Probleem [05] Storingen van apparaten
Storing
[01] Storingen zone 1 - 128
Draadloze zones:
Voer [01] in om zones in storing te bekijken. Dit probleem
wordt gegenereerd door een probleem met het
draadloze toezicht van een zone.
Bedrade zones:
Dit probleem wordt gegenereerd door een kortsluiting
op bedrade zones als er DEOL of TEOL wordt gebruikt.
[03] Storingen sirene 1 - 16
Dit probleem wordt veroorzaakt door een storing met
draadloos toezicht op een draadloze sirene.
[04] Storingen repeater 1 - 8
Dit probleem wordt veroorzaakt door een storing in
draadloos toezicht van een draadloze repeater of
doordat de repeater vanwege stroomuitval uitschakelt.
[06] Maskering apparaat
Voer [06] in voor het bekijken van het zonelabel in
maskeringstoestand. Een zone die is geprogrammeerd
als 24 uur antimaskering of een draadloos apparaat
heeft met een van zijn sensoren een
maskeringstoestand gedetecteerd.
[08] Warmteprobleem
Voer 10 in voor het bekijken van de draadloze zone die
lage temperatuur detecteert.
[09] CO-probleem
Voer 09 in voor het bekijken van de zone of een
draadloos CO-apparaat dat zich in probleem lage
gevoeligheid bevindt.
[10] Probleem bevriezen
Voer 08 in voor het bekijken van de draadloze zone die
hoge temperatuur detecteert.
[11] Sensor ontkoppeld
Voer [11] in voor het bekijken van de draadloze zone die
een ontkoppelde sensor heeft gedetecteerd.
[12] Brandprobleem
Voer [012] in om te bekijken welke zones zich in
brandprobleem bevinden.
Sectie 7: Probleemoplossing
Druk op [05] om specifieke problemen vast te stellen
Probleemoplossing
Zorg ervoor dat er op de brandzones een 5,6K weerstand (groen, blauw, rood) is
aangesloten.
Verwijder de draden van de Z- en COM-aansluitklemmen en meet de weerstand van
de draden:
Controleer of er een kortsluiting op DEOL-zones of een open toestand op SEOL-
brandzones is.
Sluit een 5,6K-weerstand aan op de Z- en COM-aansluitklemmen. Controleer of de
probleemtoestand verdwijnt.
Voer een plaatsingstest met een draadloos apparaat uit en verplaats het als er slechte
resultaten worden ontvangen.
.
Voer een plaatsingstest van de draadloze sirene uit en verplaats deze indien nodig.
Voer een plaatsingstest van de draadloze repeater uit en verplaats deze indien nodig.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het apparaat voor probleemoplossing van
omstandigheden die maskeringsdetectie voor de sensor voor die apparaten kunnen
veroorzaken.
Verplaats het apparaat naar een locatie op kamertemperatuur en zorg dat het pro-
bleem wordt gewist. Als dit niet het geval is, controleer dan de programmeerdrempel
voor hoge temperatuur voor de zone.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het CO-apparaat voor stappen voor pro-
bleemoplossing van het probleem lage gevoeligheid.
Verplaats het apparaat naar een locatie op kamertemperatuur en zorg dat het pro-
bleem wordt gewist. Als dit niet het geval is, controleer dan de programmeerdrempel
voor lage temperatuur voor de zone.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de temperatuur- of overstromingsdetector
voor stappen voor probleemoplossing van een ontkoppelde sensor.
Als de brandzone bestaat uit een draadloze rookmelder, zorg er dan voor dat deze
niet wordt gemanipuleerd, of dat er toezichtproblemen zijn. Zorg ervoor dat de rook-
kamer vrij is van stof. Als er een 2-draads rookmelder wordt gebruikt, zorg er dan voor
dat er een 2,2 KΩ afsluitweerstand wordt gebruikt. Als de zone bestaat uit een 4-
draads rookmelder, zorg dan dat er een enkele afsluitweerstand van 5,6 KΩ wordt
gebruikt.
- 252 -