Pieptonen
AAN: Pieptonen activeren de hoofdsirene. Pieptonen moeten ingeschakeld zijn om de volgende opties te kunnen gebrui-
ken:
Pieptoon bij inschakelen (enkel)
l
Pieptoon bij uitschakelen (dubbel)
l
Belduur automatisch inschakelen (enkel, elke seconde)
l
Pieptoon bij vertrek (enkel, elke seconde)
l
Pieptoon bij binnenkomst (enkel, elke seconde)
l
Pieptoon bij probleem (enkel, elke 10 seconden)
l
UIT: Pieptonen activeren de hoofdsirene niet.
[001]-[324] PGM 001-324 Kenmerken
De volgende PGM-kenmerken kunnen aan een PGM worden toegewezen. Elk kenmerk heeft verschillende omscha-
kelopties, afhankelijk van het geselecteerde PGM-type (sectie [009]).
101 – Brand en inbraak
01 - Ware uitgang/omgekeerd
AAN: gedeactiveerd tijdens normaal gebruik. Geactiveerd door activering.
UIT: actief tijdens normaal bedrijf. Gedeactiveerd door activering.
102 – Vertraging brand en inbraak
01 - Ware uitgang/omgekeerd
AAN: gedeactiveerd tijdens normaal gebruik. Geactiveerd door activering.
UIT: actief tijdens normaal bedrijf. Gedeactiveerd door activering.
103 – Sensor resetten [*][7][2]
01 - Ware uitgang/omgekeerd
AAN: gedeactiveerd tijdens normaal gebruik. Geactiveerd door activering.
UIT: actief tijdens normaal bedrijf. Gedeactiveerd door activering.
03 – Toegangscode vereist/geen code vereist
AAN: Toegangscode voor activering vereist.
UIT: Geen toegangscode voor activering vereist.
107 – Externe sirene
01 - Ware uitgang/omgekeerd
AAN: gedeactiveerd tijdens normaal gebruik. Geactiveerd door activering.
UIT: actief tijdens normaal bedrijf. Gedeactiveerd door activering.
109 – Beleefdheidspuls
01 - Ware uitgang/omgekeerd
AAN: gedeactiveerd tijdens normaal gebruik. Geactiveerd door activering.
UIT: actief tijdens normaal bedrijf. Gedeactiveerd door activering.
111 – Toetsenpaneelzoemer volgen
01 - Ware uitgang/omgekeerd
AAN: gedeactiveerd tijdens normale werking, geactiveerd door activering.
UIT: geactiveerd tijdens normale werking, gedeactiveerd door activering.
02 - Getimede uitgang
AAN: uitgang blijft actief tot de timer PGM-uitgang verloopt.
UIT: de uitgang blijft actief totdat de zoemervoorwaarde eindigt.
09 – Toegangsvertraging
AAN: wordt geactiveerd bij toegangsvertraging.
UIT: wordt niet geactiveerd bij binnenkomst.
10 – Uitgangsvertraging
AAN: wordt geactiveerd bij uitgangsvertraging.
Sectie 5: Programmering
- 102 -