Capaciteitsgrenzen
Een verhoging van de capaciteit op de Corbus beïnvloedt de gegevensoverdracht en vertraagt het systeem. De capaciteit
neemt toe met iedere meter draad die aan de Corbus wordt toegevoegd. De nominale capaciteit van de gebruikte kabel
bepaalt de maximale lengte van de Corbus.
Niet-afgeschermde, 4-aderige draad, 22 meter, heeft bijvoorbeeld een nominale capaciteit van 20 picofarad per voet (dat is
20 nF/1000 voet). Voor iedere toegevoegde 1000 voet draad – ongeacht waar deze wordt gelegd – neemt de capaciteit van
de Corbus toe met 20 nF.
De volgende tabel geeft de totale toegestane draadlengte aan voor de nominale elektrische capaciteit van de gebruikte
draad:
Tabel 2-3 Capaciteit van de kabel
Capaciteit van de kabel per 300 m (1000 voet)
2.4 Modules installeren
Verwijder tijdens het aansluiten van modules op de alarmcontroller alle stroom van het systeem.
Zone-uitbreidingen
De belangrijkste alarmcontroller is voorzien van aansluitklemmen voor de zones 1–8. Er kunnen aanvullende HSM2108 en
HSM3408 zone-uitbreidingen worden toegevoegd om het aantal zones op het systeem te verhogen. Elke zone-uitbreiding
bestaat uit een groep van 8 zones. Bij elke registratie wordt de zone-uitbreiding automatisch toegewezen aan de volgende
beschikbare zonesleuf. Sluit de aansluitklemmen RED (rood), BLK (zwart), YEL (geel) en GRN (groen) aan op de Corbus-
aansluitklemmen op het alarmpaneel. Stroomverbruik van de printplaat: 30 mA.
Afbeelding 2-19 HSM2108 Zone-uitbreiding
Sectie 2: Installatie
15 nF
20 nF
25 nF
30 nF
35 nF
40 nF
Totale draadlengte van de Corbus
- 32 -
1616 m/5300 voet
4000 voet/1220 m
3200 voet/976 m
2666 voet/810 m
2280 voet/693 m
2000 voet/608 m