Opmerking: Alleen de eerste uitgang van de HSM2204-uitgangsmodule heeft beltoezicht. Sommige omstandigheden,
zoals een systeemtest door de installateur, kunnen de partitietoewijzing opheffen en veroorzaken dat alle sirenes worden
geactiveerd. Systeemtesten door de gebruiker activeren alleen de sirenes/uitgangen die aan die partitie zijn toegewezen.
Werking onderling verbonden rookmelder
Wanneer de brandalarm-schakeling is ingeschakeld ([804] [001] - [128] optie 14) op een zone met een PowerG-rookmelder,
activeert elk brandalarm op een partitie die aan de melder is toegewezen de klankgever. Algemene brandalarmen activeren
de sirene op alle rookmelders. De sirene op onderling verbonden rookmelders volgt de bel van het paneel voor de duur van
de activering ([014] optie 8, onderbreking brandbel). Als deze optie is uitgeschakeld, dan laten onderling verbonden rook-
melders het alarm nog steeds horen totdat de bel op het paneel wordt gedeactiveerd.
De volgende alarmtypen zorgen ervoor dat onderling verbonden rookmelders klinken:
- Brandzones
- Alarmen [F]-toets
- 2-draads rookingang
3.5 Probleemindicatoren
Zowel hoorbare als visuele probleemindicaties zijn beschikbaar op alle partities. Voor meer informatie, zie "Pro-
bleemoplossing" op pagina 64
Programmeersectie [013] optie 3 bepaalt of er problemen worden aangegeven wanneer het alarmsysteem is ingeschakeld.
3.6 Installatie partitie toetsenpaneel
Toetsenpanelen kunnen worden geconfigureerd om een afzonderlijke partitie of alle partities te controleren. In het alge-
meen controleert een toetsenpaneel van een partitie de partitie waaraan dit is toegewezen. Een algemeen toetsenpaneel
controleert alle partities. Algemene toetsenpanelen moeten in de gemeenschappelijke ruimtes van het pand worden
geplaatst, zoals plaatsen van binnenkomst of ontvangstruimtes, waar het nodig is om gelijktijdig meerdere partities in- en uit
te kunnen schakelen.
Toetsenpanelen van partities kunnen ook tijdelijk aan andere partities worden uitgeleend.
Een bedieningsmodus van het toetsenpaneel selecteren:
1. Ga naar Installateursprogrammering: [*][8][Installateurcode].
2. Selecteer [861]–[876] om toetsenpanelen 1 - 16 te programmeren.
Druk op [000] voor partitietoewijzing.
l
Druk op 00 voor algemene bediening.
l
Voer 01 - 08 in voor partitie 1 - 8, om een toetsenpaneel aan een partitie toe te wijzen.
l
3. Druk op de knop [#] en herhaal stap 2 voor het volgende toetsenpaneel. Druk na het voltooien van het programmeren
van alle toetsenpanelen twee keer op de toets [#] om de programmering te verlaten.
Via het menu [*][5] worden toegangsrechten voor partities aan gebruikers toegewezen.
Installatie geleende partitie
Een toetsenpaneel uitlenen aan een andere partitie:
1. Houd [#] ingedrukt en voer dan een geldige toegangscode in. Het toetsenpaneel schakelt over naar algemene weer-
gave.
2. Gebruik de pijltjestoetsen om door de beschikbare partities te bladeren. Druk op [*] om de optie te selecteren. Het toet-
senpaneel wordt tijdelijk aan een andere partitie uitgeleend.
Als het toetsenpaneel gedurende meer dan 30 seconden niet actief is, keert het terug naar zijn toegewezen partitie.
Algemene zones
Als een zone aan meerdere partities wordt toegevoegd, dan wordt deze een algemene zone. Een algemene zone wordt
alleen ingeschakeld als alle toegewezen partities worden ingeschakeld en wordt uitgeschakeld wanneer een toegewezen
Sectie 3: Configuratie
- 51 -