8 – Overtreding activiteit
AAN: Inactiviteit op een partitie voor een geprogrammeerde duur (sectie [377] optie 002, Vertraging overtredingsmelding)
verzendt een overtredingscode naar de meldkamer. Deze optie is bedoeld om ouderen of gehandicapten te controleren. De
teller wordt gereset als zoneactiviteit wordt gedetecteerd of als het systeem is ingeschakeld. Vertraging overtredingsmelding
wordt uitgedrukt in uren.
Opmerking: De overtredingscode wordt niet verzonden bij Afwezig ingeschakeld. Activiteit op overbrugde zones heeft geen
invloed op deze timer.
UIT: De rapportagecode voor overtreding wordt verzonden wanneer het geprogrammeerde aantal dagen voor overtreding
(sectie [377]) verloopt zonder dat de partitie wordt ingeschakeld. Nadat de code is verzonden, wordt de timer niet opnieuw
gestart totdat de partitie is ingeschakeld. Elke dag die in de teller is geprogrammeerd, staat voor één dag plus de tijd die de
partitie nodig heeft om middernacht te bereiken. Om deze functie uit te schakelen, programmeert u 000 in sectie [377]> [002]
optie 5.
[381] Communicator optie 2
1 – Toetsenpaneel terugbellen
AAN: Wanneer de rapportagecode Openen na alarm met succes is verzonden naar een geprogrammeerd telefoonnummer,
laat het toetsenpaneel een reeks van 8 pieptonen horen om de bewoner te laten weten dat de code is verzonden en ont-
vangen. Voor elke code Openen na alarm die is gerapporteerd, wordt er teruggebeld.
UIT: Wanneer de rapportagecode Openen na alarm met succes is verzonden naar een geprogrammeerd telefoonnummer,
laat het toetsenpaneel geen terugbelgeluid horen.
2 – Bel terugbellen
AAN: Wanneer de rapportagecode Openen na alarm met succes is verzonden naar een geprogrammeerd telefoonnummer,
laat de sirene een reeks van 6 pieptonen horen om de bewoner te laten weten dat de code is verzonden en ontvangen.
Voor elke code Openen na alarm die is gerapporteerd, wordt er teruggebeld.
UIT: Wanneer de rapportagecode Openen na alarm met succes is verzonden naar een geprogrammeerd telefoonnummer,
laat de sirene geen terugbelgeluid horen.
4 – Bevestiging voor sluiten in-/uitgeschakeld
AAN: Wanneer de rapportagecode Sluiten met succes is verzonden naar een geprogrammeerd telefoonnummer, laat het
toetsenpaneel een reeks van 8 pieptonen horen om de bewoner te laten weten dat de code Sluiten is verzonden en ont-
vangen.
UIT: Het toetsenpaneel genereert geen terugbelgeluid wanneer de rapportagecode Sluiten met succes is verzonden.
8 – Communicatieprioriteit in-/uitgeschakeld
AAN: Gebeurtenissen volgen het prioriteitsniveau dat is aangegeven in de ULC-S559-norm.
Communicatie van gelijktijdige gebeurtenissen wordt geprioriteerd in de volgende volgorde (van hoogste tot laagste pri-
oriteit):
1. Brandalarmen
2. CO-alarm
3. Toezicht brand
4. Brandprobleem
5. Bewaking (medisch, paniek of beveiliging)
6. Alle andere gebeurtenissen, zoals herstel voor brandalarmen, toezicht, storing en bewaking.
UIT: Gebeurtenissen worden gecommuniceerd in de volgorde waarin ze plaatsvinden.
ULC
Opmerking: Moet AAN zijn voor ULC-commerciële installaties voor brandbewaking.
[382] Communicator optie 3
1 – Gereserveerd
2 – Looptestcommunicatie
AAN: Zonealarmen die afgaan tijdens de looptest worden gecommuniceerd, als deze geprogrammeerd zijn om dit te doen.
UIT: Zonealarmen tijdens de looptest worden niet gecommuniceerd. FMP-sleutelalarmen worden nog steeds gecom-
municeerd.
Sectie 5: Programmering
- 138 -