Sectie 5: Programmering
2 – Bel bij sluiten
AAN: Als een zone met het attribuut deurbel ingeschakeld is gesloten, laten de toetsenpanelen van het systeem en de
sirene (indien ingeschakeld) een pieptoon horen.
UIT: Als een zone met het attribuut deurbel ingeschakeld is gesloten, laten de toetsenpanelen van het systeem en de sirene
(indien ingeschakeld) geen pieptoon horen.
3 – RF Jam-storingstonen
AAN: U hoort storingstonen wanneer een RF Jam-storing is gedetecteerd.
UIT: U hoort geen storingstonen wanneer een RF Jam-storing is gedetecteerd.
4 – Meerdere treffers
AAN: Alarmen uit dezelfde zone binnen de duur van de inbraakverificatietimer zorgen ervoor dat de politiecode of geve-
rifieerde inbraak wordt geregistreerd en verzonden. Het aantal geactiveerde zones dat nodig is om een bevestigd alarm te
maken, hangt af van de waarde van de programmeerbare inbraakverificatieteller.
UIT: Alarmen uit dezelfde zone binnen de duur van de inbraakverificatietimer zorgen er niet voor dat de politiecode of geve-
rifieerde inbraak wordt geregistreerd en verzonden.
Opmerking: Deze functie is alleen van toepassing op zones die worden gedefinieerd als Binnenshuis aanwezig/afwezig,
Onmiddellijk aanwezig/afwezig, Vertraging aanwezig/afwezig of Nachtzones (PIR-zones). Schakel deze optie in als sectie
[380], optie 2 - Herstellen bij onderbreking bel is ingeschakeld.
5 – Laat sluiten
AAN: Geeft een hoorbare waarschuwing als het alarmsysteem niet is ingeschakeld door een geprogrammeerde tijd van de
dag, maar hiermee wordt het alarmsysteem niet geactiveerd. Het alarmsysteem communiceert en registreert de gebeurtenis
Laat sluiten aan het einde van het vooralarm bij auto-alarminschakeling/uitstel voor elke partitie.
UIT: Het alarmsysteem communiceert niet en registreert geen gebeurtenis Laat sluiten op de tijd die is geprogrammeerd
voor auto-alarminschakeling voor elke partitie.
Opmerking: Als de schakeloptie voor auto-alarminschakeling is uitgeschakeld, gaat het vooralarm bij auto-alarm-
inschakeling af wanneer er een tijd is geprogrammeerd voor die dag (indien ingeschakeld) en wordt de gebeurtenis gere-
gistreerd en gecommuniceerd. Deze optie heeft geen directe invloed op de functionaliteit van auto-alarminschakeling. Als
Laat sluiten is ingeschakeld en auto-alarminschakeling niet beschikbaar is, wordt op het LCD-toetsenpaneel 'Systeem
inschakelen in uitvoering' weergegeven tijdens het vooralarm Laat sluiten.
6 – Zomertijd
AAN: Het alarmsysteem past de zomer- en standaardtijd aan volgens de tijden die zijn geprogrammeerd in Systeemtimers
([005] opties 901-902).
Opmerking: Auto-alarminschakeling en testverzendingen zijn niet beschikbaar tussen 0200 en 0300 uur, omdat ze tijdens
de zomertijd worden overgeslagen. Gebeurtenissen die geprogrammeerd zijn om plaats te vinden tussen 0100 en 0200 zul-
len twee keer voorkomen op de dag waarop de zomertijd wordt ingesteld. De programmering van de zomertijd zou niet moe-
ten conflicteren met de programmering van auto-alarminschakeling en testverzendingen.
UIT: Het alarmsysteem past de zomertijd niet automatisch aan.
7 – Bel stilzetten tijdens vertraging snel vertrek
AAN: De deurbel is niet te horen bij snel vertrek.
UIT: De deurbel is te horen bij snel vertrek, overeenkomstig de zone-instellingen.
8 – Pieptoon alleen bij in-/uitschakelen afwezig
AAN: Pieptonen zijn alleen te horen bij afwezig inschakelen, evenals bij het uitschakelen in de modus Afwezig. Deze functie
voorkomt dat de sirene activeert bij het inschakelen van de modus Aanwezig en de Nachtmodus.
UIT: Pieptonen zijn te horen tijdens alle typen in- en uitschakeling.
Opmerking: Deze optie volgt de functies 'kenmerk pieptoon' als ze zijn ingeschakeld.
[018] Systeemoptie 6
1 – Uitzondering testverzending
AAN: Het alarmsysteem verzendt geen testverzending als een verzending naar de ontvanger is verzonden binnen het gepro-
grammeerde interval zoals ingesteld in sectie [377]>Zie "[003] – Periodieke testverzendingscyclus" op pagina 136.
UIT: Testverzendingen worden altijd op het geprogrammeerde interval verzonden.
- 115 -