Hoe wordt het alarmsysteem geactiveerd?
Het alarmsysteem wordt bij het vergrendelen van de wagen met de afstandsbe-
diening of met de sleutel in het bestuurdersportier geactiveerd. De portiercon-
tactbewaking wordt circa 15 seconden na het vergrendelen geactiveerd. De interi-
eurbewaking en het afsleepalarm worden circa 30 seconden na het vergrendelen
geactiveerd. Als bij de activering een portier geopend is, wordt de bewaking ervan
pas 5 seconden na het sluiten geactiveerd.
Hoe wordt het alarmsysteem gedeactiveerd?
Het alarmsysteem wordt gedeactiveerd door op de ontgrendelingstoets van de
afstandsbediening te drukken. Als de wagen niet binnen 30 seconden na het ver-
sturen van het radiosignaal wordt geopend, wordt het alarmsysteem weer geacti-
veerd.
Het alarmsysteem wordt ook gedeactiveerd als de wagen binnen 45 seconden na
het vergrendelen met de sleutel in het bestuurdersportier wordt ontgrendeld.
Als de wagen binnen 45 seconden wordt ontgrendeld met behulp van de sleutel
in het bestuurdersportier, moet binnen 15 seconden na het ontgrendelen van het
portier de sleutel in het contactslot worden gestoken en het contact worden in-
geschakeld om het alarmsysteem te deactiveren. Als binnen 15 seconden het con-
tact niet wordt ingeschakeld, zal het alarm afgaan.
Wanneer gaat het alarm af?
Van de vergrendelde wagen worden de volgende onderdelen bewaakt:
›
motorkap,
›
achterklep,
›
portieren,
›
contactslot,
›
wagenhelling
» pagina
38,
›
interieur
» pagina
38,
›
spanningsdaling in het boordnet,
›
stopcontact van de af fabriek gemonteerde trekhaak.
Als een van de beide accupolen bij geactiveerd alarmsysteem wordt losgemaakt,
gaat het alarm direct af.
Hoe wordt het alarm gestopt?
Het alarm wordt uitgeschakeld als de wagen met de radiografische afstandsbe-
diening wordt ontgrendeld of het contact wordt ingeschakeld.
38
Bediening
Let op
De levensduur van de batterij van de alarmsirene bedraagt 6 jaar. Meer informa-
■
tie kunt u krijgen bij een specialist.
Om een correcte werking van het alarmsysteem te waarborgen, moet u voor het
■
verlaten van de wagen controleren of alle portieren, alle ruiten en het elektrische
schuif-/kanteldak zijn gesloten.
Door de codering van de radiografische afstandsbediening en de ontvanger
■
wordt het gebruik van radiografische afstandsbedieningen van andere voertuigen
uitgesloten.
Interieurbewaking en afsleepalarm
De interieurbewaking activeert het alarm als een beweging in de wagen wordt
geregistreerd.
Interieurbewaking en afsleepalarm uitschakelen
›
Het contact uitschakelen.
›
Het bestuurdersportier openen.
›
De toets in de B-stijl aan bestuurderszijde
verlichting van het symbool in de toets wijzigt van rood naar oranje.
›
De wagen binnen 30 seconden vergrendelen.
De interieurbewaking en het afsleepalarm worden automatisch weer ingescha-
keld bij de eerstvolgende vergrendeling van de wagen.
Afbeelding 15
Toets van interieurbewaking en
afsleepalarm
» Afbeelding 15
indrukken; de
£