Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Portieren aan een zijde ontgrendelen
Met deze functie is het mogelijk de beide portieren aan bestuurderszijde te ont-
grendelen. De andere portieren en de tankklep blijven vergrendeld en worden pas
ontgrendeld bij de volgende ontgrendeling.
Automatisch vergrendelen en ontgrendelen
Alle portieren en de achterklep worden vanaf een snelheid van circa 15 km/h au-
tomatisch vergrendeld.
Als de contactsleutel uit het contactslot wordt verwijderd, wordt de wagen auto-
matisch weer ontgrendeld. Bovendien kan de wagen door de bestuurder of de bij-
rijder worden ontgrendeld door het indrukken van de toets voor de centrale ver-
grendeling 
» pagina 35
of door aan de slotgreep van een voorportier te trek-
ken.
ATTENTIE
Vergrendelde portieren voorkomen ook het ongewenst binnendringen van
buitenstaanders - bijvoorbeeld op kruisingen. Ze maken het hulpverleners in
geval van nood echter moeilijker in de wagen te komen - levensgevaar!
Let op
Op verzoek kunt u de individuele instellingen bij een ŠKODA Servicepartner la-
ten activeren of zelf met behulp van het informatiedisplay activeren
Bij een ongeval met geactiveerde airbag(s) worden de vergrendelde portieren
automatisch ontgrendeld om hulpverleners toegang tot de wagen te verschaffen.
In geval van een defect aan de centrale vergrendeling kunt u met de sleutel al-
leen het bestuurdersportier vergrendelen resp. ontgrendelen
andere portieren en de achterklep kunnen handmatig worden ont- resp. vergren-
deld.
Noodvergrendeling van het portier
Noodontgrendeling van de achterklep

Safebeveiliging

De centrale vergrendeling is met een safebeveiliging uitgerust. Als de wagen van
buitenaf wordt vergrendeld, worden de portiersloten automatisch geblokkeerd.
Het controlelampje in het bestuurdersportier knippert circa 2 seconden snel,
daarna begint het gelijkmatig en met langere tussenpozen te knipperen. Met de
portiergreep kunnen de portieren noch van binnenuit, noch van buitenaf worden
geopend. Daardoor wordt het openbreken van de wagen bemoeilijkt.
34
Bediening
» pagina
» pagina
35. De
» pagina
36.
» pagina
40.
De safebeveiliging kan door een dubbele vergrendeling binnen 2 seconden wor-
den gedeactiveerd.
Als de safebeveiliging niet actief is:
knippert het controlelampje in het bestuurdersportier snel gedurende circa 2
seconden, dooft vervolgens en begint na circa 30 seconden langzaam te knip-
peren,
is de tankklep vergrendeld.
De volgende keer dat de wagen wordt ont- en vergrendeld, is de safebeveiliging
weer geactiveerd.
Als de wagen is vergrendeld terwijl de safebeveiliging gedeactiveerd is, kunnen
de portieren van binnenuit worden geopend door aan de slotgreep te trekken.
ATTENTIE
Bij een van buitenaf vergrendelde wagen met geactiveerde safebeveiliging
mogen geen personen en huisdieren in de wagen achterblijven, omdat van
binnenuit noch de portieren, noch de ruiten kunnen worden geopend. De ver-
grendelde portieren maken het hulpverleners in geval van nood moeilijk in de
wagen te komen - levensgevaar!
Let op
19.
Het alarmsysteem wordt bij het vergrendelen van de wagen ook met de ge-
deactiveerde safebeveiliging ingeschakeld. De interieurbewaking wordt hierbij
echter niet geactiveerd.
Indien na het afsluiten van de wagen de functie safebeveiliging wordt geacti-
veerd, verschijnt de melding CHECK DEADLOCK (LET OP SAFELOCK) op het dis-
play in het instrumentenpaneel. Bij wagens met een informatiedisplay verschijnt
de melding Check deadlock! Owner's manual! (Let op SAFE-vergrendeling! In-
structieboekje!).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave