[29] Groep overbruggen intrekken
Deze functie overbrugt alle zones die behoren tot de overbruggingsgroep.
Zones moeten worden opgeslagen in de overbruggingsgroep voor een correcte werking van deze functietoets. Er is een toe-
gangscode vereist om deze functie te gebruiken als sectie [023] optie 4 is ingeschakeld.
Opmerking: Niet gebruiken met draadloze sleutels.
[31] Lokale PGM activeren
Deze functie bestuurt een PGM die is aangesloten op een toetsenpaneel.
[32] Overbruggingsmodus
Deze functie plaatst het toetsenpaneel in de modus zoneoverbrugging. Het selecteren van deze functie staat gelijk aan het
indrukken van [*][1] terwijl uitgeschakeld. Als een toegangscode is vereist voor het overbruggen, moet de gebruiker de toe-
gangscode invoeren voordat u deze functie gebruikt. Er is een toegangscode vereist als sectie [023] optie 4 is ingeschakeld.
[33] Overbruggen intrekken
Deze functie overbrugt dezelfde set van zones die werden overbrugd de laatste keer dat de partitie was ingeschakeld. Deze
functie is gelijk aan drukken op [999], terwijl u zich in het menu [*][1] bevindt. Er is een toegangscode vereist om deze functie
te gebruiken als sectie [023] optie 4 is ingeschakeld.
[34] Gebruikersprogrammering
Deze functie is het equivalent van het invoeren van [*][5]. Een hoofd- of de supervisortoegangscode is vereist om deze func-
tie te gebruiken. Deze toets werkt alleen wanneer het systeem is uitgeschakeld.
[35] Gebruikersfuncties
Deze functie zet het toetsenpaneel in de gebruikersprogrammeermodus en is het equivalent van het invoeren van [*][6]. Er
is een toegangscode vereist om deze functie te gebruiken. Als sectie [023] optie 8 is uitgeschakeld, geeft alleen de Master-
of supervisorcode toegang tot het [*][6]-menu.
[37] Tijd en datum programmeren
Deze functie plaatst het toetsenpaneel in de modus datum/tijd programmeren. Er is een geldige toegangscode vereist.
[39] Probleemweergave
Deze functie zet het toetsenpaneel in de probleemweergavemodus en is gelijk aan drukken op [*][2]. Deze functie werkt
alleen terwijl het systeem is uitgeschakeld. Deze functietoets vereist een code als sectie [023] optie 5 is ingeschakeld.
[40] Alarmgeheugen
Deze functie zet het toetsenpaneel in weergavemodus van het alarmgeheugen en is gelijk aan drukken op [*][3]. Deze func-
tie werkt alleen terwijl het systeem is uitgeschakeld. Deze functietoets vereist een code als sectie [023] optie 6 is inge-
schakeld.
[61]-[68] Selecteren partitie 1 t/m 8
Deze functie selecteert partitie 1 - 8 wanneer de toegewezen toets wordt ingedrukt. Het gedurende 2 seconden vasthouden
van de toets selecteert de volgende partitie.
4.6 Taalselectie
Het toetsenpaneel kan worden geprogrammeerd om berichten en labels in verschillende talen weer te geven. Voer het vol-
gende uit in het menu Installateursprogrammering:
1. Ga naar Installateursprogrammering [*][8][Installateurscode]
2. Voer sectie [000]>[000]. in.
3. Kies een taal met behulp van de bladerknoppen of door het invoeren van een sneltoets:
Tabel 4-3 Talen
[01] – Engels
[02] – Spaans
[03] – Portugees
[04] – Frans
[05] – Italiaans
Sectie 4: Bediening van het systeem
[15] – Grieks
[16] – Turks
[18] – Kroatisch
[19] – Hongaars
[20] – Roemeens
- 61 -