Download Print deze pagina

Tyco PowerSeries Pro HS3032 Referentiehandleiding pagina 71

Verberg thumbnails Zie ook voor PowerSeries Pro HS3032:

Advertenties

Een toegangscode met een lcd-toetsenpaneel toevoegen:
1. Druk op [*][5][master-/supervisorcode] om toegangscodes 0002-1000 te bewerken.
2. Gebruik de navigatietoetsen om een gebruiker te selecteren en druk vervolgens op [*] om deze te bewerken.
3. Druk in het menu "Druk op (*) voor toegangscode" op [*]. De huidige toegangscode wordt weergegeven.
4. Voer de nieuwe toegangscode in. De code wordt opgeslagen wanneer het laatste nummer is ingevoerd.
Selecteer het gebruikersnummer en voer als eerste cijfer [*] in om een toegangscode te wissen. Alle cijfers van de toe-
gangscode moeten worden ingevoerd.
Een "-" naast een gebruikerscode geeft aan dat deze niet is geprogrammeerd. "P" geeft aan dat de code is gepro-
grammeerd. Een "T" geeft aan dat de code is geprogrammeerd en er een proximitytag is geregistreerd.
Toegangscodekenmerken
Iedere gebruikerscode heeft 6 kenmerken die kunnen worden in- of uitgeschakeld.
De standaardkenmerken van een toegangscode zijn dezelfde als de code die wordt gebruikt om [*][5] te openen, of er nu
een nieuwe code wordt geprogrammeerd of er een bestaande wordt bewerkt. De beschikbare kenmerken zijn als volgt:
Supervisor
l
Dwangcode
l
Overbrugging zone
l
Externe toegang
l
Pieptoon
l
Eenmalige gebruikerscode
l
Supervisor
1 –
Converteert standaardgebruiker naar supervisorgebruiker. Zie "Typen toegangscodes" op pagina 69 op pagina 58 voor bij-
zonderheden.
2 – Dwangcode
Converteert standaardgebruikerscode naar dwangcode. Zie "Typen toegangscodes" op pagina 69 voor meer informatie.
3 – Overbrugging zone
Gebruikers met dit kenmerk kunnen zones overbruggen. Sectie [023] optie 4, toegangscode vereist voor [*] [1], moet inge-
schakeld zijn om dit kenmerk te gebruiken.
7 – Pieptoon
Wanneer deze optie wordt toegewezen, dan piept de hoofdbel wanneer het alarmsysteem op afwezig wordt ingeschakeld.
Gebruik bijvoorbeeld het kenmerk pieptoon in-/uitschakelen om ervoor te zorgen dat toegangscodes voor draadloze sleu-
tels de bel laten snerpen, terwijl andere codes stil zijn. Om dit te doen schakelt u dit kenmerk in op alle toegangscodes die
zijn gekoppeld aan draadloze sleutels. Deze optie is standaard voor alle toegangscodes uitgeschakeld.
Opmerking: Een keer snerpen geeft aan dat het inschakelen is afgerond; twee keer snerpen geeft aan dat het uitschakelen
is voltooid.
Opmerking: Deze functie is onafhankelijk van de systeemoptie 'Pieptoon bij inschakelen afwezig'. Zie "[017] Systeemoptie
5" op pagina 114
De kenmerken van de mastercode kunnen niet van de standaardwaarden worden gewijzigd. Pieptoon is standaard uit.
8 – Code voor eenmalig gebruik
Converteert standaard gebruikerscode in een code voor eenmalig gebruik. Zie "Typen toegangscodes" op pagina 69 voor
meer informatie. Gebruik deze code niet voor gebruikers met toegewezen draadloze sleutels.
Met behulp van een lcd-toetsenpaneel:
1. Druk op [*][5][mastercode].
2. Gebruik de navigatietoetsen om een gebruiker te kiezen (02-1000) en druk op [*] om te selecteren.
3. Blader naar "Druk op [*] voor gebruikersopties" en druk op [*] om te selecteren.
4. Blader naar een gebruikerskenmerk en druk op [*] om dit in of uit te schakelen.
Sectie 4: Bediening van het systeem
- 71 -

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Powerseries pro hs3128