Sectie 5: Programmering
knipperen. Indien ingeschakeld, overschrijft deze optie de stroomweergaveoptie.
UIT: Als de stroom wegvalt, brandt het probleemlampje maar knippert het lampje niet.
3 – Toetsenpaneel leegmaken
AAN: Als er binnen 30 seconden geen toetsen worden ingedrukt, worden alle lampjes op het toetsenpaneel behalve de
toetsverlichting (indien ingeschakeld) uitgeschakeld tot de volgende aanraking van de toetsen, toegangsvertraging, hoor-
baar alarm of zoemer van het toetsenpaneel.
Functietoetsen van het toetsenpaneel blijven werken wanneer het toetsenpaneel leeg is, tenzij de functietoets is gepro-
grammeerd om een toegangscode te vereisen. Toetsenpaneel leegmaken terwijl ingeschakeld Wanneer een partitie is inge-
schakeld en in alarm is, schakelt het invoeren van een code voor het verwijderen van het leegmaken het alarm uit en wordt
het systeem uitgeschakeld.
UIT: De lampjes op het toetsenpaneel blijven te allen tijde ingeschakeld.
4 – Toetsenpaneel leegmaken vereist code
AAN: Er moet een geldige code worden ingevoerd voordat een leeggemaakt toetsenpaneel kan worden gebruikt. Informatie
wordt ontoegankelijk voor gebruikers van niveau 1.
UIT: Door op een willekeurige toets op een leeggemaakt toetsenpaneel te drukken, wordt het leegmaken van het toet-
senpaneel verwijderd.
Opmerking: De code die vereist is voor het leegmaken van het toetsenpaneel moet worden uitgeschakeld voor CP-01-ver-
CP-01
melde installaties.
5 – Toetsenpaneel toetsverlichting
AAN: De toetsverlichting voor alle toetsenpanelen op het systeem is ten alle tijde ingeschakeld.
UIT: De toetsverlichting voor alle toetsenpanelen op het systeem is uitgeschakeld.
6 – Energiebesparingsmodus
AAN: Als de stroom uitvalt, worden alle toetsen van het toetsenpaneel inclusief toetsverlichting uitgeschakeld. De lampjes
op het toetsenpaneel worden weer ingeschakeld na een aanraking van de toetsen, toegangsvertraging, hoorbaar alarm of
zoemer van het toetsenpaneel (behalve deurbel). De verlichting van het toetsenpaneel wordt weer uitgeschakeld na 30
seconden inactiviteit.
UIT: Als de stroom uitvalt, gaan de toetsenpanelen niet in de energiebesparingsmodus.
7 – Scherm overbruggen wanneer ingeschakeld
AAN: Het bericht Overbruggen wordt weergegeven als zones worden overbrugd wanneer het systeem is ingeschakeld.
UIT: Het bericht Overbruggen wordt alleen weergegeven terwijl het systeem is uitgeschakeld om aan te geven dat zones op
het systeem zijn overbrugd. Wanneer het systeem is ingeschakeld, wordt het overbruggingslampje uitgeschakeld.
Het bericht Overbruggen wordt weergegeven als de zones Aanwezig/Afwezig automatisch worden overbrugd bij het inscha-
kelen, ongeacht of deze optie is ingeschakeld. Met deze optie wordt de weergave van handmatige overbruggingsberichten
alleen in- en uitgeschakeld.
8 – Manipulatie toetsenpaneel ingeschakeld
AAN: Alle toetsenpanelen met manipulatieschakelaars genereren manipulatiealarmen en -herstel.
UIT: De manipulatieschakelaars op alle toetsenpanelen genereren geen manipulatiealarmen.
Opmerking: Als deze optie wordt gebruikt, moeten alle toetsenpanelen correct worden geïnstalleerd en beveiligd (mani-
pulatie hersteld) voordat de optie wordt ingeschakeld.
NA
Opmerking: Moet AAN zijn voor commerciële, UL/ULC-vermelde inbraakinstallaties.
[017] Systeemoptie 5
1 – Bel bij openen
AAN: Als een zone met het attribuut deurbel ingeschakeld is geopend, laten de toetsenpanelen van het systeem en de
sirene (indien ingeschakeld) een pieptoon horen.
UIT: Als een zone met het attribuut deurbel ingeschakeld is geopend, laten de toetsenpanelen van het systeem en de sirene
(indien ingeschakeld) geen pieptoon horen.
- 114 -