Gloeilampjes
ä
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Koplamp
Groot- en dimlicht
Mistlampen en dagrijverlichting
Achterlicht
Kentekenplaatverlichting
Het vervangen van gloeilampjes vereist een bepaalde handigheid. Daarom advise-
ren wij, om bij onzekerheid het vervangen van een gloeilampje door een specialist
te laten uitvoeren.
›
Voor het vervangen van gloeilampjes het contact en alle verlichting uitschake-
len.
›
De motorkap resp. de achterklep openen.
›
Defecte gloeilampjes mogen alleen worden vervangen door gloeilampjes van
hetzelfde type. De typeaanduiding staat op de lampvoet of op het glas van de
lamp.
›
Er bevindt zich een opbergruimte voor het doosje met reservelampjes in een
box in de bagageruimte.
ATTENTIE
Als de weg niet voldoende verlicht is of als de wagen niet of slechts moeilijk
■
door andere verkeersdeelnemers kan worden gezien, kunnen ongevallen wor-
den veroorzaakt.
Voor aanvang van alle werkzaamheden in de motorruimte beslist de waar-
■
schuwingsaanwijzingen lezen en deze opvolgen
H7- en H4-gloeilampjes staan onder druk en kunnen bij vervanging van het
■
gloeilampje springen - gevaar voor verwondingen! Daarom adviseren wij, bij
het vervangen van gloeilampjes handschoenen en een veiligheidsbril te dra-
gen.
Bij gasontladingslampen (xenonlicht) mag alleen door specialisten aan het
■
hoogspanningsgedeelte worden gewerkt - levensgevaar!
216
216
217
217
218
» pagina
180, Motorruimte.
VOORZICHTIG
Het lampglas van het gloeilampje niet met blote vingers aanraken (ook de klein-
■
ste vervuiling vermindert de werkingsduur van het gloeilampje). Een schone doek,
een servet of iets dergelijks gebruiken.
Bij het uit- en inbouwen van het achterlicht erop letten, dat de lak van de wa-
■
gen en het achterlicht niet worden beschadigd.
Let op
In dit instructieboekje is alleen het vervangen van gloeilampjes beschreven,
■
voor de gloeilampjes die u zelf zonder problemen kunt vervangen. Het vervangen
van de andere gloeilampjes moet aan een specialist worden overgelaten.
Wij adviseren altijd een doosje met reservegloeilampjes in de wagen mee te ne-
■
men. Reservegloeilampjes zijn verkrijgbaar uit het originele ŠKODA accesoirepro-
gramma.
Om het verwijderen van de fitting met het lampje voor stadslicht (halogeenkop-
■
lamp) te vergemakkelijken, adviseren wij om eerst de stekker van het lampje voor
dimlicht los te nemen.
Wij adviseren, om na het vervangen van een gloeilampje voor het groot- of dim-
■
licht de koplampafstelling door een Škoda Servicepartner te laten controleren.
Gasontladingslampen en LED's worden door een specialist vervangen.
■
215
Zekeringen en gloeilampjes