999 = overbruggen intrekken
000 = groep wissen
Wanneer het alarmsysteem is ingeschakeld
Druk wanneer het systeem is ingeschakeld op [*][1] om te schakelen tussen inschakelen aanwezig, afwezig of nacht. Als er
zich een nachtzone op het systeem bevindt en er wordt op [*][1] gedrukt, dan wordt de gebruiker gevraagd om een toe-
gangscode of klinkt er een bevestigingstoon en verandert de modus inschakelen.
Opmerking: Als sectie [022], optie 5 [Schakelen aanwezig-/afwezig] aan is, dan schakelt het systeem niet van de modus
afwezig naar aanwezig.
Probleemoplossing
Programmeerbaar bericht lcd-toetsenpaneel:
Druk op [*][2], indien nodig gevolgd door de toegangscode, om een probleem te bekijken
l
Het probleemlampje knippert en het lcd-scherm geeft de eerste probleemtoestand weer
l
Gebruik de pijltoetsen om door alle op het systeem aanwezige problemen te bladeren
l
Opmerking: Als er voor een specifiek probleem aanvullende informatie beschikbaar is, dan wordt er een [*] weergegeven.
Druk op de toets [*] om de aanvullende informatie te bekijken.
[*][2] Probleemweergave
Deze functie wordt gebruikt om systeemproblemen te bekijken. Als er zich een probleem voordoet, licht het indicatielampje
Probleem op het toetsenpaneel op en wordt er een hoorbare indicatie afgegeven (iedere 10 seconden twee korte piep-
tonen, behalve bij storing van de wisselstroom). Schakel de hoorbare indicatie uit door op [#] te drukken.
Problemen kunnen worden bekeken terwijl het systeem is in- of uitgeschakeld. Het systeem kan worden geprogrammeerd
om alle problemen of alleen brandproblemen te tonen terwijl het is ingeschakeld. Zie sectie [13] optie 3 voor bij-
zonderheden.
Het systeem kan worden geconfigureerd om een gebruikerscode te vereisen om [*][2] systeemproblemen te kunnen bekij-
ken. Zie sectie [023] optie 5.
Problemen bekijken:
Druk op [*][2] om naar het menu Probleem te gaan.
l
Blader op een lcd-toetsenpaneel naar een probleemtype en druk vervolgens op [*] om het specifieke probleem te
l
bekijken. De zonenaam en het probleem worden voor ieder probleem op het scherm weergegeven.
Sectie 4: Bediening van het systeem
- 64 -