Let op
Wij adviseren u de airconditioning eenmaal per jaar door een specialist te laten
■
reinigen.
Bediening
Afbeelding 89 Airconditioning: Bedieningselementen
Temperatuur instellen
›
De draaiknop
» Afbeelding 89
A
verhogen.
›
De draaiknop
naar links draaien om de temperatuur te verlagen.
A
Aanjager regelen
›
De aanjagerschakelaar
in een van de standen 1 t/m 4 draaien om de aanja-
B
ger in te schakelen.
›
De aanjagerschakelaar
in stand 0 draaien om de aanjager uit te schakelen.
B
›
De toets
indrukken om de toevoer van frisse lucht af te sluiten -
4
na
92, Circulatiefunctie.
Luchtverdeling regelen
›
Met de luchtverdeelregelaar
wordt de luchtuitstroomrichting geregeld
C
gina
88, Luchtroosters.
Koelfunctie in- en uitschakelen
›
De toets
» Afbeelding 89
AC
1
lampje.
naar rechts draaien om de temperatuur te
indrukken. In de toets brandt het controle-
›
Door opnieuw op de toets
keld. Het controlelampje in de toets gaat uit.
Achterruitverwarming
›
De toets
indrukken. Meer informatie
2
warming.
Extra verwarming (interieurvoorverwarming)
›
De toets
indrukken om de extra verwarming (interieurvoorverwarming en
3
-ventilatie) rechtstreeks in of uit te schakelen. Meer informatie
Extra verwarming (interieurvoorverwarming en -ventilatie).
Let op
Bij het ontdooien van de voorruit en zijruiten wordt het volledige verwarmings-
■
vermogen gebruikt. Er wordt geen warme lucht naar de voetenruimte gestuurd.
Dit kan tot beperking van het verwarmingscomfort leiden.
Het controlelampje in de toets
■
alle voorwaarden voor de werking van de koelfunctie wordt voldaan. Hiermee
wordt aangegeven dat de koeling beschikbaar is als aan alle voorwaarden wordt
voldaan
» pagina
90, Beschrijving van de airconditioning.
» pagi-
» pa-
te drukken wordt de airconditioning uitgescha-
AC
» pagina
54, Voor- en achterruitver-
brandt ook na het inschakelen als niet aan
AC
Verwarming en airconditioning
» pagina
95,
91