Sectie 5: Programmering
8 – Hoorbare uitgangsvertraging voor aanwezig inschakelen
AAN: Wanneer het systeem in de modus Aanwezig is ingeschakeld, laat de uitgangsvertraging elke 3 seconden 1 pieptoon
horen.
UIT: Wanneer het systeem in de modus Aanwezig is ingeschakeld, is de uitgangsvertraging stil.
[022] Systeemoptie 10
1 – Opties [F]-toets
AAN: Wanneer u op de [F]-toets drukt, worden erkenningspieptonen alleen weergegeven via het toetsenpaneel. De sirene
wordt niet geactiveerd tijdens de toegangsvertraging.
UIT: De erkenningspieptonen van de [F]-toets worden weergegeven via het toetsenpaneel en klinkt bij een brandalarm.
2 – Gereserveerd
3 – Gereserveerd
4 – Teller uitzending in uren
EN
AAN: Het alarmsysteem verzendt een testverzending na het geprogrammeerde aantal uren in de testverzendingscyclus
(Sectie [377], optie 003).
UIT: Het alarmsysteem verzendt een testverzending na het geprogrammeerde aantal dagen.
5 – Omschakelen afwezig naar aanwezig
AAN: Het alarmsysteem kan niet van de modus Afwezig naar de modus Aanwezig worden overgeschakeld door op de func-
tietoets [Aanwezig] te drukken.
UIT: Het alarmsysteem kan van de modus Afwezig naar de modus Aanwezig worden overgeschakeld door op de func-
tietoets [Aanwezig] te drukken.
6 – 2-wegaudioverbreking
AAN: Het systeem verbreekt de verbinding van de 2-wegaudiosessie niet als een nieuwe gebeurtenis moet worden gecom-
municeerd.
Opmerking: Deze optie is alleen van toepassing op nieuwe alarmgebeurtenissen. Alle niet-alarmgebeurtenissen (behalve
brandproblemen) worden gecommuniceerd nadat de 2-wegsessie is beëindigd.
UIT: Het systeem verbreekt de verbinding van de 2-wegaudiosessie als zich een nieuwe gebeurtenis voordoet.
7 – Pieptonen problemen zijn stil
AAN: Wanneer er een probleem wordt gedetecteerd op het systeem, worden er geen storingstonen weergegeven via het
toetsenpaneel, met uitzondering van brandproblemen.
UIT: Wanneer er een probleem wordt gedetecteerd op het systeem, worden er storingstonen weergegeven via het toet-
senpaneel.
Opmerking: Deze optie moet UIT zijn voor UL residentiële brandtoepassingen.
8 – Sleutelschakelaar ingeschakeld in afwezigstand
AAN: Met sleutelschakelaar wordt het alarmsysteem geactiveerd in de modus Afwezig.
UIT: Sleutelschakelaars activeren het systeem alleen in de modus Afwezig als een toegangs-/uitgangszone wordt geschon-
den tijdens uitgangsvertraging.
Opmerking: Activatie van proximitytag volgt deze sectie.
[023] Systeemoptie 11
1 – De gereed-led flitst bij gedwongen inschakelen
AAN: Als een gedwongen inschakelbare zone wordt geactiveerd, knipperen partitietoetsenpanelen de gereed-led in de uit-
geschakelde toestand in plaats van deze constant te verlichten. Als een niet-gedwongen inschakelbare zone wordt geac-
tiveerd, wordt de gereed-led uitgeschakeld.
UIT: Als een gedwongen inschakelbare zone wordt geactiveerd, brandt de gereed-led constant. Als een niet-gedwongen
inschakelbare zone wordt geactiveerd, wordt de gereed-led uitgeschakeld.
2 – Toegangscode vereist voor [*][*]
AAN: Als u het menu [*][*] Temperatuurweergave gebruikt, moet een toegangscode worden ingevoerd voordat het tem-
peratuurmenu kan worden bekeken.
UIT: Een toegangscode is niet vereist om het temperatuurmenu te bekijken met [*][*].
- 120 -