Voorstoelverwarming
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 62 en volg deze op.
De rugleuningen en zittingen van de voorstoelen kunnen elektrisch worden ver-
warmd.
›
Door op het vlak van de regelaar bij het symbool resp.
drukken, kan de stoelverwarming van de bestuurders- en bijrijdersstoel worden
ingeschakeld en geregeld.
Door eenmaal te drukken wordt de verwarming met de hoogste intensiteit inge-
schakeld - stand 3. Dit wordt aangegeven door drie controlelampjes in de schake-
laar.
Door nogmaals op de schakelaar te drukken, wordt de verwarmingsintensiteit te-
ruggeregeld tot de verwarming uitschakelt. De verwarmingsintensiteit wordt
aangegeven aan de hand van het aantal brandende controlelampjes in de schake-
laar.
ATTENTIE
Bij beperkte pijn- en/of temperatuurwaarneming, bijvoorbeeld door medicijn-
gebruik, door verlamming of door chronische ziekte (bijvoorbeeld diabetes),
raden wij aan geheel af te zien van het gebruik van de stoelverwarming. Het
kan leiden tot moeilijk te genezen verbrandingen aan rug, zitvlak en benen.
Als u de stoelverwarming toch wilt gebruiken, adviseren wij bij langere ritten
regelmatig een pauze in te lassen, zodat het lichaam zich kan herstellen van
de belasting die tijdens het rijden ontstaat. Om uw concrete situatie te beoor-
delen wendt u zich tot uw behandelend arts.
66
Bediening
Afbeelding 45
Dashboard: Knoppen voor ver-
warming van de voorstoelen
» Afbeelding 45
te
VOORZICHTIG
Om de verwarmingselementen van de stoelverwarming niet te beschadigen,
■
mag u niet op de zittingen knielen of deze op andere manieren puntvormig belas-
ten.
Indien de stoelen niet door personen zijn bezet of als zich hierop voorwerpen
■
bevinden, bijvoorbeeld een kinderzitje, tas of dergelijke, mag de stoelverwarming
niet worden gebruikt. Er kan een storing optreden in de verwarmingselementen
van de stoelverwarming.
De stoelen niet vochtig schoonmaken
■
Let op
De stoelverwarming alleen bij draaiende motor inschakelen. Hierdoor wordt de
■
accu minder belast.
Als de boordspanning daalt, wordt de stoelverwarming automatisch uitgescha-
■
keld om de motorregeling van voldoende elektrische energie te kunnen voor-
zien
» pagina
191, Automatische verbruikersuitschakeling.
Hoofdsteunen
ä
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Hoofdsteun instellen, uit- en inbouwen
Middelste hoofdsteun achterin
De optimale bescherming wordt verkregen als de bovenkant van de hoofdsteun
op dezelfde hoogte ligt als het bovenste deel van uw hoofd.
De voorste hoofdsteunen en achterste buitenste hoofdsteunen zijn in hoogte
verstelbaar. De middelste hoofdsteun achterin kan in twee standen worden inge-
steld.
De hoofdsteunen moeten overeenkomstig de lichaamslengte worden ingesteld.
Correct ingestelde hoofdsteunen bieden samen met de veiligheidsgordels een ef-
fectieve bescherming van de inzittenden
» pagina
176.
» pagina
137, Juiste zithouding.
67
67
£