Wisselstroom/gelijkstroom onderdrukken inschakelen
l
Manipulaties vergrendelingssysteem
l
Storing toezicht zone-uitbreiding
l
Andere programmeeropties die deze functie kunnen beïnvloeden:
Zie "[151]-[158] Partitie auto-inschakelen/-uitschakelen" op pagina 124
Zie "[014] Systeemoptie 2" op pagina 112
DLS/systeemservice toestaan inschakelen
Menu: [*][6][Mastercode] > Systeemserv/DLS
Toetsenpaneel: [*][6][Mastercode] + 05
Deze functie schakelt het DLS-venster gedurende 30 minuten of 6 uur in of uit, afhankelijk van de programmering van sectie
[025] optie [7].
Met deze functie kan de eindgebruiker ook toegang tot [*][8] Installateursprogrammering verlenen of weigeren. Wanneer dit
is ingeschakeld, dan heeft de installateur toegang tot Installateursprogrammering via DLS of via [*8] als er een voor-
geprogrammeerd venster is ingesteld. Nadat het venster is verlopen, is Installateursprogrammering niet meer beschikbaar
totdat het venster opnieuw wordt geopend.
Opmerking: DLS-programmering is niet UL-getest.
Andere programmeeropties die deze functie kunnen beïnvloeden:
Zie "[020] Systeemoptie 8" op pagina 117 en zie "[021] Systeemoptie 9" op pagina 119
Zie "[025] Systeemoptie 13" op pagina 122, bit 7 – DLS-venster
Oproep gebruiker
Menu: [*][6][Mastercode] > Gebruikersoproep
Toetsenpaneel: [*][6][Mastercode] + 06
Als deze functie wordt geselecteerd, dan doet deze functie een enkele poging om de downloadcomputer op te roepen. De
downloadcomputer moet op de oproep wachten voordat het downloaden kan worden uitgevoerd. Er wordt slechts één
oproep geprobeerd. Als er geen DLS-telefoonnummer is geprogrammeerd, dan probeert het alarmpaneel om de DLS-com-
puter via IP-verbinding te bereiken. Als de communicator niet juist is geconfigureerd voor IP, dan klinkt er een fouttoon.
Looptest gebruiker
Menu: [*][6][Toegangscode] > Looptest
Toetsenpaneel: [*][6][toegangscode] + 08
Het selecteren van deze functie plaatst de alarmcentrale in de modus looptest gebruiker. De leds gereed-, ingeschakeld- en
probleem op het toetsenpaneel knipperen om aan te geven dat de test actief is. Als zones worden geactiveerd tijdens een
looptest, laat het systeem een constante toon van 2 seconden op alle toetsenpanelen en de hoofdbel horen om aan te
geven dat de zone correct werkt.
De looptest kan op ieder moment worden gestopt door op het toetsenpaneel [*][6][Mastercode][08] in te voeren. De test
wordt na 15 minuten inactiviteit automatisch beëindigd. Er klinkt 5 minuten voor de automatische beëindiging een geluids-
signaal.
Opmerking: Brand- en CO-alarmen worden tijdens de looptest gebruiker niet getest. Als een brand- of CO-alarm wordt gede-
tecteerd, dan eindigt de looptest automatisch en worden de gepaste rapportagecodes direct naar de meldkamer verzonden.
Raadpleeg de testinstructies van de fabrikant die bij de CO- en brandmelders zijn meegeleverd. Deze functie is niet beschikbaar
in CP-01-systemen.
Laat openen
Menu: [*][6][Mastercode] > Late opening
Toetsenpaneel: [*][6][Mastercode] + 09
Deze functie schakelt de optie laat openen in of uit. Deze optie stuurt een meldcode naar de meldkamer als de partitie niet
door een geprogrammeerde tijd is uitgeschakeld.
Andere programmeeropties die deze functie kunnen beïnvloeden:
Zie '[201] Openen/sluiten gebeurtenissen 1', optie '[211] Diverse gebeurtenissen openen/sluiten' op pagina 129.
Tijd voor laat openen
Menu: [*][6][Mastercode] > Late openingstijd
Toetsenpaneel: [*][6][Mastercode] + 10
Sectie 4: Bediening van het systeem
- 74 -