Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Skoda Yeti 2012 Instructieboekje pagina 198

Inhoudsopgave

Advertenties

Als een wiel in een uitzonderingsgeval tegen de draairichting in moet worden ge-
monteerd, voorzichtig rijden omdat de optimale eigenschappen van de band in
deze situatie niet meer gelden.
Reservewiel
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 192 en volg deze op.
Het reservewiel bevindt zich in de kuip onder de bekleding in de bagageruimte en
is bevestigd met een speciale bout
Het is belangrijk de bandenspanning van het reservewiel te controleren (bij voor-
keur bij elke bandenspanningscontrole - zie de sticker op de tankklep
193), zodat het reservewiel op elk moment kan worden gemonteerd.
Als het reservewiel qua afmetingen of uitvoering afwijkt van de banden waarmee
wordt gereden (bijvoorbeeld bij winterbanden, draairichtinggebonden banden),
mag het reservewiel alleen in geval van pech korte tijd en met een voorzichtige
rijstijl worden gebruikt
»
.
Het wiel moet zo snel mogelijk weer door een normaal wiel met de correcte af-
metingen worden vervangen.
Noodreservewiel
Of uw wagen met een noodreservewiel is uitgerust, kunt u zien aan een waar-
schuwingssticker op de velg van het noodreservewiel.
Bij het rijden met een noodreservewiel de volgende aanwijzingen in acht nemen:
Na de montage van het wiel mag de waarschuwingssticker niet zijn afgedekt.
Met dit noodreservewiel niet sneller rijden dan 80 km/h en bij het rijden bijzon-
der alert zijn. Volgas accelereren, sterk remmen en het snel nemen van bochten
vermijden.
Afbeelding 152
Bagageruimte: Reservewiel
» Afbeelding
152.
» pagina
De bandenspanning van dit reservewiel is gelijk aan de maximale bandenspan-
ning voor de standaard gemonteerde banden.
Dit noodreservewiel alleen gebruiken tot aan de dichtstbijzijnde specialist, om-
dat dit wiel niet bestemd is voor continu gebruik.
ATTENTIE
In geen geval een beschadigd reservewiel gebruiken.
Als het reservewiel qua afmetingen of uitvoering afwijkt van de banden
waarmee wordt gereden, nooit sneller rijden dan 80 km/h (50 mph). Volgas
accelereren, sterk remmen en het snel nemen van bochten vermijden.
VOORZICHTIG
De aanwijzingen op de sticker van het noodreservewiel opvolgen.
Let op
Voor de bandenspanning van het reservewiel moet altijd de hoogste banden-
spanning die voor de wagen is voorgeschreven, worden aangehouden.
Wieldop
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 192 en volg deze op.
Lostrekken
De draadbeugel uit het wagengereedschap vasthaken aan de versterkte rand
van de wieldop.
De wielsleutel door de beugel schuiven, de wielsleutel op de band laten rusten
en de wieldop lostrekken.
Inbouwen
De wieldop eerst bij de uitsparing voor het ventiel op de velg drukken. Vervol-
gens de wieldop zodanig op de velg drukken, tot deze over de gehele omtrek
correct vastklikt.
£
195
Velgen en banden

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave