›
Met toets
op de ruitenwisserhendel of met het kartelwiel
A
functiestuurwiel de gewenste snelheidslimiet instellen, bijvoorbeeld 50 km/h.
›
Met toets
op de ruitenwisserhendel of met het kartelwiel
B
functiestuurwiel de gewenste snelheidslimiet bevestigen of 5 seconden wach-
ten, de instelling wordt automatisch opgeslagen (de waarde knippert niet
meer).
Zo kan de snelheidslimiet in stappen van 5 km/h worden ingesteld.
Snelheidslimiet bij rijdende wagen instellen
›
Met toets
op de ruitenwisserhendel of met het kartelwiel
A
functiestuurwiel het menupunt Waarschuwing bij snelheidsoverschrijding se-
lecteren.
›
Met de gewenste snelheid gaan rijden, bijvoorbeeld 50 km/h.
›
Met toets
op de ruitenwisserhendel of met het kartelwiel
B
functiestuurwiel kunt u de actuele snelheid als snelheidslimiet overnemen
(waarde knippert).
Als u de ingestelde snelheidslimiet wilt wijzigen, gebeurt dit in stappen van 5 km/
h (bijvoorbeeld de overgenomen snelheid 47 km/h wordt verhoogd naar 50 km/h
resp. verlaagd naar 45 km/h).
›
Door opnieuw op toets
B
op de ruitenwisserhendel te drukken of met het kar-
telwiel
op het multifunctiestuurwiel de gewenste snelheidslimiet bevestigen
D
of circa 5 seconden wachten, de instelling wordt automatisch opgeslagen (de
waarde knippert niet meer).
Snelheidslimiet wijzigen of wissen
›
Met toets
op de ruitenwisserhendel of met het kartelwiel
A
functiestuurwiel het menupunt Waarschuwing bij snelheidsoverschrijding se-
lecteren.
›
De snelheidslimiet kan worden gewist door op toets
del of het kartelwiel
op het multifunctiestuurwiel te drukken.
D
›
Door opnieuw op toets
op de ruitenwisserhendel of het kartelwiel
B
multifunctiestuurwiel te drukken wordt de mogelijkheid voor het wijzigen van
de snelheidslimiet geactiveerd.
Wanneer de ingestelde snelheidslimiet wordt overschreden, klinkt ter waarschu-
wing een akoestisch signaal. Tegelijkertijd verschijnt op het display de melding
Waarschuwing bij snelheidsoverschrijding met de waarde van de ingestelde li-
miet.
De ingestelde snelheidslimiet blijft ook bewaard na het uitschakelen van het con-
tact.
18
Bediening
op het multi-
D
MAXI DOT (informatiedisplay)
op het multi-
D
ä
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Hoofdmenu
Instellingen
Waarschuwing portier, bagageruimte en motorkap
op het multi-
D
Het informatiedisplay informeert u op comfortabele manier over de actuele be-
drijfstoestand van uw wagen. Bovendien toont het informatiedisplay (afhankelijk
van de uitvoering van de wagen) informatie van de radio, telefoon, multifunctie-
op het multi-
D
indicatie, navigatiesysteem, een op de MDI-ingang aangesloten apparaat en de
automatische versnellingsbak.
Bij ingeschakeld contact en tijdens het rijden worden in de wagen altijd bepaalde
functies en toestanden gecontroleerd.
Functiestoringen, eventueel noodzakelijke reparaties en andere informatie wordt
door rode symbolen
Het verschijnen van sommige symbolen gaat gepaard met een akoestisch waar-
schuwingssignaal.
Bovendien worden er op het display informatie- en waarschuwingsteksten aan-
gegeven
op het multi-
D
Op het display kunnen (afhankelijk van de uitvoering van de wagen) de
volgende gegevens worden weergegeven:
op de ruitenwisserhen-
Hoofdmenu
B
Waarschuwing portier, bagageruimte en motorkap
op het
D
Service-intervalindicatie
Keuzehendelstanden van de DSG-versnellingsbak
Houd uw aandacht altijd bij het verkeer! Als bestuurder draagt u de volledige
verantwoordelijkheid voor een veilig verkeersgedrag.
Inleiding voor het onderwerp
» pagina 21
en gele symbolen
» pagina
22.
ATTENTIE
19
19
21
» pagina 22
aangegeven.
» pagina 19
» pagina 21
» pagina 12
» pagina 117
£