Let op
Verse vlekken zoals van balpen, inkt, lippenstift, schoenpoets enzovoort zo snel
■
mogelijk van de stof (leer), de bekledingen en bekledingsstoffen verwijderen.
Vanwege mogelijke problemen bij de reiniging, het vereiste speciale gereed-
■
schap en de noodzakelijke kennis adviseren wij de reiniging van uw wagen door
een ŠKODA Servicepartner te laten uitvoeren.
Wagen wassen
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 171 en volg deze op.
De beste bescherming van de wagen tegen schadelijke milieu-invloeden is de wa-
gen vaak te wassen en te conserveren. Hoe vaak de wagen moet worden gewas-
sen, is afhankelijk van vele factoren, zoals bijvoorbeeld:
›
gebruiksfrequentie,
›
parkeergelegenheid (garage, onder bomen enzovoort),
›
jaargetijde,
›
weersomstandigheden,
›
milieu-invloeden.
Hoe langer insectenresten, vogelpoep, hars van bomen, straat- en industriestof,
teer, roetdeeltjes, wegenzout en andere agressieve afzettingen op de lak blijven
zitten, des te schadelijker dit is. Hoge temperaturen, bijvoorbeeld door intensieve
zonnestraling, versterken de bijtende werking.
Na het einde van het koude jaargetijde moet ook de onderzijde van de wagen
grondig worden gereinigd.
Automatische wasinstallaties
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 171 en volg deze op.
Uw wagen kan in een automatische wasinstallatie worden gewassen.
Vóór het wassen van de wagen in een automatische wasinstallatie moeten de
gebruikelijke voorzorgsmaatregelen (sluiten van de ruiten en het schuif-/kantel-
dak en dergelijke) worden genomen.
172
Raadgevingen voor het gebruik
Als uw wagen is voorzien van speciale aanbouwdelen - bijvoorbeeld spoilers, im-
periaal, autotelefoonantenne - kunt u het beste vooraf contact opnemen met de
exploitant van de wasinstallatie.
Na een wasbeurt in een automatische wasinstallatie met aansluitende conserve-
ring moeten de rubbers van de ruitenwisserbladen worden ontvet.
Wassen met de hand
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 171 en volg deze op.
Bij het wassen met de hand eerst het vuil met voldoende water inweken en zo
goed mogelijk afspoelen.
Daarna de wagen met een zachte spons, een speciale washandschoen of een
wasborstel schoonmaken. Daarbij van boven naar beneden werken - te beginnen
met het dak. De lakoppervlakken van de wagen slechts met lichte druk reinigen.
Alleen bij hardnekkig vuil een autoshampoo gebruiken.
De spons of de washandschoen met korte tussenpozen grondig uitspoelen.
Wielen, dorpels en dergelijke als laatste schoonmaken. Gebruik hiervoor een
tweede spons.
De wagen na het wassen grondig afspoelen en drogen met een zeem.
Wassen met hogedrukreiniger
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 171 en volg deze op.
Bij het wassen van de wagen met een hogedrukreiniger moeten de instructies
voor de hogedrukreiniger worden opgevolgd. Dat geldt vooral voor de druk en de
spuitafstand. Houd een voldoende grote afstand aan tot de sensoren van de par-
keerhulp en zachte materialen zoals rubber slangen of isolatiemateriaal.
ATTENTIE
In geen geval roterende sproeikoppen of zogenaamde vuilvrezen gebruiken!
£