschakelaar
» Afbeelding 104
B
Afbeelding 104
Knipperlicht- en grootlichthen-
del: Tuimelschakelaar en scha-
kelaar van het snelheidsregel-
systeem
in stand ON drukken.
in de stand SET
B
vanuit de stand SET wordt de opgesla-
B
verhogen
in de stand RES drukken.
›
Als de tuimelschakelaar in de stand RES wordt gehouden, wordt de snelheid
voortdurend verhoogd. Na het bereiken van de gewenste snelheid de tuimel-
schakelaar loslaten. Daardoor wordt de nieuw opgeslagen snelheid in het ge-
heugen bewaard.
Snelheid verlagen
›
De opgeslagen snelheid kan door tuimelschakelaar
ken worden verlaagd.
›
Als de tuimelschakelaar in de stand SET wordt gehouden, wordt de snelheid
voortdurend verlaagd. Na het bereiken van de gewenste snelheid de tuimel-
schakelaar loslaten. Daardoor wordt de nieuw opgeslagen snelheid in het ge-
heugen bewaard.
›
Als de tuimelschakelaar bij een snelheid van minder dan 30 km/h wordt losge-
laten, wordt de snelheid niet opgeslagen en wordt het geheugen gewist. De
snelheid moet na een snelheidsverhoging tot meer dan 30 km/h opnieuw wor-
den opgeslagen door de tuimelschakelaar
De snelheid kan ook worden verlaagd door het intrappen van het rempedaal,
waardoor het systeem tijdelijk wordt uitgeschakeld.
Snelheidsregelsysteem tijdelijk uitschakelen
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 112 en volg deze op.
Het snelheidsregelsysteem wordt tijdelijk uitgeschakeld door schakelaar
beelding 104
tegen de veerdruk in de stand CANCEL te drukken resp. door het
rem- of koppelingspedaal in te trappen.
De opgeslagen snelheid blijft daarbij in het geheugen bewaard.
Voor het hervatten van de opgeslagen snelheid tuimelschakelaar
ten van het rem- of koppelingspedaal kort in de stand RES drukken.
Snelheidsregelsysteem volledig uitschakelen
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 112 en volg deze op.
›
De schakelaar
» Afbeelding 104
A
in de stand SET te druk-
B
in de stand SET te drukken.
B
na het losla-
B
naar rechts in de stand OFF drukken.
Wegrijden en rijden
» Af-
A
113