Samenvatting van Inhoud voor Tyco PowerSeries Pro HS3032
Pagina 1
intrusion Alarmregelaar PowerSeries Pro Referentiehandleiding Modellen: HS3032 en HS3128 WAARSCHUWING: Deze gebruiksaanwijzing bevat informatie over beperkingen met betrekking tot het gebruik en de functionaliteit van dit product en informatie over beperkingen met betrekking tot de aansprakelijkheid van de fabrikant. Lees de volledige gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
Pagina 2
Veiligheidsaanwijzingen voor het onderhoudspersoneel WAARSCHUWING: Volg altijd de fundamentele veiligheidsinstructies op die bij dit product zijn geleverd bij het gebruik van apparatuur die is aangesloten op het telefoonnet. Bewaar deze instructies om deze in de toekomst te kunnen raadplegen. Informeer de eindgebruiker over de veiligheidsvoorschriften die bij het gebruik van deze apparatuur moeten worden nage- leefd.
Pagina 3
blootstellen aan gevaarlijke spanning of andere risico's. Laat onderhoud/reparaties uitsluitend uitvoeren door gekwa- lificeerd personeel. Open het apparaat nooit zelf. Gebruik alleen goedgekeurde accessoires met deze apparatuur. Plaats of laat GEEN ENKEL object achter op de bovenkant van de behuizing van dit apparaat! De behuizing zoals die aan de wand is geïnstalleerd is niet ontworpen om enig extra gewicht te dragen! Knoei geen vloeistoffen op de behuizing.
Pagina 4
Inhoud Sectie 1: Inleiding 1.1 Over het systeem Sectie 2: Installatie 2.1 Overzicht van de installatieprocedure 2.2 Installatie alarmcontroller 2.3 Algemene aanwijzingen voor het bedraden 2.4 Modules installeren Sectie 3: Configuratie 3.1 Algemene stappen voor de configuratie 3.2 Het toetsenpaneel gebruiken 3.3 Registratie 3.4 Met partities werken 3.5 Probleemindicatoren...
Pagina 6
Sectie 1: Inleiding Sectie 1: Inleiding 1.1 Over het systeem Het PowerSeries Pro-alarmpaneel is een schaalbaar alarmsysteem met veel functies dat is ontworpen voor commercieel gebruik. De alarmcentrale ondersteunt zowel bedrade als draadloze apparaten. In dit gedeelte worden de functies van het alarmpaneel, beschikbare modellen, en compatibele apparaten vermeld.
Pagina 7
Sectie 1: Inleiding Belprobleem Corbusproblemen Probleem voedingseenheid Beschikbare modellen De volgende modellen alarmcontrollers zijn beschikbaar: HS3032 HS3128 Modelvergelijking De onderstaande tabel geeft de functies van ieder model alarmsysteem weer. Tabel 1-1 Modelvergelijking Eigenschappen HS3032 HS3128 Geïntegreerd Zones 2-wegaudio-interface Mobiele plug-in interface Geïntegreerde ethernet-verbinding PC-verbindingsinterface USB-aansluitingen...
Pagina 8
Sectie 1: Inleiding Eigenschappen HS3032 HS3128 1A voeding - HSM2300 Voeding met 4 uitgangen - HSM2204 Voeding 3 A - HSM3350 2-wegaudiomodule - HSM2955 Corbus-repeater - HSM3204CX* 8-zone-uitbreiding - HSM3408 ** Sluit de mobiele module aan - XX9080 Lcd-toetsenpaneel - HS2LCD Lcd-toetsenpaneel met prox - HS2LCDP Lcd-toetsenpaneel met host - HS2LCDRF Lcd-toetsenpaneel met prox en host - HS2LCDRFP...
Pagina 9
Sectie 1: Inleiding Compatibele apparaten De volgende draadloze apparaten en modules zijn compatibel met deze alarmcontroller. Opmerking: In onderstaande tabel en in dit document staat x in het typenummer voor de frequentie van het apparaat als volgt: 9 (912-919 MHz), 8 (868MHz), 4 (433MHz). Opmerking: Alleen modellen die de band 912-919 MHz gebruiken, zijn UL-/ULC-vermeld waar aangegeven.
Pagina 10
Sectie 1: Inleiding Bekabelde apparaten 2-draads rookmelders FSA-210x FSA-210xT FSA-210xS x = A, B of C FSA-210xST A: ULC-vermelde modellen FSA-210xLST B: UL-vermelde modellen FSA-210xR C: Europese en Australische modellen FSA-210xRT FSA-210xRS FSA-210xRST L = externe led-uitgang FSA-210xLRST R= hulpvorm C-relais S = Klankgever T = temperatuursensor 4-draads rookdetector...
Pagina 12
Sectie 2: Installatie Sectie 2: Installatie 2.1 Overzicht van de installatieprocedure De onderstaande stappen zijn bedoeld om te helpen bij de installatie van het alarmsysteem. Lees dit gedeelte door voor een algemeen begrip van de volgorde van installatie. Als u vanuit dit plan werkt, kunt u problemen verminderen en de totale installatietijd verkorten.
Pagina 13
Sectie 2: Installatie Installeer de hardware in de volgorde die op de volgende pagina's is aangegeven. Montage van de behuizing Dit hoofdstuk voorziet in algemene aanwijzingen voor wandmontage van de beschikbare PowerSeries Pro-behuizingen. Monteer deze op een droge locatie, in de buurt van een niet-geschakeld stopcontact en ethernet- en telefoonaansluitingen. Zorg er bij montage op een gipswand voor dat alle vier schroefgaten uitlijnen met de stijlen van de wand.
Pagina 14
Sectie 2: Installatie Wandmontage HSC3010C/HSC3010CR/HSC3030CAR-behuizingen Het volgende diagram geeft de beschikbare montageplaatsen van de alarmregelaar PCB, voedingsmodule en mani- pulatiebeugel in de HSC3010C/HSC3010CR/HSC3030CAR-behuizingen weer. 2.97cm 30.93cm [1.17in] [12.28in] 31.27cm [12.31in] A Gebruik metalen afstandhouders en schroef ze in de aangegeven positie. BELANGRIJK! Controleer of bout en duwstift stevig zijn vastgezet om massa-aan- sluiting voor de PCB te monteren.
Pagina 15
Sectie 2: Installatie Opmerking: Wanneer de voedingsadapter model HS65WPSNA niet in de behuizing van het behuizingsmodel HSC3010C of HSC3020C wordt gemonteerd, moet deze met de juiste schroeven via de bevestigingslipjes op de module aan het mon- tagevlak worden bevestigd. Wandmontage van de HSC3020CP-behuizing Het volgende diagram geeft de beschikbare montageplaatsen van de alarmregelaar PCB, draadloze ontvanger, voe- dingsmodule en manipulatiebeugel in de HSC3020CP-behuizing weer.
Pagina 16
Sectie 2: Installatie HSM3408 in HSC3010-behuizing Het volgende diagram toont de geleiding van kabels met en zonder stroombegrenzing in de behuizing. De batterijkabels en het netsnoer zijn niet stroombegrensd. Alle andere bedrading is stroombegrensd. Afbeelding 2-5 HSM3408 in HSC3010C-behuizing HSM3408- en HSM3350-montage in HSC3020C-behuizing Het volgende diagram geeft de beschikbare montageplaatsen van de HSM3350, HSM3408, voedingsmodule en mani- pulatiebeugel in de HSC3020C-behuizing weer.
Pagina 17
Sectie 2: Installatie HSM2108/HSM2208-montageplaatsen in HSC3010-behuizing Het volgende diagram geeft alle beschikbare montageplaatsen van de HSM2108/HSM2208 in de behuizingen HSC3010C/HSC3010CR/HSC3030CAR en HSC3020. Afbeelding 2-7 HSM2108/HSM2208 gemonteerd in HSC3010C-, HSC3010CR-, HSC3030CAR-behuizingen 2.3 Algemene aanwijzingen voor het bedraden Voltooi de volgende stappen om de bedrading voor de PowerSeries Pro aan te sluiten: 1.
Pagina 18
Sectie 2: Installatie Afbeelding 2-8 Bedrading paneel voor HSC3010C Voer bij HSC3010C-installaties de volgende stappen uit: 1. Als de voeding binnen de behuizing wordt gemonteerd, bevestig deze dan met de meegeleverde beves- tigingsmaterialen volgens afbeelding 2-4. Gebruik kabelbinders om de gelijkstroomdraden aan de behuizing te beves- tigen.
Pagina 19
Sectie 2: Installatie HS3128 in HSC3020 NA-bedradingsschema Afbeelding 2-9 Paneelbedrading voor HSC3020C (voor Noord-Amerika) Voltooi bij HSC3020-installaties de volgende stappen: 1. Als de voeding binnen de behuizing wordt gemonteerd, bevestig deze dan met de meegeleverde beves- tigingsmaterialen volgens afbeelding 2-4. Gebruik kabelbinders om de gelijkstroomdraden aan de behuizing te beves- tigen.
Pagina 20
Sectie 2: Installatie Installatie van de HSM3204CX in een HSC3010-behuizing Het volgende diagram toont de geleiding van kabels met en zonder stroombegrenzing in de behuizing. De batterijkabels en het netsnoer zijn niet stroombegrensd. Alle andere bedrading is stroombegrensd. Afbeelding 2-10 HSM3204CX/HSM3408 in HSC3010C-behuizing - 20 -...
Pagina 21
Sectie 2: Installatie HSM3204CX in HSC3020 Noord-Amerika bedradingsschema Dit diagram toont de geleiding van kabels met en zonder stroombegrenzing in de behuizing. De batterijkabels en het net- snoer zijn niet stroombegrensd. Alle andere bedrading is stroombegrensd. Afbeelding 2-11 Noord-Amerikaanse bedrading voor HSM3204CX in HSC3020-behuizing - 21 -...
Pagina 22
Sectie 2: Installatie Installatie van de HSM3350 in een HSC3010C-behuizing Het volgende diagram toont de geleiding van kabels met en zonder stroombegrenzing in de behuizing. De batterijkabels en het netsnoer zijn niet stroombegrensd. Alle andere bedrading is stroombegrensd. Afbeelding 2-12 HSM3350 in HSC3010C-behuizing - 22 -...
Pagina 23
Sectie 2: Installatie Noord-Amerikaanse bedrading voor HSM3350 in HSC3020-behuizing Dit diagram toont de geleiding van kabels met en zonder stroombegrenzing in de behuizing. De batterijkabels en het net- snoer zijn niet stroombegrensd. Alle andere bedrading is stroombegrensd. Afbeelding 2-13 Noord-Amerikaanse bedrading voor HSM3350 in HSC3020-behuizing - 23 -...
Pagina 24
Sectie 2: Installatie Installatie van de HS3032/HS3128 in een HSC3020C-behuizing Afbeelding 2-14 Bedrading paneel voor behuizing HSC3020C Voltooi bij HSC3020C-installaties de volgende stappen: 1. Voer de wisselstroomkabel door de opening aan de onderkant van de behuizing en bevestig het met kabelbinders, zoals in afbeelding 2-5 wordt getoond.
Pagina 25
Sectie 2: Installatie Overmatige spanning op draad en op aansluitklemmen Losraken van de aansluitklemmen Beschadiging van de isolatie van de geleiders 5. Afvoer van gebruikte batterijen moet in overeenstemming met de voor de beoogde markt toepasselijke voorschriften wor- den uitgevoerd 6.
Pagina 26
Sectie 2: Installatie HSC3020CP-bedrading Afbeelding 2-15 Bedrading paneel voor behuizing HSC3020CP De HSC3020CP-behuizing wordt verzonden met reeds geïnstalleerd(e) alarmpaneel, HSM2HOST-module, HS65WPS- module, voeding en manipulatieschakelaar. De communicator, de manipulatieschakelaar van de behuizing, de batterij en wisselstroom moeten tijdens de installatie worden bedraad. Voer bij installaties met de kunststof behuizing HSC3020P de volgende stappen uit: 1.
Pagina 27
Sectie 2: Installatie HSM3204CX in HSC3020-bedradingsschema Dit diagram toont de geleiding van kabels met en zonder stroombegrenzing in de behuizing. De batterijkabels en het net- snoer zijn niet stroombegrensd. Alle andere bedrading is stroombegrensd. Afbeelding 2-16 Paneelbedrading voor HSC3020-behuizing - 27 -...
Pagina 28
Sectie 2: Installatie HSM3350 in internationaal HSC3020-bedradingsschema Dit diagram toont de geleiding van kabels met en zonder stroombegrenzing in de behuizing. De batterijkabels en het net- snoer zijn niet stroombegrensd. Alle andere bedrading is stroombegrensd. Afbeelding 2-17 HSM3350-bedrading voor HSC3020-behuizing - 28 -...
Pagina 29
Sectie 2: Installatie Omschrijvingen aansluitklem De volgende aansluitingen zijn beschikbaar op de PowerSeries Pro-alarmregelaar. Tabel 2-1 Omschrijvingen aansluitklem Aansluitklem Omschrijving BAT+, BAT- Batterijpolen. Gebruik dit om te voorzien in back-upstroomvoorziening tijdens stroomuitval en extra stroom als de behoefte van het systeem het uitgangsvermogen van de lichtnetadapter kortstondig overschrijdt, zoals wanneer het systeem in alarm is.
Pagina 30
Sectie 2: Installatie Corbus moet werken met 18 tot 22 AWG quad, bij voorkeur twee gedraaide paren. De modules kunnen rechtstreeks op het paneel, in serie of via een T-verbinding worden aangesloten. Gebruik geen afgeschermde draad voor Corbus-bedrading. Opmerking: Iedere module kan overal langs de Corbus worden aangesloten. Er is geen afzonderlijke bedrading nodig voor toetsenpanelen, zone-uitbreidingen enz.
Pagina 31
Sectie 2: Installatie Stroomberekening alarmcontroller Maximaal (stand-by of alarm) AUX (2 A max. inclusief PGM's 1–4) Corbus (2 A max.)*** PCLink+ (200 mA) USB (maximaal 500 mA) Mobiele module (20 mA Inactief) Totaal (mag niet meer zijn dan 2 A) Bij toepassingen met UL-, ULC- en commerciële vermelding mag de totale stroom voor stand-by en alarm niet meer dan 2 A bedragen.
Pagina 32
Sectie 2: Installatie Capaciteitsgrenzen Een verhoging van de capaciteit op de Corbus beïnvloedt de gegevensoverdracht en vertraagt het systeem. De capaciteit neemt toe met iedere meter draad die aan de Corbus wordt toegevoegd. De nominale capaciteit van de gebruikte kabel bepaalt de maximale lengte van de Corbus.
Pagina 33
Sectie 2: Installatie Afbeelding 2-20 8-zone-uitbreiding HSM3408 Raadpleeg installatiebladen van de HSM2108 en HSM3408 voor meer informatie. 2-wegaudiomodule De HSM2955 tweeweg-audiomodule voorziet in functionaliteit voor spreken/inluisteren voor audioverificatie van alarmen. De hoofd-alarmregelaar is voorzien van een 3-pins analoge audiokoppelingsinterface om de module aan te sluiten. Afbeelding 2-21 Tweeweg-audiomodule HSM2955 Uitgangsuitbreiding De HSM2208-module wordt gebruikt om maximaal 8 programmeerbare laagstroomuitgangen aan het alarmsysteem toe te...
Pagina 34
Sectie 2: Installatie Afbeelding 2-22 Uitgangsuitbreiding HSM2208 Draadloze zendontvangermodule De HSM2HOSTx draadloze 2-wegintegratiemodule zorgt voor communicatie tussen draadloze apparaten en de alarm- controller. Opmerking: De HSM2HOST moet in de HSC3020CP kunststofbehuizing of in een aparte behuizing worden gemonteerd. Sluit de HSM2HOSTx volgens onderstaand schema aan op de 4-draads Corbus van de alarmcontroller. Afbeelding 2-23 Bedradingsschema HSM2HOSTx Sluit de stroom weer aan op het beveiligingssysteem nadat u de bedrading hebt voltooid.
Pagina 35
Sectie 2: Installatie Bedrading van de voeding HSM2300/2204 De HSM2300/2204-voeding/hoge-stroomuitgangsmodule levert tot 1,0 A extra stroom en kan worden gebruikt om maximaal vier programmeerbare uitgangen (alleen HSM2204) aan het alarmsysteem toe te voegen. De 4-draads Corbus-aansluiting zorgt voor de communicatie tussen de module en het alarmpaneel. Sluit de RED, BLK, YEL en GRN aansluitklemmen aan op de aansluitklemmen van de Corbus op de alarmcontroller.
Pagina 36
Sectie 2: Installatie HSM3350 De HSM3350 is een voedingsmodule onder toezicht met 3 A, 12 V DC, met dubbele AUX-uitgang en dubbele batterijback- De 4-draads Corbus-aansluiting zorgt voor de communicatie tussen de module en het alarmpaneel. Sluit de RED (rode), BLK (zwarte), YEL (gele) en GRN (groene) aansluitklemmen aan op de Corbus-aansluitklemmen op de alarmregelaar.
Pagina 37
Sectie 2: Installatie Corbus-repeater De HSM3204CX is een Corbus-repeater- en isolatiemodule met vier relaisuitgangen met een hoge stroomsterkte. De module is voorzien van een geïntegreerde stroomvoorziening om de Corbus van stroom te voorzien. Afbeelding 2-26 Corbus-repeater HSM3204CX Bedrading toetsenpaneel Om een toetsenpaneel aan te sluiten op de alarmcontroller, verwijdert u de achterplaat van het toetsenpaneel (raadpleeg het installatieblad voor het toetsenpaneel) en sluit u de RED, BLK, YEL en GRN aansluitklemmen aan op de over- eenkomstige aansluitklemmen op de alarmcontroller.
Pagina 38
Sectie 2: Installatie Afbeelding 2-27 P/Z-aansluitklemmen toetsenpaneel Opmerking: Als toezicht einde van de lijn wordt gebruikt, sluit de zone dan aan in overeenstemming met een van de con- figuraties zoals uiteengezet in "Zonebedrading" op pagina 38. EOL-weerstanden moeten op het apparaat aan het einde van de lus worden geplaatst, niet op het toetsenpaneel.
Pagina 39
Sectie 2: Installatie Draaddiameter Maximale lengte naar EOL-weerstand (meter) 6200 / 1889 7800 / 2377 De cijfers zijn gebaseerd op de maximale kabelweerstand van 100 Ω. Normaal gesloten Sluit bedrade apparaten aan op een Z-aansluitklem en een Com-aansluitklem. Bedraad normaal gesloten apparaten in serie.
Pagina 40
Sectie 2: Installatie Afbeelding 2-29 SEOL-bedrading De volgende tabel toont de zonestatus onder bepaalde voorwaarden voor SEOL: Tabel 2-6 SEOL-lusstatus Lusweerstand Lusstatus 0 Ω (kortgesloten draad of lus) Overtreden 5600 Ω (contact gesloten) Veilig Oneindig (gebroken draad, lus open) Overtreden Dubbele EOL-weerstanden (DEOL) Wanneer dubbele end-of-line (DEOL) weerstanden aan het einde van een zonelus worden geïnstalleerd, kan het paneel via de tweede weerstand bepalen of de zone open, gesloten, gemanipuleerd of defect is.
Pagina 41
Sectie 2: Installatie Opmerking: Bedraad geen brandzones naar aansluitklemmen van zones van het toetsenpaneel als de optie DEOL-bewa- king is geselecteerd. Opmerking: Deze optie kan alleen worden geselecteerd als N/C-detectieapparatuur of -contacten worden gebruikt. Er kan op iedere zone slechts één N/C-contact worden aangesloten. De volgende tabel toont de zonestatus onder bepaalde voorwaarden voor DEOL: Tabel 2-7 DEOL-lusstatus Lusweerstand...
Pagina 42
Sectie 2: Installatie Opmerking: erstanden (SEOL) voor brandzones. Afbeelding 2-32 Led-uitgang met stroombegrenzende weerstand en optionele uitgang van relaisbesturing. UL-compatibiliteits-id voor FSA-210B-serie is: FS200 Opmerking: Gebruik de FSA-210A- en FSA-410A-serie voor ULC-vermelde installaties. Belbedrading Deze aansluitingen leveren 700 mA vermogen op 10,8 - 12,5 VDC voor commerciële/residentiële installaties. Om te vol- doen aan de NFPA 72 Temporal Three Pattern-vereisten, moet sectie [013] Opt [8] Opt [8] ingeschakeld zijn.
Pagina 43
Sectie 2: Installatie Bedrading rookmelder Alle als brand gedefinieerde zones moeten volgens het volgende diagram worden aangesloten: Afbeelding 2-34 Bedrading rookmelder Zie "[001] toewijzen" op pagina 86 voor gebruik in brandzone. Opmerking: Rookmelders moeten van het vergrendelingstype zijn. Voer [*][7][2] in om een rookmelder te herstellen. Tabel 2-9 Compatibele 4-draads rookdetectors FSA-410x FSA-410xLST...
Pagina 44
Sectie 2: Installatie Tabel 2-10 Compatibele 2-draads rookmelders FSA-210x FSA-210xR FSA-210xT FSA-210xRT FSA-210xS FSA-210xRS FSA-210xST FSA-210xRST FSA-210xLST FSA-210xLRST Stroomwaarden voor DSC FSA-210B series: 35 mA - 75 mA Tabel 2-11 Initiërend circuit 2-draads rookmelder Item Specificatie Stijl/klasse, bewaakt, beperkt vermogen Stijl B (klasse B) Compatibiliteitsidentificatie PC18-1...
Pagina 45
Sectie 2: Installatie Tabel 2-12 Nominale waarden CO-melder Apparaat Omschrijving Max. nominale waarde bij 12 V DC CO-12/24 CO-melder model Potter 40 mA 12-24SIR CO-melder model Quantum 75 mA FW-CO12 CO-melder model NAPCO 90 mA FW-CO1224 CO1224 CO-melder model System Sensor. 40 mA Afbeelding 2-36 Bedrading CO-melder Aardleiding...
Pagina 46
Sectie 2: Installatie Stroom aansluiten Batterijen Sluit de batterij niet aan voordat alle andere bedrading is voltooid. Opmerking: Er is een afgesloten, herlaadbare, lood-zuur of gelbatterij vereist om aan de UL-vereisten voor stand-bytijden voor stroomvoorziening te voldoen. Sluit de RODE batterijdraad aan op de positieve pool van de batterij en de ZWARTE batterijdraad op de negatieve pool van de batterij.
Pagina 47
Sectie 3: Configuratie Sectie 3: Configuratie 3.1 Algemene stappen voor de configuratie Zodra de basisinstallatie van het alarmpaneel is voltooid, kunnen de volgende algemene configuratieopties worden inge- steld: partities aanmaken, Zie "Met partities werken" op pagina. 50 toetsenpanelen toewijzen aan partities, zie "Installatie partitie toetsenpaneel" op pagina 51 sirenes aan partities toewijzen, zie "Bediening bel/sirene "...
Pagina 48
Sectie 3: Configuratie Opstartprocedure – knippert snel tot het einde van de opstartprocedure. Firmware-indicatie – knippert tijdens de upgradeprocedure voor firmware. Als de firmware-upgrade mislukt, dan knip- pert de led snel. Knipperende cadansen (timing) - Tijdens een firmware-upgrade zal de status-led knipperen: 800 ms aan / 800 ms uit.
Pagina 49
Sectie 3: Configuratie Zie "Programmeren hex- en decimale gegevens" op pagina 80 voor informatie over het invoeren van hexadecimale gege- vens. 3.3 Registratie Alle optionele modules en apparaten moeten bij het systeem worden geregistreerd. Tijdens de registratie wordt het elek- tronische serienummer (ESN) van ieder apparaat voor het bedieningspaneel geïdentificeerd en worden zones toegewezen.
Pagina 50
Sectie 3: Configuratie Er zijn verschillende zonefuncties programmeerbaar, afhankelijk van het type apparaat. Zie "Installatie van zones" op pagina 86 voor meer informatie. Voorregistratie Voorregistratie is een procedure met twee stappen. De eerste stap vereist het invoeren van de ID van ieder apparaat ([804] [001]-[716]).
Pagina 51
Sectie 3: Configuratie Opmerking: Alleen de eerste uitgang van de HSM2204-uitgangsmodule heeft beltoezicht. Sommige omstandigheden, zoals een systeemtest door de installateur, kunnen de partitietoewijzing opheffen en veroorzaken dat alle sirenes worden geactiveerd. Systeemtesten door de gebruiker activeren alleen de sirenes/uitgangen die aan die partitie zijn toegewezen. Werking onderling verbonden rookmelder Wanneer de brandalarm-schakeling is ingeschakeld ([804] [001] - [128] optie 14) op een zone met een PowerG-rookmelder, activeert elk brandalarm op een partitie die aan de melder is toegewezen de klankgever.
Pagina 52
Sectie 3: Configuratie partitie wordt uitgeschakeld. Algemene zones gedragen zich als volgt: Een zone van het type algemeen aanwezig/afwezig wordt pas geactiveerd als alle partities waaraan de zone is toe- gewezen in de modus afwezig worden ingeschakeld. Interieurs moeten op alle partities worden geactiveerd om de algemene zone aanwezig/afwezig actief te laten zijn.
Pagina 53
Sectie 3: Configuratie Standaard alle labels Gebruik programmeringssectie [000][999]. De volgende labels worden hersteld naar de standaard fabrieksinstellingen: Zonelabel Partitielabels Modulelabels Labels partitie 1 - 8 commando-uitgang 1 t/m 4 Labels schema 1 t/m 4 Gebeurtenislabels Gebruikerslabels Systeem- en moduleprogrammering worden niet beïnvloed. Hardware hoofdbedieningspaneel resetten Voer de volgende stappen uit om het hoofdbedieningspaneel terug te zetten naar de standaardinstellingen: 1.
Pagina 54
Sectie 3: Configuratie [308][351]-[356] rapportagecodes (zie “[351] Alternatieve communicator 1”) [401] optie 7: DLS-toegang (Zie '[401] Systeemtest gebeurtenissen') Limiet communicatiepogingen Als er een storing in de telefoonlijnbewaking (TLM) aanwezig is, wordt het aantal kiespogingen voor het PSTN terug- gebracht van de geprogrammeerde waarde naar 0 pogingen. Zie programmeersectie [380] Communicator optie 1 voor meer informatie.
Pagina 55
Sectie 3: Configuratie op basis van hun tijdstempel, te beginnen met de meest recente. De gebeurtenisbuffer kan met behulp van DLS worden geüpload. Iedere gebeurtenis geeft de tijd en datum, een omschrijving van de gebeurtenis, het zonelabel, het toegangscodenummer of andere pertinente gegevens weer.
Pagina 56
Sectie 4: Bediening van het systeem Sectie 4: Bediening van het systeem 4.1 In- en uitschakelen De volgende tabel beschrijft de verschillende methoden voor in- en uitschakelen. Tabel 4-1 Methoden in-/uitschakelen Methode Omschrijving Afwezig inschakelen gedurende 2 seconden + [Toegangscode*] Aanwezig inschakelen gedurende 2 seconden + [Toegangscode*] Nachtstand inschakelen...
Pagina 57
Sectie 4: Bediening van het systeem N = Niet gereed X = Uitgangsvertraging E = Toegangsvertraging P = Vooralarm - = Partitie niet ingeschakeld In het volgende voorbeeld wordt partitie 1 ingeschakeld, is partitie 2 uitgeschakeld en gereed, is partitie 3 uitgeschakeld en niet gereed, partitie 4 is in alarm, geeft partitie 5 uitgangsvertraging aan, is partitie 6 in toegangsvertraging, is partitie 7 in voorafgaand alarm automatische inschakeling en is partitie 8 niet ingeschakeld.
Pagina 58
Sectie 4: Bediening van het systeem 4 hoogstroomuitgangsmodule module alternatieve communicator audiomodule sirene repeater De maximale grootte van het label is 14 ASCII-tekens. Zie "[801] Labels toetsenpanelen" op pagina 85 voor meer informatie. Gebeurtenislabels Er kunnen voor de volgende gebeurtenissen aanpasbare labels worden gemaakt: Brandalarm Inschakelen mislukt Alarm wanneer ingeschakeld...
Pagina 59
Sectie 4: Bediening van het systeem 4.5 Functietoetsen toetsenpaneel Toetsenpanelen hebben 5 programmeerbare functietoetsen die kunnen worden geconfigureerd om een van de volgende acties uit te voeren: Tabel 4-2 Opties programmeren functietoetsen [00] Nul functietoets [17] Binnenshuis inschakelen [02] Direct aanwezig inschakelen [21]-[24] Commando-uitgang 1 t/m 4[*][71] - [*][74] [03] Aanwezig inschakelen [29] Groep overbruggen intrekken...
Pagina 60
Sectie 4: Bediening van het systeem periode geen bewoners naar de locatie terugkeren. Activering van deze functietoets vereist een toegangscode. Deze functie werkt alleen terwijl het systeem is uitgeschakeld. Zie "[*][9] Geen toegang inschakelen" op pagina 76 voor meer informatie. [06] Bel aan/uit Deze functie schakelt de deurbel in of uit en is hetzelfde als het indrukken van [*][4].
Pagina 61
Sectie 4: Bediening van het systeem [29] Groep overbruggen intrekken Deze functie overbrugt alle zones die behoren tot de overbruggingsgroep. Zones moeten worden opgeslagen in de overbruggingsgroep voor een correcte werking van deze functietoets. Er is een toe- gangscode vereist om deze functie te gebruiken als sectie [023] optie 4 is ingeschakeld. Opmerking: Niet gebruiken met draadloze sleutels.
Pagina 62
Sectie 4: Bediening van het systeem [06] – Nederlands [21] – Russisch [07] – Pools [22] – Bulgaars [08] – Tsjechisch [23] – Lets [09] – Fins [24] – Litouws [10] – Duits [25] – Oekraïens [11] – Zweeds [26] – Slowaaks [12] –...
Pagina 63
Sectie 4: Bediening van het systeem Wanneer het alarmsysteem is uitgeschakeld Gebruikers kunnen met het commando [*][1] op het toetsenpaneel afzonderlijke zones of een geprogrammeerde groep over- bruggen. Zones worden meestal overbrugd als gebruikers toegang tot een gebied willen hebben terwijl de partitie is inge- schakeld of een defecte zone willen overbruggen (slecht contact, beschadigde bedrading) totdat er onderhoud kan worden uitgevoerd.
Pagina 64
Sectie 4: Bediening van het systeem 999 = overbruggen intrekken 000 = groep wissen Wanneer het alarmsysteem is ingeschakeld Druk wanneer het systeem is ingeschakeld op [*][1] om te schakelen tussen inschakelen aanwezig, afwezig of nacht. Als er zich een nachtzone op het systeem bevindt en er wordt op [*][1] gedrukt, dan wordt de gebruiker gevraagd om een toe- gangscode of klinkt er een bevestigingstoon en verandert de modus inschakelen.
Pagina 65
Sectie 4: Bediening van het systeem Tabel 4-4 : Probleemindicaties Probleem 01 – Onderhoud vereist: [01] Belcircuitprobleem: het belcircuit is open [02] RF-storing: de HSM2HOSTx heeft een RF-storing gedetecteerd [03] Verlies van klok: systeemtijd en -datum vereisen programmering. [04] Storing uitgang 1: een HSM2204-module heeft een open toestand op uitgang 1 gedetecteerd. [05] Warme start: er is een warme herstart uitgevoerd.
Pagina 66
Sectie 4: Bediening van het systeem Probleem 04 – Probleem wissel- of gelijkstroomingang: [01] Zone 001 - 128 Fout AC- of DC-ingangsvermogen: er is een probleem met het AC- of DC-ingangsvermogen gedetecteerd op een PGX934 PIR + Camera. [02] Fout AC- of DC-ingangsvermogen toetsenpaneel: er is een probleem met het AC- of DC-ingangsvermogen van een toetsenpaneel. [03] Wisselstroom sirene 01 - 16: er is een probleem met het AC- of DC-ingangsvermogen van een sirene.
Pagina 68
Sectie 4: Bediening van het systeem Probleem 11 – Communicatie: [01] TLM: telefoonlijn ontkoppeld van bedieningspaneel. [02] Probleem FTC-ontvanger 01 - 04: communicatiefout met geprogrammeerde ontvangerpaden. [04] Alt. comm. mobiel: storing radio of simkaart, lage signaalsterkte gedetecteerd of storing mobiel netwerk. [05] Alt.
Pagina 69
Sectie 4: Bediening van het systeem [*][4] Deurbel in-/uitschakelen Wanneer deze functie is ingeschakeld, laat het toetsenpaneel een toon horen wanneer een zone geprogrammeerd als deur- beltype wordt geopend of gesloten. Als u op [*][4] drukt wordt er gewisseld tussen ingeschakeld en uitgeschakeld. Het ken- merk deurbel voor iedere zone wordt in sectie [002], subsecties [001]-[128] optie 4 geprogrammeerd.
Pagina 70
Sectie 4: Bediening van het systeem Installateurscode Deze code geeft toegang tot de Installateursprogrammering [*][8]. De installateurscode wordt alleen gebruikt om toegang te krijgen tot het configureren van het systeem via [*][8] Programmering installateur en heeft geen toegang tot enige andere functies.
Pagina 71
Sectie 4: Bediening van het systeem Een toegangscode met een lcd-toetsenpaneel toevoegen: 1. Druk op [*][5][master-/supervisorcode] om toegangscodes 0002-1000 te bewerken. 2. Gebruik de navigatietoetsen om een gebruiker te selecteren en druk vervolgens op [*] om deze te bewerken. 3. Druk in het menu “Druk op (*) voor toegangscode” op [*]. De huidige toegangscode wordt weergegeven. 4.
Pagina 72
Sectie 4: Bediening van het systeem Gebruikerslabels toevoegen Er kunnen voor iedere gebruiker aangepaste labels worden geprogrammeerd, om ze makkelijker op het alarmsysteem te identificeren. Labels kunnen maximaal 16 tekens lang zijn. Met behulp van een lcd-toetsenpaneel: 1. Druk op [*][5] en selecteer vervolgens een gebruiker (02 -1000). 2.
Pagina 73
Sectie 4: Bediening van het systeem Gebeurtenissenbuffer Menu: [*][6][Mastercode]> Gebeurtenissenbuffer Toetsenpaneel: [*][6][Mastercode] > [*] Deze optie wordt gebruikt om systeemgebeurtenissen te bekijken die in de gebeurtenissenbuffer zijn opgeslagen. Gebeurtenissen worden weergegeven in de volgorde waarin ze zich hebben voorgedaan, beginnend met de meest recente.
Pagina 74
Sectie 4: Bediening van het systeem Wisselstroom/gelijkstroom onderdrukken inschakelen Manipulaties vergrendelingssysteem Storing toezicht zone-uitbreiding Andere programmeeropties die deze functie kunnen beïnvloeden: Zie "[151]-[158] Partitie auto-inschakelen/-uitschakelen" op pagina 124 Zie "[014] Systeemoptie 2" op pagina 112 DLS/systeemservice toestaan inschakelen Menu: [*][6][Mastercode] > Systeemserv/DLS Toetsenpaneel: [*][6][Mastercode] + 05 Deze functie schakelt het DLS-venster gedurende 30 minuten of 6 uur in of uit, afhankelijk van de programmering van sectie [025] optie [7].
Pagina 75
Sectie 4: Bediening van het systeem Deze functie wordt gebruikt om de tijd van de dag te programmeren waarop de partitie moet worden uitgeschakeld wanner de optie laat openen is ingeschakeld. Een aparte tijd kan worden geprogrammeerd voor iedere dag van de week. Geldige invoergegevens zijn 00:00-23:59.
Pagina 76
Sectie 4: Bediening van het systeem Deze optie wordt gebruikt voor het bekijken van gebeurtenissen voor inschakelen van het systeem die in de buffer zijn opge- slagen. [*][7] Commando-uitgang 1 - 4 Menu: [*][7][mastercode indien nodig] > uitgangsbeheer Toetsenpaneel: [*][7][mastercode indien nodig] Deze optie wordt gebruikt voor het activeren of deactiveren van commando-uitgang 1 - 4 van iedere partitie en de com- mando-uitgang in staat te stellen een schema te volgen.
Pagina 77
Sectie 4: Bediening van het systeem Wanneer ingeschakeld: Deze functie biedt de mogelijkheid om het pand te verlaten als het alarmsysteem is ingeschakeld zonder het alarm eerst uit te moeten schakelen en weer in te moeten schakelen. Als u op [*][0] drukt begint er een 2 minuten-timer te lopen die het mogelijk maakt om elke deur die is geprogrammeerd als een vertraagde zone te openen en te sluiten zonder dat er een alarm afgaat.
Pagina 78
Sectie 5: Programmering Sectie 5: Programmering 5.1 Uitleg programmeren Deze sectie beschrijft hoe u met behulp van ondersteunde soorten toetsenpanelen programmeeropties voor het alarm- systeem kunt bekijken. 5.2 Programmeringsmethoden Het alarmsysteem kan met de volgende methoden worden geprogrammeerd: Tabel 5-1 Programmeringsmethoden Methode Omschrijving Procedure...
Pagina 79
Sectie 5: Programmering Zodra het 5-cijferige nummer is ingevoerd, kan de installatie niet worden verlaten totdat alle secties zijn voltooid. Voer nieuwe gegevens in en/of druk op de [#]-toets om de weergegeven gegevens te accepteren en door te gaan naar de volgende sectie. Door slechts een cijfer te veranderen, en vervolgens op de [#]-toets te drukken gaat u door naar het volgende gedeelte, zonder de gewijzigde gegevens op te slaan.
Pagina 80
Sectie 5: Programmering Installateursprogrammering Installateursprogrammering wordt gebruikt om opties voor het alarmsysteem handmatig te programmeren. U heeft toegang tot deze optie door het intoetsen van [*][8][Installateurscode]. Gebruik de navigatietoetsen om door de menu's te navigeren of spring direct naar een specifieke sectie door het intoetsen van een sectienummer. Programmering bestaat uit het aan en uit zetten van opties in elke sectie of door het invullen van gegevensvelden.
Pagina 81
Sectie 5: Programmering Tabel 5-2 Programmering hex-cijfers Waarde Invoeren Telefoonkiezer HEX [A] Druk op [*][1][*] Niet ondersteund HEX [B] Druk op [*][2][*] Gesimuleerde [*]-toets HEX [C] Druk op [*][3][*] Gesimuleerde [#]-toets HEX [D] Druk op [*][4][*] Kiestoon zoeken HEX [E] Druk op [*][5][*] Pauze van twee seconden HEX [F]...
Pagina 82
Sectie 5: Programmering 5.3 Beschrijvingen programmering Dit gedeelte bevat beschrijvingen van alle opties voor alarmcontrollers die door de installateur kunnen worden gepro- grammeerd. Labels toevoegen [000] Labels programmeren Zone- en andere labels op het alarmsysteem kunnen worden aangepast. Programmeer labels lokaal of download/upload met DLS. Lokale labelprogrammering wordt via een systeemtoetsenpaneel gedaan, zoals hieronder wordt beschreven.
Pagina 83
Sectie 5: Programmering 6. Druk op [#] om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten. - 83 -...
Pagina 85
Sectie 5: Programmering 11. Druk op [#] om labelprogrammering af te sluiten en het huidige label op te slaan. [064] Bericht CO-alarm Gebruik dit gedeelte om een aangepast label te programmeren dat tijdens een koolstofmonoxide-alarm op de toet- senpanelen wordt weergegeven. De maximale labelgrootte is 14 x 2 tekens. [065] Bericht brandalarm Gebruik dit gedeelte om een aangepast label te programmeren dat tijdens een brandalarm op de toetsenpanelen wordt weergegeven.
Pagina 86
Sectie 5: Programmering [808] Label audioverificatiemodule HSM2955 Gebruik deze sectie om een aangepast label voor de audioverificatiemodule te maken. [809][001]-[004] HS2300 Voedingslabel Gebruik deze sectie om aangepaste labels voor de voedingen binnen het systeem te maken. Kies 001-004 voor voeding 1- [810][001]-[004] HS2204 Label voor hoogspanningsuitgang voeding Gebruik deze sectie om aangepaste labels voor de voedingen met hoogspanningsuitgangen binnen het systeem te maken.
Pagina 87
Sectie 5: Programmering Onmiddellijk – Dit zonetype, dat vaak gebruikt wordt voor buitendeuren en -ramen in de perimeter, volgt de uitgangsvertraging. Het alarm wordt direct geactiveerd als de zone wordt geactiveerd nadat de uitgangsvertraging is verstreken. Binnenshuis – Algemeen toegewezen aan bewegingssensoren binnenshuis in de buurt van een toegangspunt, zoals een hal of gang, die moet worden benaderd om het toetsenpaneel te bereiken.
Pagina 88
Sectie 5: Programmering Laatste deur ingesteld (uitsluitend niet-CP-01-panelen). – Dit zonetype gebruikt geen uitgangstimer (oneindige uitgangsvertraging). De deur moet worden geopend en gesloten om de inschakelprocedure te voltooien. De inschakelmethode bepaalt of er een oneindige uitgangsvertraging wordt toegepast. Zie onderstaande tabel. Opmerking: Uitgangsvertraging bij dit type zone uitschakelen.
Pagina 89
Sectie 5: Programmering Als de zone wordt geactiveerd, dan begint er een vertraging van 40 seconden. Het alarm gaat af als de zone na 30 secon- den nog steeds in storing is. Als de zone niet meer in alarm is, dan begint er een verificatietimer van 80 seconden. Indien er tijdens deze periode een brandzone wordt geactiveerd, dan wordt het alarm geactiveerd.
Pagina 90
Sectie 5: Programmering 24 uur hoge temperatuur – Dit type zone wordt gebruikt met draadloze temperatuursensoren en wordt geactiveerd als de temperatuur boven een gepro- grammeerde drempel komt (die is ingesteld in sectie [804][xxx][019-020]). Onmiddellijk alarm wanneer geactiveerd, stan- daard hoorbaar alarm. Dit type zone genereert een alarm als het systeem wordt ingeschakeld of uitgeschakeld. Opmerking: Dit type zone kan niet bij bekabelde tijdzones worden gebruikt.
Pagina 91
Sectie 5: Programmering Aanhoudend uitschakelen sleutelschakelaar – Gebruikt met een aangehouden sleutelschakelaar. Het activeren van deze zone schakelt de partitie uit. Manipulaties of storingen op deze zone schakelen de partitie niet uit. Deurbelzone – Dit type zone laat via toetsenpanelen op de partitie een bel klinken wanneer geactiveerd. Er worden geen alarmen gege- nereerd.
Pagina 92
Sectie 5: Programmering OPMERKING: Wanneer open zones annuleren inschakelen is ingeschakeld [021][7], dan kan het systeem beginnen met inschakelen met een open, gedwongen inschakelbare zone, maar als de zone nog open is wanneer de timer voor uitgangsvertraging afloopt, dan wordt het inschakelen geannuleerd.
Pagina 93
Sectie 5: Programmering [004] EOL-weerstand Gebruik dit menu om aangepaste weerstandswaarden voor SEOL-, DEOL- en TEOL-opties in 3-cijferig formaat te pro- grammeren. Voer om de waarde 0,5 kΩ te programmeren bijvoorbeeld 005 in. [001] – Enkelvoudige EOL Alarm Standaardwaarde: 5,6 kΩ Programmeerbaar bereik: 0,5 kΩ...
Pagina 94
Sectie 5: Programmering Opmerking: Niet voor gebruik met installaties met UL-/ULC-vermelding. 000 schakelt deze functie uit. Zonelus reactietijd Zonelus reactietijd is een 3-cijferige invoer van 005 tot 255 geprogrammeerd in stappen van 10ms. De minimale beschikbare zonelus reactietijd is 50 ms (d.w.z., programmeer 005 voor 50 ms). Automatische aanpassing klok Deze waarde doet het aantal seconden op de systeemklok toe- of afnemen aan het eind van elke dag om onnauwkeurigheden te compenseren.
Pagina 95
Sectie 5: Programmering Geldige waarden zijn 00-23 uur. Dit is het tijdstip van de dag waarop de klok vooruit of terug wordt gezet. Toename Geldige waarden zijn 1 of 2 uur. Dit is het aantal uur dat de klok vooruit of terug wordt gezet. Toegangscodes Deze sectie wordt gebruikt door installateurs om de installateurscode, de mastercode en de onderhoudscode te pro- grammeren.
Pagina 96
Sectie 5: Programmering [001] – [324] Toewijzing PGM-partitie Met deze optie kan de installateur elke PGM-uitgang aan een partitie toewijzen. Selecteer om een PGM aan een partitie toe te wijzen eerst de PGM-uitgang (PGM 001-324) en selecteer vervolgens de partitie (1-8). Opmerking: Dit veld wordt alleen ondersteund door PGM-types die meerdere partitiemogelijkheden hebben (bijv.
Pagina 97
Sectie 5: Programmering 103 – Sensor resetten [*][7][2] Deze uitgang is normaal gesproken actief en wordt 5 seconden gedeactiveerd als een brandresetcommando [*][7][2] wordt ingevoerd of als een automatisch geverifieerd brandalarm wordt waargenomen. Deze optie wordt gebruikt om de stroom voor vergrendelende rookmelders te resetten.
Pagina 98
Sectie 5: Programmering Als dit aan meerdere partities is toegewezen, dan moeten alle partities in de modus afwezig zonder overbrugde zones wor- den ingeschakeld voordat de PGM activeert. Als een gedwongen inschakelbare zone wordt geschonden op het moment van inschakelen, dan activeert de PGM niet. Als de zone wordt hersteld, dan activeert de PGM. 121 - 124 –...
Pagina 99
Sectie 5: Programmering 147 – Ontwijken Deze PGM-uitgang activeert gedurende twee seconden nadat het alarmsysteem een ontwijkingssignaal van de meldkamer ontvangt. 148 – Aarding starten Deze uitgang wordt twee seconden geactiveerd voordat het alarmsysteem probeert te kiezen om een kiestoon te krijgen op de Ground Start-telefoonapparatuur.
Pagina 100
Sectie 5: Programmering Inbraak (vertraging, onmiddellijk, binnenshuis, aanwezig/afwezig en 24-uurs inbraakzones) Brand (brandtoets, brandzones) Paniek (paniektoets en paniekzones) Medisch (medische toets, medische- en noodgevalzones) Toezicht (zones voor toezicht, bevriezing en water) Prioriteit (zones voor gas, warmte, sprinkler en 24-uurs vergrendeling) Overval (overvalzones) Uitgang volgt pulstimer (Zie "[008] Programmering PGM-timer"...
Pagina 101
Sectie 5: Programmering 175 - Belstatus en programmering toegangsuitgang Deze PGM wordt geactiveerd wanneer de sirene, modus Installateursprogrammering of DLS/SA actief is. Het wordt gede- activeerd na de time-out van de bel, wanneer Installateursprogrammering wordt afgesloten of wanneer de DLS/SA-pro- grammering wordt verbroken.
Pagina 102
Sectie 5: Programmering Pieptonen AAN: Pieptonen activeren de hoofdsirene. Pieptonen moeten ingeschakeld zijn om de volgende opties te kunnen gebrui- ken: Pieptoon bij inschakelen (enkel) Pieptoon bij uitschakelen (dubbel) Belduur automatisch inschakelen (enkel, elke seconde) Pieptoon bij vertrek (enkel, elke seconde) Pieptoon bij binnenkomst (enkel, elke seconde) Pieptoon bij probleem (enkel, elke 10 seconden) UIT: Pieptonen activeren de hoofdsirene niet.
Pagina 103
Sectie 5: Programmering UIT: wordt niet geactiveerd bij uitgangsvertraging. 11 – Deurgong AAN: wordt geactiveerd wanneer gong wordt ingeschakeld. UIT: wordt niet geactiveerd wanneer gong wordt ingeschakeld. 12 – Zoemerzone toetsenpaneel AAN: wordt geactiveerd wanneer zoemer in alarm gaat. UIT: wordt niet geactiveerd wanneer zoemer in alarm gaat. 13 –...
Pagina 104
Sectie 5: Programmering UIT: actief tijdens normaal bedrijf. Gedeactiveerd door activering. 132 – Uitgang overval 01 - Ware uitgang/omgekeerd AAN: gedeactiveerd tijdens normaal gebruik. Geactiveerd door activering. UIT: actief tijdens normaal bedrijf. Gedeactiveerd door activering. 146 – TLM-alarm 01 - Ware uitgang/omgekeerd AAN: gedeactiveerd tijdens normaal gebruik.
Pagina 105
Sectie 5: Programmering 11 – Open na alarm AAN: wordt geactiveerd wanneer het systeem wordt uitgeschakeld met een alarm in het geheugen. UIT: wordt niet geactiveerd wanneer het systeem wordt uitgeschakeld met een alarm in het geheugen. 12 – Noodalarm AAN: wordt geactiveerd bij noodalarm zone.
Pagina 106
Sectie 5: Programmering 10 – Batterij apparaat bijna leeg AAN: wordt geactiveerd als een van de volgende lage-accuvoorwaarden in het apparaat aanwezig is: zone 001 – 128 toetsenpaneel 01 – 16 sirene 01 – 16 repeater 01 – 08 gebruiker 01 - 32 (draadloze sleutels) UIT: activeert niet als een lage-accuprobleemtoestand in het apparaat aanwezig is.
Pagina 107
Sectie 5: Programmering Probleem toezicht ontvanger 1 – 4 Probleem configuratie sms Alt comm. Fout. UIT - wordt niet geactiveerd als er sprake is van een communicatieprobleem. 16 – Niet in het netwerk AAN - wordt geactiveerd als een van de volgende, niet-netwerkgebonden omstandigheden zich voordoen: zone 001 –...
Pagina 108
Sectie 5: Programmering UIT: wordt niet geactiveerd bij alarm toezicht brand. 14 – Brandprobleem AAN: wordt geactiveerd bij probleemtoestand brand. UIT: wordt niet geactiveerd bij probleemtoestand brand. 15 – CO-alarm AAN: wordt geactiveerd bij CO-alarm. UIT: wordt niet geactiveerd bij CO-alarm. 157 –...
Pagina 109
Sectie 5: Programmering UIT: geactiveerd tijdens normaal gebruik. Gedeactiveerd door activering. 184 – Open na alarm 01 - Ware uitgang/omgekeerd AAN: gedeactiveerd tijdens normaal gebruik. Geactiveerd door activering. UIT: geactiveerd tijdens normaal gebruik. Gedeactiveerd door activering. 200 – Zonevolger - enkele zone 01 - Ware uitgang/omgekeerd AAN: gedeactiveerd tijdens normale werking, geactiveerd door activering.
Pagina 110
Sectie 5: Programmering [001]-[324] PGM selecteren De volgende opties kunnen voor elke PGM worden geselecteerd: Zone volgt PGM per zone Deze optie wordt gebruikt voor het specificeren van de zone die PGM-type 200 volgt. Voer 001 - 128 in om zone 1 - 128 te selecteren.
Pagina 111
Sectie 5: Programmering Systeemopties [013] Systeemoptie 1 1 – NC-lus/EOL AAN: Alle zones worden als normaal gesloten circuits aangesloten en zijn verbonden met een COM-terminal. EOL-weer- stand is niet vereist. Er wordt een alarm gegenereerd wanneer het circuit wordt geopend. UIT: Alle zones moeten worden bekabeld met een EOL-weerstandsconfiguratie.
Pagina 112
Sectie 5: Programmering 8 – Tijdelijke drievoudige brandsignalering AAN: Alle brandbellen klinken in het Temporal Three Pattern. De toon klinkt als volgt: (500 ms AAN, 500 ms UIT, 500 ms AAN, 500 ms UIT, 500 ms AAN, 1,5 sec UIT). UIT: Alle brandbellen klinken met de standaard brandbeltoon van 1 seconde aan/1 seconde uit.
Pagina 113
Sectie 5: Programmering Opmerking: Gebruik deze alleen voor residentiële brandinstallaties. 2 – [P]-toets hoorbaar AAN: Wanneer een geldig [P]-sleutelalarm wordt gegenereerd, laat de zoemer van het toetsenpaneel een reeks van 3 piep- tonen horen om het alarm te bevestigen en klinkt er een sirene voor zolang als de bel is onderbroken. UIT: Wanneer een geldig [P]-sleutelalarm wordt gegenereerd, zijn de zoemer van het toetsenpaneel en de sirene stil, maar wordt het alarm nog steeds verzonden (indien geprogrammeerd).
Pagina 114
Sectie 5: Programmering knipperen. Indien ingeschakeld, overschrijft deze optie de stroomweergaveoptie. UIT: Als de stroom wegvalt, brandt het probleemlampje maar knippert het lampje niet. 3 – Toetsenpaneel leegmaken AAN: Als er binnen 30 seconden geen toetsen worden ingedrukt, worden alle lampjes op het toetsenpaneel behalve de toetsverlichting (indien ingeschakeld) uitgeschakeld tot de volgende aanraking van de toetsen, toegangsvertraging, hoor- baar alarm of zoemer van het toetsenpaneel.
Pagina 115
Sectie 5: Programmering 2 – Bel bij sluiten AAN: Als een zone met het attribuut deurbel ingeschakeld is gesloten, laten de toetsenpanelen van het systeem en de sirene (indien ingeschakeld) een pieptoon horen. UIT: Als een zone met het attribuut deurbel ingeschakeld is gesloten, laten de toetsenpanelen van het systeem en de sirene (indien ingeschakeld) geen pieptoon horen.
Pagina 116
Sectie 5: Programmering 2 – Rapportage realtime overbrugging AAN: Wanneer een niet-24-uurs zone in [*][1] wordt overbrugd, registreert het systeem onmiddellijk de overbruggingsstatus van de zone en wordt deze gecommuniceerd. Algemene zones: 24-uurs en niet-24 uurs overbruggingen worden in realtime geregistreerd en gecommuniceerd. Gebeur- tenissen overbrugging van niet-24-uurs zones ongedaan maken worden gegenereerd wanneer de laatste toegewezen par- titie is uitgeschakeld.
Pagina 117
Sectie 5: Programmering hoorbaar alarm in een ingeschakelde toestand (aanwezig, afwezig of nacht): 24 uur toezichthoudend, 24 uur niet-alarm, 24- uur CO, vertraagd 24 uur brand, standaard 24 uur brand, auto-geverifieerde brand Wanneer de partitie is ingeschakeld, genereren draadloze toezichtstoring van sirenes, toetsenpanelen en repeaters hoor- bare alarmtoestanden.
Pagina 118
Sectie 5: Programmering 3 – [*][8] Toegang wanneer ingeschakeld AAN: Deze optie zorgt ervoor dat [*][8] Installateursprogrammering toegankelijk is vanaf een toetsenpaneel op een uit- geschakelde partitie, terwijl andere partities op het systeem nog steeds zijn ingeschakeld. Opmerking: Deze optie moet worden uitgeschakeld voor UL-vermelde installaties. UIT: [*][8] Installateursprogrammering s niet beschikbaar wanneer een partitie op het systeem is ingeschakeld.
Pagina 119
Sectie 5: Programmering Problemen met wisselstroom op het alarmsysteem en modules Batterijproblemen op het alarmsysteem, modules en zones Problemen met verzending (FTC, TLM, GPRS, Ethernet) Belproblemen Het alarmsysteem kan nog steeds worden ingeschakeld als problemen worden opgeheven. Om problemen op te heffen, scrolt u in het menu Probleem ([*] [2]) naar rechts of links en drukt u op [*] wanneer Probleemerkenning wordt weergegeven op het toetsenpaneel.
Pagina 120
Sectie 5: Programmering 8 – Hoorbare uitgangsvertraging voor aanwezig inschakelen AAN: Wanneer het systeem in de modus Aanwezig is ingeschakeld, laat de uitgangsvertraging elke 3 seconden 1 pieptoon horen. UIT: Wanneer het systeem in de modus Aanwezig is ingeschakeld, is de uitgangsvertraging stil. [022] Systeemoptie 10 1 –...
Pagina 121
Sectie 5: Programmering 3 – Manipulatie/storingsdetectie AAN: Indien de volgende probleemomstandigheden worden geconfigureerd om akoestische alarmtoestanden te genereren, zullen deze bijdragen aan een inbraakverificatiesequentie wanneer sequentiedetectie wordt gebruikt. Indien ingeschakeld, veroorzaakt een probleem met een belcircuit ook een hoorbare alarmtoestand door andere sirenes te gebruiken die aan de partitie zijn toegewezen.
Pagina 122
Sectie 5: Programmering Probleem belcircuit Communicatieproblemen (TLM, FTC, storing radio/simkaart, Ethernet-problemen, communicatorfout) Problemen met warme start Manipulaties moeten worden hersteld via Installateursprogrammering voordat het systeem kan worden ingeschakeld (inclu- sief geen activiteit en inschakelen van sleutelschakelaar). Reset vereist wordt weergegeven op het toetsenpaneel. Wanneer deze optie is ingeschakeld, worden de manipulatie- of storingstoestanden (DEOL) niet overbrugd door het hand- matig overbruggen van zones.
Pagina 123
Sectie 5: Programmering 5 – I.D.-toon AAN: Nadat het telefoonnummer is gekozen, laat het alarmsysteem om de twee seconden een toon (zoals gespecificeerd door de optie I.D.-toonfrequentie) horen gedurende 500 ms om aan te geven dat een digitale apparatuuroproep actief is. UIT: I.D.-toon is uitgeschakeld.
Pagina 124
Sectie 5: Programmering Selectie inbraakverificatie Gebruik dit gedeelte om een van de volgende modi voor de inbraakverificatietimer te selecteren: Modus Omschrijving 001 Politiecode De timer inbraakverificatie wordt binnen enkele minuten geactiveerd. 002 Zone- De timer inbraakverificatie wordt binnen enkele seconden geactiveerd. Het eerste alarm in de reeks registreert of overschrijdend communiceert het alarm niet en activeert de bel niet.
Pagina 125
Sectie 5: Programmering Als de timer verloopt, worden de zoemers van de toetsenpanelen geactiveerd gedurende de in Geen activiteit voor- waarschuwing voor inschakeling geprogrammeerde tijd (zie hieronder). De timer gaat weer lopen als een vertragingszone wordt hersteld. De timer gaat niet opnieuw lopen als het systeem wordt uitgeschakeld.
Pagina 126
Sectie 5: Programmering Paden kunnen worden gemaakt door middel van zowel de on-board Public Switched Telephone Network (PSTN)-aan- sluiting van het alarmsysteem als via de alternatieve communicator (mobiel of ethernet), indien aanwezig. Paden naar vier ontvangers kunnen worden geprogrammeerd via sectie 001 - 004. Het communicatiepad voor elke ont- vanger wordt gedefinieerd door een van de volgende zes opties te selecteren: [01] Telefoonlijn Gebeurtenissen worden gecommuniceerd via de telefoonlijn van het alarmsysteem die wordt geprogrammeerd in sectie...
Pagina 127
Sectie 5: Programmering Rapportage [307] Zonerapportage Zone-alarmen, -manipulaties en fouten worden verzonden naar de meldkamer met behulp van automatisch contact ID of SIA. Rapportage kan per zone worden in- of uitgeschakeld via omschakelopties 1-6 in subsecties 001-128. Zie “Rapportagecodes" op pagina 223 voor beschrijvingen van zonerapportagecodes. 1 –...
Pagina 128
Sectie 5: Programmering [011] Prioriteitsalarmen 1 De rapportagecodes in deze sectie worden naar de groep Alarm en herstellen gespreksrichtingen gestuurd en gelden voor alle toetsenpanelen van het systeem. 1/2 – Toetsenpaneel brandalarm - F-toets Alarm/Herstellen Wordt verstuurd bij [F]-toets alarmen/herstellen 3/4 –...
Pagina 129
Sectie 5: Programmering [211] Overige gebeurtenissen openen/sluiten 1/2 – Laat sluiten/openen Deze rapportagecode wordt verzonden als een partitie niet wordt uitgeschakeld vóór het tijdstip waarop deze automatisch wordt uitgeschakeld, als de optie Laat openen ([*][6], optie 9) is ingeschakeld. De gespreksrichtingsgroep Openen en Slui- ten wordt voor deze rapportagecode gebruikt.
Pagina 130
Sectie 5: Programmering 7/8 – Probleem/herstellen overstroom Deze rapportagecode wordt verzonden als zich een overstroomprobleem voordoet of wordt hersteld. Vermogensdrempel is 2 ampère. [305] Paneelgebeurtenissen 5 3/4 – Probleem/herstellen PGM 2 2-draads Deze rapportagecode wordt verzonden als zich een probleem voordoet op PGM 2, geconfigureerd als tweedraads rook, of als een dergelijk probleem wordt hersteld.
Pagina 131
Sectie 5: Programmering [313] Onderhoudsgebeurtenissen 3 1/2 – Firmware-update begin/geslaagd Wordt verzonden als een firmware-update van afstand wordt geïnitieerd/succesvol wordt afgerond. 3 – Firmware-update mislukt Wordt verzonden na een mislukte firmware-updates op afstand. [314] Onderhoudsgebeurtenissen 4 1/2 – Probleem/herstellen gas Wordt verzonden als zich een probleem met een draadloze gasmelder voordoet of wordt hersteld.
Pagina 132
Sectie 5: Programmering 3/4 – Gereserveerd 5/6 – Gereserveerd 7/8 – Alt. Comm. storing/herstellen radio/simkaart Wordt verzonden wanneer de alternatieve communicator problemen ondervindt of de radio/simkaart herstelt. [352] Alternatieve communicator 2 1/2 – Alt. Comm. storing/herstellen netwerk Wordt verzonden wanneer de alternatieve communicator de communicatie met het netwerk verliest of herstelt. 5/6 –...
Pagina 133
Sectie 5: Programmering Probleem brandzone Probleem batterij Alarm brandzone (2-draads rook) AUX-storing Brandprobleem Belprobleem Manipulatie brand/lage gevoeligheid (WLS) Toezicht module Overbrugging brandzones Aardlek Toezicht brand (draadloos) TLM-probleem Wisselstroomstoring FTC-storing Deze rapportagecode wordt verzonden in plaats van de standaardcode voor periodieke testverzending. 5 –...
Pagina 134
Sectie 5: Programmering Wanneer andere indelingen dan SIA worden gebruikt, dan wordt het alarmsysteem met deze accountcodes erkend en aan de meldkamer doorgegeven bij het communiceren van partitiespecifieke gebeurtenissen. Opmerking: Het systeem communiceert niet als de accountcode niet is geprogrammeerd. Wanneer deze situatie zich voor- doet, wordt de accountcode Niet geprogrammeerd kort weergegeven op het toetsenpaneel bij het afsluiten van de modus Installateursprogrammering.
Pagina 135
Sectie 5: Programmering Nadat het geprogrammeerde aantal alarm-/herstelgebeurtenissen is gecommuniceerd, worden geen verdere alarm-/her- stelgebeurtenissen voor de zone gecommuniceerd totdat slingerafsluiting wordt gereset. De laatste herstelgebeurtenis wordt niet gecommuniceerd totdat de slinger is gewist. Als de limiet voor het uitschakelen van de slinger voor zonealarmen bijvoorbeeld is ingesteld op [003], is de cyclus als volgt: alarm/herstellen, alarm/herstellen, alarm...8 uur of in-/uit- schakelen...herstellen.
Pagina 136
Sectie 5: Programmering Overtredingsvertraging wordt in dagen gemeten bij gebruik van overtreding sluiten of uren bij gebruik van over- tredingsactiviteiten zoals geprogrammeerd in sectie [311] optie 6. Geldige waarden zijn [001]-[255] of [000] voor het uit- schakelen. Venster annuleren communicatie Nadat de verzendingsvertraging is verstreken en een zonealarm is verzonden, verschijnt het venster voor het annuleren van communicatie.
Pagina 137
Sectie 5: Programmering [380] Communicator optie 1 1 – Communicaties ingeschakeld/uitgeschakeld AAN: (Standaard) De systeemcommunicator is ingeschakeld en alle gebeurtenissen met rapportagecodes worden gemeld aan de meldkamer. Raadpleeg de programmeersecties Telefoonnummer, Rapportagecode en Oproeprichting. UIT: De systeemcommunicator is uitgeschakeld en er worden geen gebeurtenissen gemeld aan de meldkamer. Opmerking: Als u de communicator uitschakelt, worden alle FTC-storingen gewist.
Pagina 138
Sectie 5: Programmering 8 – Overtreding activiteit AAN: Inactiviteit op een partitie voor een geprogrammeerde duur (sectie [377] optie 002, Vertraging overtredingsmelding) verzendt een overtredingscode naar de meldkamer. Deze optie is bedoeld om ouderen of gehandicapten te controleren. De teller wordt gereset als zoneactiviteit wordt gedetecteerd of als het systeem is ingeschakeld. Vertraging overtredingsmelding wordt uitgedrukt in uren.
Pagina 139
Sectie 5: Programmering 4 – Wachtgesprek annuleren AAN: De annuleringsreeks wisselgesprek (Zie "[304] Annuleringsreeks wachtstand" op pagina 126) wordt gebruikt bij de eer- ste poging voor het kiezen van elk telefoonnummer. Het wordt niet gebruikt voor verdere belpogingen. UIT: De annuleringsreeks wisselgesprek wordt niet gekozen. 5 –...
Pagina 140
Sectie 5: Programmering 3 – Back-upoptie ontvanger 3 AAN: Ontvanger 3 maakt een back-up van ontvanger 2. Ontvanger 3 wordt alleen gebruikt als een FTC-gebeurtenis wordt gedetecteerd op ontvanger 2. Ontvanger 3 gebruikt hetzelfde formaat dat is geprogrammeerd voor ontvanger 2. UIT: Ontvanger 3 is onafhankelijk en communiceert als een nummer en formaat zijn geprogrammeerd.
Pagina 141
Sectie 5: Programmering UIT : binnenkomende oproepen worden niet beantwoord met de dubbele-oproeproutine, tenzij de gebruiker het DLS-ven- ster inschakelt. Opmerking: Deze functie bestuurt het DLS-venster uitsluitend voor PSTN-verbindingen. 2 – Gebruiker schakelt DLT in/uit AAN : met het commando [*][6][Mastercode][05] wordt een venster van 6 uur ingeschakeld waarbij, bij inschakeling, oproe- pen voor downloaden worden beantwoord als een succesvolle dubbele-oproeproutine wordt waargenomen.
Pagina 142
Sectie 5: Programmering [405] PSTN timer dubbele oproep Gebruik dit gedeelte om de tijd te programmeren die mag verstrijken tussen de eerste en tweede oproep als er gebruik wordt gemaakt van downloaden met dubbele oproep. Geldige waarden zijn 001 tot 255 (seconden). [406] PSTN aantal keer overgaan voor beantwoorden De waarde in dit gedeelte bepaalt hoe vaak de telefoon moet overgaan om een DLS-verbinding tot stand te brengen.
Pagina 143
Sectie 5: Programmering veld wordt ingevoerd, initieert het alarmsysteem een DLS-oproep op de in Periodieke DLS-tijd geprogrammeerde tijd. Begin- en eindtijden moeten worden gedefinieerd in het 24-uursformaat (bijv. 13.30) en kunnen niet op verschillende dagen vallen (bijv. een begintijd 23.00 en een eindtijd van 01.00). Virtuele ingangen Bij gebruik van integratie van derden kunnen virtuele zones bij geconfigureerde systeemzones worden ingedeeld.
Pagina 144
Sectie 5: Programmering Opmerking: Zie voor complete programmeringsomschrijvingen en werkbladen de installatiehandleiding van de HSM2955 audioverificatiemodule. Draadloze programmering [804] Draadloze programmering Dit programmeeronderdeel wordt gebruikt om draadloze apparaten aan te melden, te programmeren en te verwijderen. Let op: de HSM2HOSTx draadloze zendontvanger of het RF-model toetsenpaneel moet zijn geïnstalleerd om draadloze appa- raten te kunnen registreren.
Pagina 145
Sectie 5: Programmering [003] IP-adres ethernetgateway Standaard (000.000.000.000) Voer het IP-adres voor de Ethernetpoort van de communicator in. Het IP-adres van de poort is nodig wanneer een router wordt gebruikt op het lokale netwerk om het IP-adres van bestemming te bereiken dat is opgegeven in onderdeel [001]. De indeling bestaat uit 4 velden, elk veld bevat een 3-cijferig decimaal getal.
Pagina 146
Sectie 5: Programmering UIT: Wanneer het periodieke interval voor testverzending plaatsvindt, wordt de testverzending naar de gepro- grammeerde ontvangers verzonden, op basis van de instellingen van de meldcodes voor periodieke testverzending. [8] Storing zwak mobiel signaal. Standaard (UIT) Deze optie maskeert de storing zwak signaal van het aanmaken van een mobiele storing. AAN: Een gebeurtenis mobiele storing wordt aangemaakt wanneer het niveau van het radiosignaal onder de drem- pelwaarde komt (gemiddeld CSQ-niveau is 4 of lager).
Pagina 147
Sectie 5: Programmering Programmeeropties [010] Omschakelopties 3 systeem [1] 2-wegaudio over mobiel. Standaard (UIT) AAN: 2-wegaudio over mobiel is ingeschakeld. UIT: 2-wegaudio over mobiel is uitgeschakeld. [2] Visuele verificatie. Standaard (UIT) AAN: Visuele verificatie is ingeschakeld. UIT: Visuele verificatie is uitgeschakeld. [3] Video op verzoek.
Pagina 148
Sectie 5: Programmering Zie onderdeel [024] 5 Huidige tijd voor meer informatie. Gebruik Kolom 2 (tijdverschil) om de lokale Tijdzone te vinden. Neem de tweecijferige HEX-waarde uit Kolom 1 (HEX-waarde) in dezelfde rij over. Programmeer deze HEX-waarde voor de Tijdzone. Geldig bereik is 00 - FF. Tabel 5-5 Wereldklok HEX-waarde Tijdverschil...
Pagina 149
Sectie 5: Programmering HEX-waarde Tijdverschil Standaard afkorting Locatie 11,5 Norfolk Island Time NZST New Zealand Standard Time 12,75 CHAST Chatham Island Standard Time Tonga Time LINT Line Island Time 70-FF N.v.t. N.v.t. N.v.t. [025] Herstellen activering radio Standaard (FF) Programmeer 00 om deze gebeurtenis uit te schakelen of FF om hem in te schakelen Deze gebeurtenis vindt plaats in mobiele communicatoren in Noord Amerika wanneer de eenheid is geprogrammeerd door Connect 24.
Pagina 150
Sectie 5: Programmering Programmeer 00 om deze gebeurtenisverzending uit te schakelen of FF om hem in te schakelen Zie systeemtestopties (vorige pagina) voor meer informatie over de instellingen. [027] Ethernet 2 Testverzending Standaard (00) Programmeer 00 om deze gebeurtenisverzending uit te schakelen of FF om hem in te schakelen Zie systeemtestopties (vorige pagina) voor meer informatie over de instellingen.
Pagina 151
Sectie 5: Programmering Ethernetontvanger 1 en mobiele ontvanger 1 kunnen worden geconfigureerd om te communiceren naar dezelfde ontvanger van de meldkamer. Om het apparaat te configureren om te werken met deze functionaliteit gedeelde ontvanger-modus, pro- grammeert u Ethernetontvanger 1 en mobiele ontvanger 1, IP-adres en poortnummer met identieke waarden. Opmerking: Bij gebruik in gedeelde ontvanger-modus, wordt de accountcode van Ethernetontvanger 1 gebruikt voor Ether- net en mobiel.
Pagina 152
Sectie 5: Programmering [115] UDP lokale poort ethernetontvanger 2 Standaard (03065) Gebruik dit onderdeel om de waarde te programmeren van de lokale uitgaande poort. Stel de waarde van deze poort in wan- neer de installatie zich achter een firewall bevindt en een bepaald poortnummer moet krijgen, zoals bepaald door de net- werkbeheerder.
Pagina 153
Sectie 5: Programmering Dit onderdeel bepaalt de poort die door mobiele ontvanger 3 wordt gebruikt. Wijzig de standaardwaarde van deze poort in wanneer de installatie zich achter een firewall bevindt en een bepaald poortnummer moet krijgen, zoals bepaald door de systeembeheerder van de meldkamer.
Pagina 154
Sectie 5: Programmering Mobiele opties [221] Naam mobiel openbaar toegangspunt Standaard ( ) Wanneer de communicator op een privé APN werkt, gebruikt u dit onderdeel om een openbare APN te selecteren voor DLS en op afstand bijwerken van firmware. Deze informatie is beschikbaar bij de netwerkprovider. De APN herkent het openbare mobiele netwerk waarmee de communicator verbindt.
Pagina 155
Sectie 5: Programmering Dit onderdeel is een programmeerbaar 32-cijferig getal dat wordt gebruikt voor het opstarten bij toepassingen van derden. Opmerking: Bij het integreren met een toepassing van derden, moet dit Toegangscodeveld worden geprogrammeerd op een uniek nummer om de verbinding te beveiligen met 128 bit codering. [424] Sms-label sessie 1 Standaard (11111111) Dit onderdeel wordt gebruikt om de integratiesessie te herkennen bij een integrator van derden.
Pagina 156
Sectie 5: Programmering [450]-[460] herhaalt [423]-[433] voor sessie 2 [477]-[4873] herhaalt [423]-[433] voor sessie 3 [504]-[514] herhaling [423]-[433] voor sessie 4 [691] - [694] Sessie 1 tot en met 4 controle meldingen [1] – Meldingen alarmen en alarmen herstellen uit (AAN) [2] –...
Pagina 157
Sectie 5: Programmering Tabel 5-8 Responscodebeschrijvingen en overeenkomende acties Responscode Beschrijving van res- Overeenkomstige actie ponscode Slecht bestand Versiecontrole mislukt Neem contact op met DSC Tech Support, beschrijf welke actie geprobeerd werd uit te Afbeeldingstype komt niet over- voeren in het systeem en geef hen de Responscode in Onderdeel [983].
Pagina 158
Sectie 5: Programmering Responscode Beschrijving van res- Overeenkomstige actie ponscode Systeem klaar om bij te wer- Geen Annuleringsverzoek systeem Het systeem heeft van DLS een annu- bijwerken ontvangen leringsverzoek ontvangen voor het bij- werken. Start systeem bijwerken Geen Afkeuren downloadverzoek firmware Gereserveerd Firmware-updates op afstand Schakel firmware-updates op afstand in de...
Pagina 159
Sectie 5: Programmering Tabel 5-9 Radiosignaalsterkte - Cijfers 1 en 2 Signaalsterkte CSQ- Signaalindicator Signaalindicator Signaalniveau Signaalniveau Actie vereist niveau [dBm] Status Geen signaal -108,8 slecht Controleer alle anten- neverbindingen. Controleer of het mobiele net- werk beschikbaar is in het gebied.
Pagina 160
Sectie 5: Programmering Voltooid [986] - Opties 4 [1] Uitschakelen op afstand Standaard (UIT) [987] – Taalversie Dit gedeelte toont de huidige taalversie van de communicator. [988] – IP DNS 1 Dit gedeelte toont het IP-adres voor DNS-server 1. Dit is nuttig wanneer de eenheid is geconfigureerd voor DHCP en het IP- adres dat aan het apparaat is toegekend door de DHCP-server nodig is.
Pagina 161
Sectie 5: Programmering [861]-[876] Programmering toetsenpaneel Gebruik onderdeel [861] tot en met [876] om toetsenpanelen 1 tot en met 16 te configureren. Raadpleeg voor informatie over het programmeren van toetsenpanelen het installatiewerkblad bij het toetsenpaneel. Opmerking: Voor EN50131-gekeurde installaties [861][021] moeten opties 1 en 2 worden uitgeschakeld. [899] Sjabloon programmeren Met sjabloon programmeren kunt u de minimale functies voor algemeen gebruik voorprogrammeren.
Pagina 162
Sectie 5: Programmering [551][554] 3A-voeding [601]-[608] Corbus-repeater [901] Looptestmodus installatieprogramma inschakelen/uitschakelen Deze modus test de werking van elke detector in het systeem. Ga naar sectie [901] om een looptest te initiëren. Zolang de looptestmodus is ingeschakeld, knipperen de leds gereed, ingeschakeld en probleem op het toetsenpaneel om aan te geven dat de test actief is.
Pagina 163
Sectie 5: Programmering 3. Voer wanneer hierom wordt gevraagd het nieuwe tweecijferige positienummer in. De vorige positietoewijzing wordt ver- vangen door de nieuwe. Er klinkt een fouttoon als er een ongeldig positienummer wordt ingevoerd. [003] – Positietoewijzing module bewerken Deze sectie wordt net als [002] ook gebruikt om het positienummer van een module te wijzigen. Bij deze optie is het serie- nummer echter niet vereist.
Pagina 164
Sectie 5: Programmering Testen [904] Draadloze plaatsingstest Deze test wordt gebruikt om de RF-signaalstatus voor draadloze apparaten te bepalen en kan vanaf een sys- teemtoetsenpaneel of op het afzonderlijke apparaat worden uitgevoerd. Deze instructies hebben betrekking op het testen vanaf het toetsenpaneel. Raadpleeg het installatieblad bij de draadloze apparatuur voor instructies over het uitvoeren van een plaatsingstest op het apparaat.
Pagina 166
Sectie 5: Programmering [020] - 1A-voeding Schakelt de laadoptie voor de hoge-stroombatterij voor HSM2300 1-4 in en uit. [030] – Corbus-repeater Schakelt de laadoptie voor de hoge-stroombatterij voor HSM3204CX 1-8 in en uit. [040] – Voeding 3 A Schakelt de laadoptie voor de hoge-stroombatterij voor HSM3350 1-4 in en uit. Stand 1 schakelt snel laden voor batterij 1 in.
Pagina 167
Sectie 6: Programmeerwerkbladen Sectie 6: Programmeerwerkbladen Opmerking: De vermelde opties zijn vereist voor installaties die voldoen aan EN 50131. 6.1 Labels programmeren [000] Labels programmeren Beschrijving pagina 82 [000] – Taalselectie (2-cijferige decimaal, standaard: 01) 01 – Engels 06 – Nederlands 11 –...
Pagina 172
Sectie 6: Programmeerwerkbladen 6.2 Installatie van zones [001] [001 - 128] Zonetype Beschikbare soorten zones Standaard = 000 Beschrijving pagina 86 * Niet UL-geëvalueerd 051 – 24 uur manipulatie vergrendeling 000 – Nulzone 018 – 24 uur bel/zoemer 052 – 24 uur niet-alarm 001 –...
Pagina 173
Sectie 6: Programmeerwerkbladen ü ü ü ü ü ü Onmiddellijk CP-01 ü ü ü ü ü ü Binnenshuis CP-01 ü Binnenshuis ü ü ü ü ü ü CP-01 ü aanwezig/afwezig Vertraging ü ü ü ü ü ü CP-01 ü aanwezig/afwezig Vertraagd 24 uur ü...
Pagina 174
Sectie 6: Programmeerwerkbladen 24 uur hoge ü ü ü CP-01 CP-01 ü ü temperatuur 24 uur lage ü ü ü CP-01 CP-01 ü ü temperatuur 24 uur niet- ü ü vergrendelende CP-01 CP-01 ü ü manipulatie 24 uur anti- ü maskering Kortstondig ü...
Pagina 187
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [010] [000 - 164] PGM-kenmerken 116 – Modus afwezig ingeschakeld R 01 – Ware uitvoer 117 – Modus aanwezig R 01 – Ware uitvoer ingeschakeld 120 – Afwezig ingeschakeld, geen R 01 – Ware uitvoer overbrugging R 01 – Ware uitvoer 121 –...
Pagina 188
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [010] [000 - 164] PGM-kenmerken R 01 – Ware uitvoer o 02 – Getimede uitvoer R 04 – Onderhoud vereist R 05 – Verlies van klok R 06 – Gelijkstroomprobleem R 07 – Busspanning R 08 – Wisselstroomprobleem R 09 –...
Pagina 189
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [010] [000 - 164] PGM-kenmerken R 01 – Ware uitvoer 184 – Open na alarm R 02 – Getimede uitvoer R 01 – Ware uitvoer o 02 – Getimede uitvoer 200 – Zone volgen per zone R 04 – Vergrendeling o 05 –...
Pagina 190
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [010] Toewijzing PGM-kenmerk: (16-Bit omschakelingen) pagina 109 Beschrijving Zonevolger per zone Prox. Gebruikt Schema (000 - 128; Standaard: 000) (000-095; standaard 000) (000-004; standaard 000) PGM 16 PGM 17 HSM2204 #4 PGM 18 PGM 19 PGM 20 PGM 37 HSM2208 #1 PGM 38...
Pagina 191
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [010] Toewijzing PGM-kenmerk: (16-Bit omschakelingen) pagina 109 Beschrijving Zonevolger per zone Prox. Gebruikt Schema (000 - 128; Standaard: 000) (000-095; standaard 000) (000-004; standaard 000) PGM 69 PGM 70 HSM2208 #5 PGM 71 PGM 72 PGM 73 PGM 74 PGM 75 PGM 76...
Pagina 192
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [010] Toewijzing PGM-kenmerk: (16-Bit omschakelingen) pagina 109 Beschrijving Zonevolger per zone Prox. Gebruikt Schema (000 - 128; Standaard: 000) (000-095; standaard 000) (000-004; standaard 000) PGM 106 PGM 107 PGM 108 PGM 109 HSM2208 #10 PGM 110 PGM 111 PGM 112 PGM 113...
Pagina 193
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [010] Toewijzing PGM-kenmerk: (16-Bit omschakelingen) pagina 109 Beschrijving Zonevolger per zone Prox. Gebruikt Schema (000 - 128; Standaard: 000) (000-095; standaard 000) (000-004; standaard 000) PGM 143 PGM 144 PGM 145 PGM 146 PGM 147 PGM 148 PGM 149 HSM2208 #15 PGM 150...
Pagina 194
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [010] Toewijzing PGM-kenmerk: (16-Bit omschakelingen) pagina 109 Beschrijving Zonevolger per zone Prox. Gebruikt Schema (000 - 128; Standaard: 000) (000-095; standaard 000) (000-004; standaard 000) PGM 308 PGM 309 PGM 310 PGM 311 PGM 312 PGM 313 PGM 314 PGM 315 PGM 316...
Pagina 195
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [011]PGM-configuratie Opties pagina 109 Beschrijving Zonevolger per zone Prox. Gebruikt Schema (000 - 128; Standaard: 000) (000-095; standaard 000) (000-004; standaard 000) PGM 16 PGM 17 HSM2204 #4 PGM 18 PGM 19 PGM 20 PGM 37 HSM2208 #1 PGM 38 PGM 39 PGM 40...
Pagina 196
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [011]PGM-configuratie Opties pagina 109 Beschrijving Zonevolger per zone Prox. Gebruikt Schema (000 - 128; Standaard: 000) (000-095; standaard 000) (000-004; standaard 000) PGM 69 PGM 70 HSM2208 #5 PGM 71 PGM 72 PGM 73 PGM 74 PGM 75 PGM 76 PGM 77 PGM 78...
Pagina 197
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [011]PGM-configuratie Opties pagina 109 Beschrijving Zonevolger per zone Prox. Gebruikt Schema (000 - 128; Standaard: 000) (000-095; standaard 000) (000-004; standaard 000) PGM 107 PGM 108 PGM 109 HSM2208 #10 PGM 110 PGM 111 PGM 112 PGM 113 PGM 114 PGM 115 PGM 116...
Pagina 198
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [011]PGM-configuratie Opties pagina 109 Beschrijving Zonevolger per zone Prox. Gebruikt Schema (000 - 128; Standaard: 000) (000-095; standaard 000) (000-004; standaard 000) PGM 145 PGM 146 PGM 147 PGM 148 PGM 149 HSM2208 #15 PGM 150 PGM 151 PGM 152 PGM 153 PGM 154...
Pagina 199
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [011]PGM-configuratie Opties pagina 109 Beschrijving Zonevolger per zone Prox. Gebruikt Schema (000 - 128; Standaard: 000) (000-095; standaard 000) (000-004; standaard 000) PGM 311 PGM 312 PGM 313 PGM 314 PGM 315 PGM 316 PGM 317 PGM 318 PGM 319 PGM 320 PGM 321...
Pagina 200
Sectie 6: Programmeerwerkbladen o 4 – Manipulatie/fouten open zone R5 – Schema automatisch inschakelen in [*][6] R 6 – Hoorbare afsluitingsfout R 7 – Gebeurtenisbuffer volgt slinger o 8 – Tijdelijk drievoudig brandsignaal [014] Systeemopties 2 Beschrijving pagina 112 o 1 – Beltoon o 2 –...
Pagina 201
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [017] Systeemopties 5 Beschrijving pagina 114 R 1 – Gong bij openen o 2 – Gong bij sluiten R 2 – Gong bij sluiten o3 – Hoorbare pieptonen probleem RF-storing o 4 – Meerdere treffers o 5 – Laat met sluiten o 6 –...
Pagina 202
Sectie 6: Programmeerwerkbladen R 2 – EU-invoerprocedure o 3 – [*][8] Toegang wanneer ingeschakeld o 4 – Reset op afstand o 5 – Technicusreset o 6 – Sleutelschakelaar uitschakelen tijdens toegangsvertraging o 7 – Toegang voor installateur en DLS R 7 – Toegang voor installateur en DLS o 8 –...
Pagina 203
Sectie 6: Programmeerwerkbladen o 3 – Manipulatie/storingsdetectie o 4 – Toegangscode vereist voor [*][1] R 4 – Toegangscode vereist voor [*][1] o 5 – Toegangscode vereist voor [*][2] R 5 – Toegangscode vereist voor [*][2] o 6 – Toegangscode vereist voor [*][3] R 6 –...
Pagina 205
Sectie 6: Programmeerwerkbladen Dinsdag: Zaterdag: Woensdag: Vakantie 1: o Aan R Uit 003 – Vakantieschema partitie 2 automatisch uitschakelen: Vakantie 2: o Aan R Uit (3-cijferige decimaal) Vakantie 3: o Aan R Uit Vakantie 4: o Aan R Uit 004 – Partitie 2 automatisch inschakelen pre-alarm (Standaard: 004): 005 –...
Pagina 206
Sectie 6: Programmeerwerkbladen Vakantie 3: o Aan R Uit Vakantie 4: o Aan R Uit 004 – Partitie 4 auto inschakelen pre-alarm (standaard: 004): 005 – Partitie 4 timer auto inschakelen uitstellen (Standaard: 000): 006 – Partitie 4 timer geen activiteit inschakelen (standaard: 000): 007 –...
Pagina 208
Sectie 6: Programmeerwerkbladen 001 – Maskering partitie 1 - R – Partitie 1 8 inschakelen o – Partitie 2 o – Partitie 3 Beschrijvingen op pagina 125 o – Partitie 4 o – Partitie 5 o – Partitie 6 o – Partitie 7 o –...
Pagina 209
Sectie 6: Programmeerwerkbladen 009 – 65-72 o o o o o o o o 009 – 65-72 o o o o o o o o 010 – 73-80 o o o o o o o o 010 – 73-80 o o o o o o o o 011 –...
Pagina 210
Sectie 6: Programmeerwerkbladen 014 – 105-112 o o o o o o o o 014 – 105-112 o o o o o o o o 015 – 113-120 o o o o o o o o 015 – 113-120 o o o o o o o o 016 –...
Pagina 211
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [307] Zonerapportage Beschrijving pagina 127 (001-128 = zones 1-128) R 1 – Alarm R 2 – Alarm herstellen R 3 – Manipulatie R 4 – Manipulatie herstellen R 5 – Storing R 6 – Storing herstellen RRRRRRoo RRRRRRoo RRRRRRoo RRRRRRoo...
Pagina 213
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [308] Gebeurtenisrapportage Beschrijving pagina 127 R 1 – Gebruiker sluit af R 2 – Gebruiker opent R 5 – Speciaal sluiten 201 – Gebeurtenissen 1 ope- nen/sluiten R 6 – Speciaal openen R 7 – Openen met sleutelschakelaar R 8 –...
Pagina 214
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [308] Gebeurtenisrapportage Beschrijving pagina 127 o 1 – Leiding IN installateur o 2 – Leiding UIT installateur o 3 – Leiding IN DLS o 4 – Leiding UIT DLS o 5 – Leiding IN SA o6 – Leiding UIT SA o 7 –...
Pagina 215
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [308] Gebeurtenisrapportage Beschrijving pagina 127 R 1 – Probleem lage spanning module R 2 – Probleem lage spanning module herstellen R 3 – Toezicht module 332 – Module gebeurtenissen 2 R 4 – Toezicht module herstellen R 5 – AUX-probleem module R 6 –...
Pagina 216
Sectie 6: Programmeerwerkbladen 6.12 Gespreksrichtingen [309] Richting systeemoproep Beschrijving pagina 133 R Ontvanger #1 ROntvanger #3 001 – Onderhoudsgebeurtenissen: ROntvanger #2 ROntvanger #4 002 – Testuitzending gebeurtenissen: ROntvanger #1 R Ontvanger #3 ROntvanger #2 R Ontvanger #4 [310] Accountcodes (4-cijferige decimaal, standaard: FFFF) Beschrijving pagina 133 000 –...
Pagina 217
Sectie 6: Programmeerwerkbladen o Ontvanger #1 o Ontvanger #3 003 – Openen/sluiten partitie 3: o Ontvanger #2 o Ontvanger #4 Gespreksrichtingen partitie 4 [314] R Ontvanger #1 ROntvanger #3 001 – Alarm/herstellen partitie 4: R Ontvanger #2 R Ontvanger #4 R Ontvanger #1 ROntvanger #3 002 –...
Pagina 218
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [377] Communicatievariabelen (3-cijferige decimaal) Bereik: 000 - 255 pogingen, tenzij anders aangegeven Beschrijving pagina 134 001 – Pogingen uitschakelen slinger: Alarmen en herstellen (000 - 014): Manipulatie en herstellen: Standaard: 003 CP-01 Onderhoud en herstellen: Standaard: 002 Communicatie zonevertraging 002 –...
Pagina 219
Sectie 6: Programmeerwerkbladen 8 – o Activiteit overtreding Optie 2 communicator [381] 1 – o Toetsenpaneel terugbellen 2 – o Bel terugbellen Beschrijving pagina 138 4 – o Bevestiging voor sluiten 8 – o Communicatie prioriteitsopties Optie 3 communicator [382] 1 –...
Pagina 220
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [403] DLS-toegangscode Beschrijving pagina 141 (6-cijferige hexadecimaal; 000000-FFFFFF, standaard: 212800): [404] Paneel-id DLS/SA Beschrijving pagina 141 (12-cijferig hexadecimaal; 000000000000-FFFFFFFFFFFF) [405] PSTN timer dubbele oproep Beschrijving pagina 142 (3-decimaal; 000-255; standaard: 060): [406] PSTN aantal keer overgaan voor beantwoorden Beschrijving pagina 142 (3-decimaal;...
Pagina 222
Sectie 6: Programmeerwerkbladen 04 – o Woensdag o Vakantie 4 Standaard: 0000 05 – o Donderdag 06 – o Vrijdag 07 – o Zaterdag [602] Programmeerschema 2 101 – Begintijd: 102 – Eindtijd: Interval 1 103 – Toewijzing dagen: 104 – Toewijzing vakantie: (4-cijferige 01 –...
Pagina 223
Sectie 6: Programmeerwerkbladen 06 – o Vrijdag 07 – o Zaterdag [603] Programmeerschema 3 Interval 1 101 – Begintijd: 102 – Eindtijd: 103 – Toewijzing dagen: 104 – Toewijzing vakantie: (4-cijferige 01 – o Zondag o Vakantie 1 decimaal) 02 – o Maandag o Vakantie 2 UU:MM 03 –...
Pagina 224
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [604] Programmeerschema 4 Interval 1 101 – Begintijd: 102 – Eindtijd: 103 – Toewijzing dagen: 104 – Toewijzing vakantie: (4-cijferige 01 – o Zondag o Vakantie 1 decimaal) UU:MM tot 02 – o Maandag o Vakantie 2 UU:MM 03 –...
Pagina 225
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [711] Vakantiegroep 1 (6-cijferige 001 – Vakantiegroep 1 datum 1: decimaal) 002 – Vakantiegroep 1 datum 2: MMDDJJ Standaard: 003 – Vakantiegroep 1 datum 3: 000000 004 – Vakantiegroep 1 datum 4: 005 – Vakantiegroep 1 datum 5: Beschrijving 006 –...
Pagina 226
Sectie 6: Programmeerwerkbladen 004 – Vakantiegroep 4 datum 4: 005 – Vakantiegroep 4 datum 5: Beschrijving 006 – Vakantiegroep 4 datum 6: pagina 143 007 – Vakantiegroep 4 datum 7: 008 – Vakantiegroep 4 datum 8: 009-099 – Vakantiegroep 4 Datum 9-99: 6.16 Programmering audiomodule [802] Programmering audiomodule 2-cijferige invoer...
Pagina 227
Sectie 6: Programmeerwerkbladen Stationtoewijzing zone 29: Stationtoewijzing zone 30: Stationtoewijzing zone 31: Stationtoewijzing zone 32: Stationtoewijzing zone 33: Stationtoewijzing zone 34: Stationtoewijzing zone 35: Stationtoewijzing zone 36: Stationtoewijzing zone 37: Stationtoewijzing zone 38: Stationtoewijzing zone 39: Stationtoewijzing zone 40: Stationtoewijzing zone 41: Stationtoewijzing zone 42: Stationtoewijzing zone 43: Stationtoewijzing zone 44:...
Pagina 228
Sectie 6: Programmeerwerkbladen Stationtoewijzing zone 71: Stationtoewijzing zone 72: Stationtoewijzing zone 73: Stationtoewijzing zone 74: Stationtoewijzing zone 75: Stationtoewijzing zone 76: Stationtoewijzing zone 77: Stationtoewijzing zone 78: Stationtoewijzing zone 79: Stationtoewijzing zone 80: Stationtoewijzing zone 81: Stationtoewijzing zone 82: Stationtoewijzing zone 83: Stationtoewijzing zone 84: Stationtoewijzing zone 85: Stationtoewijzing zone 86:...
Pagina 229
Sectie 6: Programmeerwerkbladen Stationtoewijzing zone 113: Stationtoewijzing zone 114: Stationtoewijzing zone 115: Stationtoewijzing zone 116: Stationtoewijzing zone 117: Stationtoewijzing zone 118: Stationtoewijzing zone 119: Stationtoewijzing zone 120: Stationtoewijzing zone 121: Stationtoewijzing zone 122: Stationtoewijzing zone 123: Stationtoewijzing zone 124: Stationtoewijzing zone 125: Stationtoewijzing zone 126: Stationtoewijzing zone 127: Stationtoewijzing zone 128:...
Pagina 230
Sectie 6: Programmeerwerkbladen 1 - o Audiostation 1 opname 2 - o Audiostation 2 opname 3 - o Audiostation 3 opname 4 - o Audiostation 4 opname Optie 1 opnameregeling audiostation 5 - o Toekomstig gebruik 6 - o Toekomstig gebruik 7 - o Toekomstig gebruik 8 - o Toekomstig gebruik Duur terugbellen/herstelperiode:...
Pagina 231
Sectie 6: Programmeerwerkbladen 6.17 Draadloze programmering [804] Draadloze programmering Zie de HSM2HOSTx-installatiehandleiding en de bladen voor installatie van draadloze apparatuur voor gedetailleerde informatie. Zone #: 000 – WLS apparaatregistratie Zones: (Selecties) Zonedefinitie: (2-cijferige decimaal) Partitietoewijzing: (14 x 2) Zonelabel: Deze sectie geeft een overzicht van de programmering van draadloze apparatuur.
Pagina 232
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [002] IP-subnetmaskering ethernet Standaard (255.255.255.000) [003] IP-adres ethernetgateway Standaard (000.000.000.000) [004] Interval toezicht ontvanger Standaard (00087/135) Geldig bereik: 00000 - 65535 o 1 - Ontvanger 1 onder toezicht [005] Omschakelopties 1 systeem o 2 - Ontvanger 3 onder toezicht o 3 - Hartslag 1 o4 - Mobiel primair R6 - Extern upgraden firmware...
Pagina 233
Sectie 6: Programmeerwerkbladen [020] Tijdzone Standaard (00) Geldig bereik: 00 - 99 Rapportagecodes [025] Herstellen activering radio Standaard (FF) Programma 00 uitschakelen of FF inschakelen [026] Testuitzending ontvanger 1 Standaard (FF) Programma 00 uitschakelen of FF inschakelen [027] Testuitzending ontvanger 2 Standaard (00) Programma 00 uitschakelen of FF inschakelen [028] Testuitzending ontvanger 3...
Pagina 239
Sectie 6: Programmeerwerkbladen 6.19 Programmering toetsenpaneel [860] Weergave positienummer toetsenpaneel (Beschrijving pagina 160) [861]-[876] Programmering toetsenpaneel Raadpleeg de installatie-instructies bij de alternatieve communicator voor meer informatie. 00 – Globaal 000 – Maskering partitie toetsenpaneel 01 – R Partitie 1 05 – o Partitie 5 02 –...
Pagina 240
Sectie 6: Programmeerwerkbladen 5 – R Stroom-led 6 – R Stroom-led lichtnet aanwezig 7 – R Alarmen weergeven wanneer ingeschakeld 8 – R Auto-bladeren open zones 1 – o Besparing led-stroom ingeschakeld 023 – Toetsenpaneel optie 3 2 – R Toetsenpaneelstatus geeft inschakelingsmodus weer 3 –...
Pagina 242
Sectie 6: Programmeerwerkbladen 101 – Toetsenpanelen bevestigen Beschrijving pagina 163 102 – HSM2108 8-zonemodule bevestigen 103 – HSM2208 8-uitgangsmodule of O/P met hoge stroom bevestigen 104 – 8-I/O-uitbreidingsmodule HSM3408 bevestigen 106 - HSM2Host bevestigen 108 – HSM2955 bevestigen 109 – HSM2300 Voeding 1 A bevestigen 110 –...
Pagina 243
Sectie 6: Programmeerwerkbladen 009 – Toewijzen weektest zone - zones 65 - 72 010 – Toewijzen weektest zone - zones 73 - 80 011 – Toewijzen weektest zone - zones 81 - 88 012 – Toewijzen weektest zone - zones 89 - 96 013 –...
Pagina 244
Sectie 6: Programmeerwerkbladen 6.25 Herstellen naar de standaard fabrieksinstellingen [989] Standaard mastercode [990] Blokkering installateur in-/uitschakelen [991] Toetsenpanelen terugzetten naar standaardinstellingen 999 – Alle toetsenpanelen terugzetten naar standaardinstellingen 901-916 – Toetsenpanelen 1-16 standaardinstellingen [996] Standaard draadloze ontvanger HSM2HOST [988] Standaard HSM2955 [999] Systeem terugzetten naar standaardinstellingen (Beschrijvingen op pagina 166) - 244 -...
Pagina 245
Sectie 7: Probleemoplossing Sectie 7: Probleemoplossing 7.1 Testen Systeem inschakelen Programmeeropties zoals vereist (Zie "Beschrijvingen programmering" op pagina 82) Activeer en herstel vervolgens de zones Controleer of de juiste meldingscodes naar de meldkamer zijn verzonden 7.2 Probleemoplossing Programmeerbaar bericht lcd-toetsenpaneel: Druk op [*][2], indien nodig gevolgd door de toegangscode, om een probleem te bekijken Het probleemlampje knippert en het lcd-scherm geeft de eerste probleemtoestand weer Gebruik de pijltoetsen om door alle op het systeem aanwezige problemen te bladeren...
Pagina 247
Sectie 7: Probleemoplossing Probleem [1] onderhoud vereist Druk op [01] om specifieke problemen vast te stellen Het programmeren van tijd en datum: Voer [*][6][Mastercode] in en druk op [01]. [03] Verlies van klok Voer de datum en tijd (24-uurs klok) in met de volgende indeling: UU:MM MM/DD/JJ De interne klok van de alarmcontroller is niet ingesteld .
Pagina 248
Sectie 7: Probleemoplossing Probleem [2] – Probleem batterij module Druk op [02] om specifieke problemen vast te stellen Verifieer dat de over de ingangsaansluitingen voor gelijkspanning gemeten [04] 4 batterij met hoge-stroomuitgang 1 - 4 bijna leeg spanning 16 - 18 V DC bedraagt. Vervang indien nodig de lichtnetadapter (HSM2204) HSM65W Batterij HSM2204 minder dan 11,5 V DC.
Pagina 249
Sectie 7: Probleemoplossing Probleem [2] – Probleem batterij module Druk op [02] om specifieke problemen vast te stellen Controleer of de over de ingangsaansluitingen voor gelijkspanning gemeten spanning 16-18 VAC bedraagt. Vervang indien nodig de lichtnetadapter HSM65W [14] HSM3350 batterij 2 bijna leeg Sluit de batterij aan en ontkoppel de wisselstroom.
Pagina 250
Sectie 7: Probleemoplossing Probleem [3] probleem busspanning Druk op [03] om specifieke problemen vast te stellen Storing Probleemoplossing [01] Bus HSM2HOST lage spanning De draadloze 2-wegintegratiemodule heeft een spanning van minder dan 6,3 V op zijn aux-ingang gedetecteerd. [02] Toetsenpaneel 1 - 16 lage busspanning Voer 02 in voor het bekijken van de bekabelde toetsenpanelen met een busspanning van minder dan 6,9 V bij modellen die een draadloze zendontvanger...
Pagina 251
Sectie 7: Probleemoplossing Probleem [4] geen wisselstroom Druk op [04] om specifieke problemen vast te stellen Storing Probleemoplossing [01] Wisselstroom zone 1 - 128 [03] – Wisselstroom sirene 1 - 16 [04] – Wisselstroom repeater 1 - 8 Controleer of de spanning gemeten op de gelijkstroomingangsaansluitingen 16-20 [05] –...
Pagina 252
Sectie 7: Probleemoplossing Probleem [05] Storingen van apparaten Druk op [05] om specifieke problemen vast te stellen Storing Probleemoplossing Zorg ervoor dat er op de brandzones een 5,6K weerstand (groen, blauw, rood) is aangesloten. Verwijder de draden van de Z- en COM-aansluitklemmen en meet de weerstand van [01] Storingen zone 1 - 128 de draden: Draadloze zones:...
Pagina 253
Sectie 7: Probleemoplossing Druk op [06] om te wisselen tussen apparaten met een probleem batterij bijna Probleem [6] batterij apparaat bijna leeg leeg Storing Probleemoplossing [01] Zones 1 - 128 [02] Toetsenpaneel 1 - 16 [03] Sirene 1 - 16 [04] Repeater 1 - 8 Bekijk in menu [*][2] welk apparaat een bijna lege batterij heeft.
Pagina 254
Sectie 7: Probleemoplossing Druk op [09] om de specifieke zones met een manipulatieprobleem vast te stel- Probleem [9] module toezicht Storing Probleemoplossing [01] HSM2HOST [02] Toetsenpaneel 1 - 16 Zorg ervoor dat de module fysiek op de Corbus is aangesloten. [04] HSM2108 1-15 Meet het vermogen over de rode en zwarte aansluiting van de Corbus direct op de [05] HSM2300 1-4...
Pagina 255
Sectie 7: Probleemoplossing Probleem 11 – Communicatie Druk op [11] om specifieke problemen vast te stellen [03] Simkaartblokkering alternatieve communicator Vervang de simkaart door een die geen pincode voor simkaartblokkering heeft Simkaartvergrendeling is ingeschakeld en het toestel geprogrammeerd. heeft niet de juiste pincode voor de simkaart. Controleer de gebeurtenisbuffer voor bijzonderheden van het probleem.
Pagina 256
Sectie 7: Probleemoplossing Probleem [12] geen netwerk Druk op [12] voor omschakelen tussen problemen Storing Probleemoplossing [01] Zones 1 - 128 Zorg ervoor dat het apparaat fysiek aanwezig is. [02] Toetsenpaneel 1 - 16 Controleer de huidige signaalsterkte en gedurende de afgelopen 24 uur. [03] Sirene 1 - 16 Vervang de batterij of druk op de manipulatieschakelaar.
Pagina 257
Bijlage 1: Rapportagecodes Bijlage 1: Rapportagecodes De volgende tabellen bevatten rapportagecodes voor contact-id en automatische SIA-indeling. Zie "[308] Gebeur- tenisrapportage" op pagina 127 voor codes gebeurtenisrapportage. Contact-id Elk van de cijfers geeft specifieke informatie over het signaal weer. Bijvoorbeeld, als zone 1 een in- of uitgangspunt is, dan bevat de gebeurteniscode [34].
Pagina 264
Bijlage 2: Woordbibliotheek Bijlage 2: Woordbibliotheek 001 Afgebroken 002 AC 003 Toegang 004 Actief 005 Activiteit 006 Alarm 007 Alle 008 AM 009 Ruimte 010 Inschakelen 011 Ingeschakeld 012 Inschakelen 013 Zolder 014 Hulp 015 Afwezig 016 Baby 017 Terug 018 Bar 019 Kelder 020 Badkamer...
Pagina 265
Bijlage 3: Sjabloon tabellen programmeren Bijlage 3: Sjabloon tabellen programmeren De volgende tabellen geven de programmeeropties voor cijfers 1 - 5 van de sjabloonprogrammering weer. Cijfer 1 – opties definitie zones 1 - 8 Opmerking: Een '0' op de plaats van cijfer 1 geeft aan dat de eerste 8 zones de standaardzonedefinities van het paneel gebruiken.
Pagina 268
Bijlage 3: Sjabloon tabellen programmeren Gemeenschappelijke groep Gemeenschappelijke groep Gemeenschappelijke groepsprogrammering Stel alle rapportagecodes in op automatisch [308] Gebeurtenisrapportage - alle gebeurtenissen aan [311][001] Alarm/herstellen partitie 1 - bit 1 ontvanger 1 - aan [311][001] Alarm/herstellen partitie 1 - bit 2 ontvanger 2 - uit Alarm/herstellen gespreksrichtingen ingeschakeld [311][001] Alarm/herstellen partitie 1 - bit 3 ontvanger 3 - uit [311][001] Alarm/herstellen partitie 1 - bit 4 ontvanger 4 - uit...
Pagina 269
Bijlage 3: Sjabloon tabellen programmeren [308][302] - Bit 5 probleem AUX paneel - aan [308][302] - Bit 6 herstellen probleem AUX paneel - aan Probleem hulpvoeding [308][332] - Bit 5 probleem AUX-module - aan [308][332] - Bit 6 herstellen probleem AUX module - aan [308][302] - Bit 3 TLM-probleem paneel - uit TLM-probleem [308][302] - Bit 4 herstellen TLM-probleem - aan...
Pagina 270
Bijlage 3: Sjabloon tabellen programmeren [401] Optie 1 AAN Dubbelgesprek ingeschakeld Optie 3 UIT Terugbellen uitgeschakeld Optie 4 UIT Door de gebruiker geïnitieerde oproepen uitgeschakeld [406] 008 Aantal keren overgaan voor beantwoording is 8 [401] Optie 1 AAN Dubbelgesprek ingeschakeld Optie 3 AAN Terugbellen ingeschakeld Optie 4 UIT...
Pagina 272
Bijlage 5: Wettelijke goedkeuringen Bijlage 5: Wettelijke goedkeuringen FCC-CONFORMITEITSVERKLARING VOORZICHTIG: Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door Digital Security kunnen uw bevoegdheid om deze apparatuur te gebruiken tenietdoen. Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de limieten voor een digitaal apparaat van klasse B, conform Deel 15 van de FCC-voorschriften.
Pagina 273
Bijlage 5: Wettelijke goedkeuringen Distributiecentrum Tyco Atlanta 2600 West Pointe Dr. Lithia Springs, GA 30122 Aanvullende informatie Verbinding met lijndiensten is onderworpen aan lokale tarieven. Neem voor informatie contact op met de staatscommissie voor openbare nutsbedrijven, commissie voor openbare diensten of bedrijfscommissie.
Pagina 274
Bijlage 5: Wettelijke goedkeuringen UL/ULC Residentiële brand- en inbraakinstallaties: Zie voor ULC-installaties de norm voor de installatie van huis- brandwaarschuwingssystemen, CAN/ULC-S540. De bedieningseenheid moet opgenomen zijn in een behuizing van model HSC3010C of HSC3020C. Voedingsmodel SOY-1800360NA (HS65WPSNA) moet worden gebruikt. Voor brandtoepassingen moet 24 uur reservestroom beschikbaar zijn en voor inbraaktoepassingen 4 uur (wisselstroomproblemen moeten worden gemeld aan SRC).
Pagina 275
Bijlage 5: Wettelijke goedkeuringen De maximale vertragingstijd voor binnenkomst mag niet meer bedragen dan 45 sec. (of 25 seconden voor een lokaal systeem) als gevolg van de aanvalstest. De maximale uitgangsvertragingstijd mag niet meer dan 60 seconden bedragen. Ter bescherming van de behuizing van de regeleenheid moet een manipulatieschakelaar worden gebruikt. Er moet ook een manipulatieschakelaar op de ach- terkant van het toetsenpaneel worden gebruikt om verwijdering van de muur te detecteren.
Pagina 276
Bijlage 5: Wettelijke goedkeuringen 5.1 Aux-opladen en selectie van batterijen UL- resid. HS3128/HS3032 ULC resi brand brand met Stroomafname UL-thuiszorg EN50131 UL resid. inbr. bedrade CO- ULC COM EN50131 PCB = 120 mA UL com inbr. ULC resid. inbr. melders brandbewaking kwaliteit 2 ULC resi brand...
Pagina 277
Bijlage 5: Wettelijke goedkeuringen Alle rookmelders van het systeem moeten jaarlijks worden getest door het uitvoeren van een looptest door de instal- lateur. Voordat de looptestmodus wordt verlaten, moet er een sensorreset op het systeem [*][7][2] worden uitgevoerd om alle vastgezette 4-draads rookmelders opnieuw in te stellen. Raadpleeg de installatie-instructies bij de melder voor bijzonderheden.
Pagina 278
Bijlage 5: Wettelijke goedkeuringen Opmerkingen Programmering van installatie kan ondergeschikt zijn aan andere UL-eisen voor de beoogde toepassing. Overlappende zones hebben de mogelijkheid om het beoogde gebied (bijv. bewegingsmelders die overlappen) afzonderlijk te beveiligen. Overlappende zones worden niet aanbevolen voor lijnbeveiligingsinstallaties en zijn niet toegestaan voor bin- nenkomst-/vertrekzones.
Pagina 279
Bijlage 5: Wettelijke goedkeuringen Als deze functie is ingeschakeld dan zenden geselecteerde Dwangfunctie gebruikerscodes een rapportagecode dwang naar de meldkamer wanneer deze wordt gebruikt om een functie op Standaard: N Vereist [*][5] > mastercode > gebruiker 2 - 95 > het systeem te vervullen.
Pagina 280
Bijlage 5: Wettelijke goedkeuringen EN50131-1: 2006 +A1:2009+A2:2017, EN50131-3:2009 type B, EN50131-6:2017 type A, EN50131-10, EN50136-2:2013 ATS SP3 (kiezer), SP4 (ethernet), DP2 (kiezer en ethernet), DP3 (ethernet en mobiel plug-in) indien het wordt geïnstalleerd in behuizingsmodel HSC3020C of HSC3020CP. Opmerking: De modellen HS3032P, HS3128P, die bestaan uit een printplaatassemblage voor bedieningspaneel HS3128, HS3032 met HSM2HOST8 draadloze zendontvanger die in de kunststof behuizing HSC3020CP is gemonteerd, voldoen aan de eisen van graad 2, klasse II apparatuur volgens de normen EN50131-1: 2006 + A1: 2009 + A2: 2017.
Pagina 281
Bijlage 5: Wettelijke goedkeuringen bedieningspaneel HS3128/HS3032 geïntegreerde PSTN-communicator, of duaal pad DP3 geïntegreerd ethernetpad (IP) in combinatie met de mobiele plug-inmodule 3G9080-EU of GS9080. 5. Het geïntegreerde ethernetcommunicatiepad (IP) maakt gebruik van sequentiële verificatie voor sub- stitutiebeveiliging en AES 128 bit-versleuteling voor gegevensbeveiliging. De AES 128-bit-sleutel wordt gevalideerd door NIST, certificaatnr.
Pagina 282
Bijlage 5: Wettelijke goedkeuringen Indien een afstandsbediening wordt gebruikt om uw inbraakalarmsysteem op afstand in te stellen of dit ongedaan te maken, wordt u gewezen op het feit dat de dekking van eventuele gerelateerde verzekeringen niet geldt als er niemand in uw pand is, maar het inbraakalarmsysteem/de inbraakalarmsystemen niet volledig is/zijn ingesteld.
Pagina 283
Bijlage 6: Aansluitschema Bijlage 6: Aansluitschema 6.1 Bedradingsschema HS3020 en HS3128 UL/ULC (alleen Noord-Amerika) - 283 -...
Pagina 284
Bijlage 6: Aansluitschema 6.2 Bedradingsschema HS3032 en HS3128 (alleen EN50131) behuizing HSC3020C - 284 -...
Pagina 285
Bijlage 6: Aansluitschema 6.3 Bedradingsschema HS3032 en HS3128 (alleen EN50131) behuizing HSC3020CP 6.4 Zonebedrading Zones kunnen worden bedraad voor normaal geopende of normaal gesloten contacten met enkelvoudige (SEOL), dubbele (DEOL) of driedubbele (TEOL) afsluitweerstanden. Volg de volgende richtlijnen Opmerking: Gebruik voor installaties met ULC-vermelding uitsluitend SEOL of DEOL. Draad van tenminste 0,32 mm², maximaal 0,81 mm²...
Pagina 286
Bijlage 6: Aansluitschema EOL-weerstand van de lus is programmeerbaar. Zie programmeersectie 004. Sectie [001] selecteert zonedefinities Sectie [013] opt [1] selecteert normaal gesloten of EOL-weerstanden Sectie [013] opt [2] selecteert enkelvoudige of dubbele EOL-weerstanden. Zonestatus - Lusweerstand/Status Lusstatus Lusweerstand SEOL (standaard) SEOL (brand) DEOL TEOL...
Pagina 287
Bijlage 6: Aansluitschema Om te voldoen aan de vereisten voor NFPA 72, Temporal Three Pattern, moet sectie [013] opt [8] AAN zijn. De beluitgang staat onder toezicht en is vermogensbegrensd. Sluit een weerstand van 1000 Ω aan tussen Bel+ en Bel- om te voorkomen dat het paneel een probleem weergeeft.
Pagina 288
Bijlage 6: Aansluitschema 6.8 Bedrading telefoonlijn Sluit de telefoonaansluitingen (TIP, ring, T-1, R-1) zoals aangegeven aan op een RJ-31x-connector. Bedraad in de aangegeven volgorde om meerdere apparaten op de telefoonlijn aan te sluiten. Gebruik draad van ten minste 0,129 mm² voor de bedrading. De telefoonindeling wordt in sectie [350] geprogrammeerd.
Pagina 289
Bijlage 6: Specificaties Bijlage 6: Specificaties Zoneconfiguratie 32 of 128 draadloze zones ondersteund en maximaal 8 bekabelde zones beschikbaar op de controller 41 soorten zones en 15 programmeerbare attributen voor zones Beschikbare zoneconfiguraties: normaal gesloten, enkele afsluitweerstand, dubbele afsluitweerstand en drievoudige afsluitweerstand.
Pagina 290
Bijlage 6: Specificaties Gestabiliseerde voeding: 3,6 A gestabiliseerd, bewaakt Type A volgens de norm EN50131-6 FET-beschermd voor aansluitklemmen voor bel, AUX+ en batterij Detectie van/bescherming tegen omgekeerde batterijen Toezicht voor ingangsvermogen en batterij bijna leeg Opties normale en hoge laadstroom batterij Bewaakt laadcircuit voor de batterij Stroomafname (printplaatassemblage voor bedieningspaneel): 120 mA (nominaal)
Pagina 291
Bijlage 6: Specificaties Opmerking: Het alarmpaneel is niet geschikt voor gebruik buiten het beveiligde pand. Specificatie alarmzendapparatuur (ATE) Digitale kiezer integraal op de hoofdregelprintplaat Ondersteunt SIA en Contact-id Voldoet aan TS203 021-1, -2, -3 eisen voor telecomapparatuur en EN50136-1, EN50136-2, ATS SP3, DP2 (indien gebruikt in combinatie met ethernet en/of mobiele paden).
Pagina 292
Bijlage 6: Specificaties Detectoren en vluchtplan lokaliseren De volgende informatie is uitsluitend bedoeld als algemene richtlijn en het wordt aanbevolen om de lokale brandweercodes en -voorschriften te raadplegen bij het vinden en installeren van rook-en CO-alarmen. Rookmelders Onderzoek heeft aangetoond dat alle vijandige branden in huizen in meer of mindere mate rook veroorzaken. Experimenten met typische branden in woningen tonen aan dat in de meeste gevallen detecteerbare hoeveelheden rook voorafgaan aan detecteerbare niveaus van warmte.
Pagina 293
Bijlage 6: Specificaties Ieder gezinslid moet meewerken aan het ontwikkelen van het ontsnappingsplan. Bestudeer de mogelijke ontsnappingsroutes vanaf iedere plaats in het huis. Aangezien veel branden zich 's nachts voordoen, dient er speciaal aandacht te worden besteed aan de ontsnappingsroutes vanuit slaapruimtes. Het moet mogelijk zijn om vanuit een slaapkamer te ontsnappen zonder dat de binnendeur hiervoor wordt geopend.
Pagina 294
Bijlage 6: Specificaties hoogte stellen van het defect in materiaalof vakmanschap; deze schriftelijkkennisgeving moet in alle gevallen voor afloop van de garantieperiode worden ontvangen. Er wordt absoluut geen garantie gegeven op de software, en alle softwareproducten worden verkocht alseen gebruikerslicentie onder de voorwaarden van de softwarelicentieovereenkomst bijhet product. De klant isvolledig verantwoordelijkvoor de juiste selectie, installatie, bediening en onder- houd van producten die bijDSC zijn aangeschaft.
Pagina 295
Deze overeenkomst voor eindgebruikers("EULA") iseen wettelijke overeenkomst tussen u (het bedrijf, persoon of entiteit die de software en alle bijbehorende hardware heeft verworven) en DigitalSecurityControls, een divisie van Tyco SafetyProductsCanada Ltd ("DSC"), de fabrikant van geïntegreerde beveiligingssystemen en de ontwikkelaar van de software en alle aanverwante producten of componenten ("HARDWARE") die u hebt verworven.
Pagina 296
Bijlage 6: Specificaties 2. BESCHRIJVING VAN ANDERE RECHTEN EN BEPERKINGEN (a) Beperking op reverse-engineering, decompileren en disassembleren - u mag het SOFTWAREPRODUCT niet onderwerpen aan reverse-engineering, decompileren en disassembleren, tenzijen voor zover dit, niettegenstaande deze beperking, uitdrukkelijkistoegestaan op grond van toepasselijkdwingend recht. U mag geen veranderingen of wijzigingen aan de software aanbrengen zonder de schriftelijke toestemming van een functionarisvan DSC. U mag geen beschermde mededelingen, merken of labelsvan het softwareproduct verwijderen.
Pagina 297
Alle handelsmerken die niet het eigendom zijn van Tyco zijn het eigendom van hun respectieve eigenaren en worden gebruikt met toestemming of toegestaan onder de toepasselijke wetgeving.