11 – Open na alarm
AAN: wordt geactiveerd wanneer het systeem wordt uitgeschakeld met een alarm in het geheugen.
UIT: wordt niet geactiveerd wanneer het systeem wordt uitgeschakeld met een alarm in het geheugen.
12 – Noodalarm
AAN: wordt geactiveerd bij noodalarm zone.
UIT: wordt niet geactiveerd bij noodalarm zone.
13 – Dwangalarm
AAN: wordt geactiveerd bij dwangalarm.
UIT: wordt niet geactiveerd bij dwangalarm.
14 – Overval geverifieerd
AAN: wordt geactiveerd wanneer er een geverifieerde overvalgebeurtenis wordt gedetecteerd.
UIT: wordt niet geactiveerd wanneer een geverifieerde overvalgebeurtenis wordt gedetecteerd.
155 – Systeemprobleem
01 - Ware uitgang/omgekeerd
AAN: gedeactiveerd tijdens normale werking, geactiveerd door activering.
UIT: geactiveerd tijdens normale werking, gedeactiveerd door activering.
02 – Getimede uitgang/vergrendelde uitgang
AAN: uitgang blijft actief tot de timer PGM-uitgang verloopt.
UIT: de uitgang blijft actief totdat er een toegangscode is ingevoerd.
04 – Onderhoud vereist
AAN: wordt geactiveerd bij probleemtoestand onderhoud vereist.
UIT: wordt niet geactiveerd bij probleemtoestand onderhoud vereist.
05 – Verlies van klok
AAN: wordt geactiveerd bij probleemtoestand verlies van klok.
UIT: wordt niet geactiveerd bij probleemtoestand verlies van klok.
06 – Gelijkstroomprobleem
AAN: wordt geactiveerd wanneer een lage of geen accu-probleem wordt gedetecteerd, of als er een HSM2204/2300
1-4 lage of geen accu-probleem wordt gedetecteerd.
UIT: wordt niet geactiveerd bij probleemtoestand DC.
07 – Busspanning
AAN: wordt geactiveerd wanneer een systeemmodule een lage hulpspanning heeft gemeten.
UIT: wordt niet geactiveerd bij een probleem lage spanning van de module.
08 – Problemen lichtnet
AAN: wordt geactiveerd wanneer een systeemapparaat een lichtnetstoring detecteert.
UIT: wordt niet geactiveerd bij lichtnetstoringen.
09 – Storing apparaat
AAN: activeert als er zich een van de volgende storingstoestanden bij een apparaat voordoet:
storing zone 001 - 128
l
storing toetsenpaneel 01 – 16
l
storing sirene 01 - 16
l
storing repeater 01-08
l
brandprobleem
l
CO-probleem
l
gasprobleem
l
warmteprobleem
l
bevriezingsprobleem
l
probleem sensor ontkoppeld
l
probleem zelftest
l
UIT: activeert niet als er zich een storingstoestand van een apparaat voordoet.
Sectie 5: Programmering
- 105 -