De effectieve reikwijdte is met volledig geladen batterij maximaal 600 m. Om de
extra verwarming in of uit te schakelen de radiografische afstandsbediening ver-
ticaal houden met de antenne
» Afbeelding 92
A
niet met de vingers of de handpalm afdekken. Door obstakels tussen de radiogra-
fische afstandsbediening en de wagen, slechte weersomstandigheden en een
leegrakende batterij kan het bereik aanzienlijk verminderen.
Het feilloos in- en uitschakelen van de extra verwarming met de radiografische
afstandsbediening is alleen mogelijk, wanneer de afstand tussen de afstandsbe-
diening en de wagen ten minste 2 m bedraagt.
Controlelampje in de radiografische afstandsbediening
Het controlelampje op de radiografische afstandsbediening
na het indrukken van een toets aan, of het radiosignaal door de extra verwarming
is ontvangen en of de batterij voldoende geladen is.
Weergave controlelampje
Brandt 2 seconden groen.
Brandt 2 seconden rood.
Knippert 2 seconden langzaam groen.
Knippert 2 seconden snel groen.
Knippert 2 seconden rood.
Knippert 2 seconden oranje, daarna
groen resp. rood.
Brandt 2 seconden oranje, knippert
daarna groen resp. rood.
Knippert 5 seconden oranje.
VOORZICHTIG
De radiografische afstandsbediening bevat elektronische componenten. Be-
scherm de afstandsbediening daarom tegen vocht, sterke schokken en direct
zonlicht.
98
Bediening
naar boven. De antenne daarbij
» Afbeelding 92
geeft
Betekenis
De extra verwarming is ingeschakeld.
De extra verwarming is uitgeschakeld.
Het inschakelsignaal is niet ontvangen.
De extra verwarming is geblokkeerd,
bijvoorbeeld omdat de brandstoftank
bijna leeg is of de extra verwarming
een storing heeft.
Het uitschakelsignaal is niet ontvan-
gen.
De batterij is zwak, het in- resp. uit-
schakelsignaal is echter wel ontvan-
gen.
De batterij is zwak, het in- resp. uit-
schakelsignaal is niet ontvangen.
De batterij is leeg, het in- resp. uitscha-
kelsignaal is niet ontvangen.
Batterij van de radiografische afstandsbediening vervangen
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 95 en volg deze op.
Als het controlelampje op de radiografische afstandsbediening een zwakke of le-
ge batterij aangeeft,
» Afbeelding
zit onder een deksel aan de achterzijde van de radiografische afstandsbediening.
›
In de spleet van het batterijdeksel een vlak, stomp voorwerp steken, bijvoor-
beeld een munt, deze tegen de pijlrichting in tot de markering draaien en het
deksel ontgrendelen.
›
De batterij vervangen, het batterijdeksel weer aanbrengen en vergrendelen
door dit in pijlrichting te schuiven.
Milieu-aanwijzing
De lege batterij met inachtneming van de milieuvoorschriften afvoeren.
Let op
Bij het vervangen van de batterij op de juiste polariteit letten.
■
De nieuwe batterij moet dezelfde specificaties hebben als de originele.
■
92, moet deze worden vervangen. De batterij