Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Winterbanden
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 192 en volg deze op.
In de winter worden de rij-eigenschappen van de wagen door winterbanden be-
duidend beter. Zomerbanden hebben op ijs, sneeuw en bij temperaturen onder
7 °C vanwege hun constructie (breedte, rubbersamenstelling, profielvorm) minder
grip. Dit geldt vooral voor wagens die met brede banden resp. hogesnelheids-
banden uitgerust zijn (codeletter H of V op de bandwang).
Om de best mogelijke rijeigenschappen te verkrijgen, moeten op alle vier de wie-
len winterbanden worden gemonteerd met een minimale profieldiepte van 4 mm
en mogen de banden niet ouder zijn dan 4 jaar.
Er mogen winterbanden met een lagere snelheidscategorie worden gemonteerd
op voorwaarde dat de toegestane topsnelheid van deze banden niet wordt over-
schreden ook niet als de mogelijke topsnelheid van de wagen hoger ligt.
Milieu-aanwijzing
Tijdig weer de zomerbanden monteren, want met zomerbanden zijn op sneeuw-
en ijsvrije wegen alsmede bij temperaturen boven 7 °C de rijeigenschappen bedui-
dend beter, de remweg is korter, er is minder afrolgeluid, de bandenslijtage is
minder en het brandstofverbruik is lager.

Sneeuwkettingen

ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 192 en volg deze op.
Bij winterse wegomstandigheden verbeteren sneeuwkettingen niet alleen de
tractie, maar ook het remgedrag.
Het gebruik van sneeuwkettingen bij wagens met voorwielaandrijving en wagens
met vierwielaandrijving is verschillend.
Geldt voor wagens met voorwielaandrijving
De sneeuwkettingen kunnen alleen op de voorwielen worden gemonteerd.
De montage van sneeuwkettingen is om technische redenen alleen bij de volgen-
de velg-bandcombinaties toegestaan:
198
Raadgevingen voor het gebruik
Velgmaat
6J x 16
7J x 16
6J x 17
Geldt voor wagens met vierwielaandrijving
De sneeuwkettingen kunnen op de voorwielen worden gebruikt, zoals bij wagen
met voorwielaandrijving.
» pagina
ving.
Om de tractie te verhogen, is het gebruik van sneeuwkettingen op de achteras
(dus gelijktijdig op voor- en achteras) bij de volgende velg-bandcombinaties toe-
gestaan:
Velgmaat
6J x 16
7J x 16
6J x 17
De montage van sneeuwkettingen is bij de volgende standaard velg-bandcombi-
naties alleen toegestaan voor de achteras:
Velgmaat
7J x 16
7J x 17
Bij het tegelijkertijd gebruik van sneeuwkettingen op de voor- en achteras is de
maximale snelheid op 50 km/h begrensd.
Alleen sneeuwkettingen gebruiken waarvan de schakels en sloten niet groter zijn
dan 12 mm.
Voor het monteren van de sneeuwkettingen de wieldoppen verwijderen.
De nationale wettelijke voorschriften met betrekking tot het gebruik van snee-
uwkettingen en de maximumsnelheid met sneeuwkettingen in acht nemen.
VOORZICHTIG
Bij het rijden op sneeuwvrije trajecten moeten de sneeuwkettingen worden ver-
wijderd. Anders beïnvloeden ze de wegligging, beschadigen ze de banden en zijn
ze snel versleten.
Inpersdiepte (ET)
Bandenmaat
50 mm
205/55
45 mm
205/55
45 mm
205/50
198, Geldt voor wagens met voorwielaandrij-
Inpersdiepte (ET)
Bandenmaat
50 mm
205/55
45 mm
205/55
45 mm
205/50
Inpersdiepte (ET)
Bandenmaat
45 mm
215/60
45 mm
225/50

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave