Storing van vervangbare batterijen
De draadloze zendersvan dit systeem zijn zodanig ontworpen dat zijonder normale omstandigheden een jarenlange levensduur van de batterijkunnen bieden. De verwachte levensduur van de batterijiseen functie van de appa-
raatomgeving, het gebruiken het type. Omgevingsomstandigheden, zoalshoge vochtigheid, hoge of lage temperaturen of grote temperatuurschommelingen, kunnen de verwachte levensduur van de batterijverkorten. Hoewelelk
zendapparaat een legebatterijmonitor heeft die aangeeft wanneer de batterijen moeten worden vervangen, ishet mogelijkdat deze monitor niet werkt zoalsverwacht. Regelmatige testsen onderhoud zorgen ervoor dat het sys-
teem in goede staat blijft.
Aantasting door (draadloze) radiofrequentieapparaten
Onder sommige omstandigheden kunnen de signalen de ontvanger niet bereiken, bijvoorbeeld alser metalen objecten op of dicht bijhet radiopad zijn geplaatst, bijopzettelijke storingen of andere onopzettelijke interferentie van
radiosignalen.
Systeemgebruikers
Het kan voorkomen dat een gebruiker een paniek- of noodschakelaar niet kan gebruiken vanwege een permanente of tijdelijke lichamelijke handicap, het onvermogen het apparaat op tijd te bereiken of onbekendheid met de juiste
bediening. Het isbelangrijkdat alle systeemgebruikersworden getraind in het juiste gebruikvan het alarmsysteem en dat ze weten wat ze moeten doen wanneer het systeem een alarm aangeeft.
Rookmelders
Hier volgt een aantalredenen waarom rookmeldersdie deeluitmaken van dit systeem, bewonersniet altijd op de juiste manier voor brand kunnen waarschuwen. Rookmelderskunnen verkeerd zijn geïnstalleerd of geplaatst. Het kan
zijn dat de rookde rookmeldersniet kan bereiken, bijvoorbeeld wanneer de brand in een schoorsteen, wanden of daken uitbreekt, of aan de andere kant van gesloten deuren. Rookmeldersdetecteren de rookniet alsdeze afkomstig
isvan een brand op een andere etage van de woning of het gebouw.
Alle branden verschillen op basisvan de hoeveelheid rookdie er bijde brand vrijkomt en de brandsnelheid. Niet alle rookmelderskunnen alle soorten brand even goed detecteren. Rookmelderswaarschuwen niet altijd op tijd alser
brand uitbreekt die wordt veroorzaakt door onvoorzichtig handelen of gevaren die ontstaan bijroken in bed, heftige ontploffingen, gasdat vrijkomt, een onjuiste opslag van brandbare materialen, overbelasting van stroomcircuits, kin-
deren die met lucifersspelen of brandstichting.
Zelfsalsde rookmelder goed werkt, kunnen er zich omstandigheden voordoen waarbijde melder onvoldoende waarschuwt waardoor niet alle bewonersop tijd weg kunnen komen om letselof de dood te voorkomen.
Bewegingsmelders
Bewegingsmelderskunnen alleen beweging binnen de toegewezen ruimten detecteren, zoalste zien isin de respectieve installatie-instructies. Ze kunnen geen onderscheid maken tussen indringersen bewoners. Bewe-
gingsmeldersbieden geen volumetrische gebiedsbeveiliging. Ze hebben meerdere detectiebundelsen beweging kan alleen worden gedetecteerd in onbelemmerde ruimten die door deze bundelsworden beveiligd. Ze kunnen
geen beweging detecteren die plaatsvindt achter wanden, plafonds, gesloten deuren, glazen puien, glazen deuren of ramen of onder vloeren. Elke vorm van manipulatie, bedoeld of onbedoeld, zoalshet verhullen, verven of spui-
ten van een willekeurig materiaalop de lenzen, spiegels, ramen of ander deelvan het detectiesysteem, zalafbreukdoen aan de juiste werking.
Passieve infrarood bewegingsmelderswerken door het detecteren van temperatuursverschillen. De effectiviteit van de melderskan echter verminderen wanneer de omgevingstemperatuur dicht bijof boven de lichaamstemperatuur
komt of alser bedoelde of onbedoelde warmtebronnen in of dicht bijhet detectiegebied komen. Sommige van deze warmtebronnen kunnen verwarmingen, radiatoren, ovens, barbecues, open haarden, zonlicht, stoom-
openingen, verlichtingen, enz. zijn.
Waarschuwingsapparaten
Waarschuwingsapparaten, zoalssirenes, bellen, claxonsof stroboscopen, waarschuwen of wekken mensen niet altijd alser een tussenliggende wand of deur is. Alser waarschuwingsapparaten op een andere verdieping van het
gebouw zijn geïnstalleerd, dan isde kanskleiner dat de bewonersworden gewaarschuwd of gewekt. Hoorbare waarschuwingsapparaten kunnen worden gestoord door andere geluidsbronnen zoalsstereo-installaties, televisies, air-
conditionersof andere apparaten of passerend verkeer. Hoorbare waarschuwingsapparaten, hoe luid ook, zijn mogelijkniet hoorbaar voor iemand die slechthorend is.
Telefoonlijnen
Alser telefoonlijnen worden gebruikt om alarmen door te geven, dan kunnen deze mogelijkbepaalde perioden buiten gebruikof in gesprekzijn. Bovendien kan een indringer de telefoonlijn doorknippen of de werking ervan met gea-
vanceerdere middelen teniet doen, wat moeilijkte detecteren kan zijn.
Onvoldoende tijd
Er kunnen zich omstandigheden voordoen waarin het systeem alsbedoeld reageert, maar waarin de bewonerstoch niet beschermd zijn tegen noodgevallen doordat ze niet in staat zijn om tijdig op de waarschuwingen te reageren.
Alshet systeem wordt bewaakt, dan isde reactie mogelijkte laat om de bewonersof hun eigendommen te beschermen.
Storing van componenten
Hoewelallesin het werkisgesteld om dit systeem zo betrouwbaar mogelijkte maken, werkt het systeem mogelijkniet zoalsbedoeld door storing van een component.
Ondeugdelijk testen
De meeste problemen waardoor een alarmsysteem niet werkt zoalsisbedoeld, kunnen worden gevonden door regelmatig te testen en onderhoud te plegen. Het complete systeem moet wekelijksworden getest en direct na een
inbraak, poging tot inbraak, brand, storm, aardbeving, ongevalof iedere bouwactiviteit binnen of buiten het terrein. Het testen moet alle detectieapparaten, toetsenpanelen, consoles, alarmindicatieapparaten en alle andere ope-
rationele apparaten die deeluitmaken van het systeem omvatten.
Beveiliging en verzekering
Ongeacht de mogelijkheden iseen alarmsysteem geen vervanging voor eigendommen of een levensverzekering. Een alarmsysteem isgeen vervanging voor huiseigenaren, huurdersof andere bewonersom zich voorzichtig te
gedragen om de schadelijke gevolgen van een noodsituatie te voorkomen of te minimaliseren.
BELANGRIJK - ZORGVULDIG LEZEN:
DSC software, die met of zonder producten en componenten isaangeschaft, isauteursrechtelijkbeschermd en wordt aangeschaft onder de volgende licentievoorwaarden:
l
Deze overeenkomst voor eindgebruikers("EULA") iseen wettelijke overeenkomst tussen u (het bedrijf, persoon of entiteit die de software en alle bijbehorende hardware heeft verworven) en DigitalSecurityControls, een
divisie van Tyco SafetyProductsCanada Ltd ("DSC"), de fabrikant van geïntegreerde beveiligingssystemen en de ontwikkelaar van de software en alle aanverwante producten of componenten ("HARDWARE") die u
hebt verworven.
l
Alshet DSC-softwareproduct ("SOFTWAREPRODUCT" of "SOFTWARE") isbestemd om samen met HARDWAREte worden geleverd en dit NIET vergezeld gaat van de nieuwe HARDWARE, dan mag u het
SOFTWAREPRODUCT niet gebruiken, kopiëren of installeren. Het SOFTWAREPRODUCT omvat computersoftware en kan begeleidende media, drukwerken en "online" of elektronische documentatie omvatten.
l
Software die samen met het SOFTWAREPRODUCT wordt geleverd, en die valt onder een afzonderlijke gebruikersovereenkomst, wordt aan u in licentie gegeven onder de voorwaarden van die licentieovereenkomst.
l
Door het SOFTWAREPRODUCT te installeren, te kopiëren, te downloaden, op te slaan, te openen of anderszinste gebruiken, stemt u er onvoorwaardelijkmee in gebonden te zijn aan de voorwaarden in deze over-
eenkomst, zelfsalsdeze overeenkomst wordt beschouwd alseen wijziging van enige eerdere overeenkomst of contract. Indien u niet instemt met de bepalingen van deze overeenkomst, isDSC niet bereid u een licentie
voor het SOFTWAREPRODUCT te verlenen en hebt u geen recht om het te gebruiken.
LICENTIE SOFTWAREPRODUCT
Het SOFTWAREPRODUCT wordt zowelbeschermd door auteursrechtwetgeving en internationale auteursrechtverdragen alsdoor andere wetgeving en verdragen met betrekking tot intellectueeleigendom. Het
SOFTWAREPRODUCT wordt niet verkocht, maar in licentie gegeven.
1. LICENTIEVERLENING Deze gebruiksrechtovereenkomst verleent u de volgende rechten:
(a) Installatie en gebruikvan de Software - voor iedere licentie die u aanschaft, mag u slechtséén kopie van het SOFTWAREPRODUCT installeren.
(b) Opslag/netwerkgebruik- het SOFTWAREPRODUCT mag niet gelijktijdig worden geïnstalleerd, geopend, weergegeven, uitgevoerd, gedeeld of gebruikt op of vanaf verschillende computers, zoalseen werkstation, terminalof
ander digitaalelektronisch apparaat ("Apparaat"). Met andere woorden: indien u meerdere werkstationshebt, dan moet u voor ieder werkstation waarop de SOFTWAREwordt gebruikt een licentie aanschaffen.
(c) Back-upkopie - u mag back-upkopieën van het SOFTWAREPRODUCT maken, maar u mag te allen tijde slechtséén exemplaar per licentie geïnstalleerd hebben. U mag de reservekopie uitsluitend voor archiveringsdoeleinden
gebruiken. Behalve voor zover dit expliciet in deze overeenkomst wordt toegestaan, mag u verder geen kopieën maken van het SOFTWAREPRODUCT, inclusief de gedrukte materialen die met de SOFTWAREworden geleverd.
Bijlage 6: Specificaties
- 295 -