Circulatiefunctie inschakelen
›
Herhaaldelijk op toets
drukken, tot het controlelampje aan de linkerzijde
van de toets gaat branden.
Automatische circulatiefunctie inschakelen
›
Herhaaldelijk op toets
drukken, tot het controlelampje aan de rechterzijde
van de toets gaat branden.
Automatische circulatiefunctie tijdelijk uitschakelen
›
Als de sensor voor luchtkwaliteit bij onaangename geuren de circulatiefunctie
niet automatisch inschakelt, kan deze zelf worden ingeschakeld door op de
toets
te drukken. In de toets brandt het controlelampje aan de linkerzijde.
Circulatiefunctie uitschakelen
›
Op de toets
drukken of herhaaldelijk op toets
AUTO
lelampjes in de toets uitgaan.
ATTENTIE
De circulatiefunctie niet gedurende langere tijd ingeschakeld laten, omdat
door de "verbruikte" lucht vermoeidheidsverschijnselen bij de bestuurder en
medepassagiers kunnen optreden, waardoor de oplettendheid vermindert.
Ook kunnen de ruiten beslaan. Het gevaar voor ongevallen neem toe. De cir-
culatiefunctie uitschakelen, zodra de ruiten beslaan.
Let op
Als de voorruit beslaat, op toets
■
voorruit ontwasemd is, op toets
AUTO
De automatische circulatiefunctie werkt alleen als de buitentemperatuur hoger
■
dan circa 2 °C is.
Aanjager regelen
De Climatronic regelt de aanjagerstanden automatisch afhankelijk van de interi-
eurtemperatuur. De aanjagerstanden kunnen echter handmatig aan de persoon-
lijke wensen worden aangepast.
›
Herhaaldelijk op toets
» Afbeelding 90
verlagen) resp. aan de rechterzijde (aanjagertoerental verhogen) drukken.
Als de aanjager wordt uitgeschakeld, wordt ook de Climatronic uitgeschakeld.
Het ingestelde aanjagertoerental wordt aangegeven door het aantal brandende
controlelampjes boven de toets
drukken, tot de contro-
» Afbeelding 90
drukken. Nadat de
1
drukken.
aan de linkerzijde (aanjagertoerental
.
ATTENTIE
De "verbruikte" lucht kan vermoeidheidsverschijnselen bij de bestuurder en
■
medepassagiers veroorzaken, waardoor de oplettendheid vermindert. Ook
kunnen de ruiten beslaan. Het gevaar voor ongevallen neem toe.
De Climatronic niet langer uitschakelen dan noodzakelijk.
■
De Climatronic direct inschakelen, zodra de ruiten beslaan.
■
Voorruit ontwasemen
Voorruit ontwasemen - inschakelen
›
Toets
» Afbeelding 90
›
Toets
» Afbeelding 90
11
Voorruit ontwasemen - uitschakelen
›
Opnieuw op toets
of de toets
›
Toets
opnieuw indrukken.
De temperatuur wordt automatisch geregeld. Uit de luchtroosters 1 en 2 stroomt
meer lucht.
Extra verwarming (interieurvoorverwarming en -
ventilatie)
ä
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Rechtstreeks in- en uitschakelen
Systeeminstellingen
Radiografische afstandsbediening
Batterij van de radiografische afstandsbediening vervangen
Extra verwarming (interieurvoorverwarming)
De extra verwarming (interieurvoorverwarming) werkt in combinatie met de air-
conditioning resp. Climatronic.
Deze kan zowel bij stilstand, bij afgezette motor voor voorverwarming van de wa-
gen als tijdens het rijden (bijvoorbeeld tijdens de opwarmfase van de motor) wor-
den gebruikt.
indrukken.
indrukken.
drukken.
AUTO
Verwarming en airconditioning
96
97
97
98
£
95