bedieningspaneel HS3128/HS3032 geïntegreerde PSTN-communicator, of
duaal pad DP3 geïntegreerd ethernetpad (IP) in combinatie met de mobiele plug-inmodule 3G9080-EU of
l
GS9080.
5. Het geïntegreerde ethernetcommunicatiepad (IP) maakt gebruik van sequentiële verificatie voor sub-
stitutiebeveiliging en AES 128 bit-versleuteling voor gegevensbeveiliging. De AES 128-bit-sleutel wordt gevalideerd
door NIST, certificaatnr. 5371.
6. De geïntegreerde communicatiemiddelen zijn getest op conformiteit in combinatie met de volgende geldende nor-
men: EN50136-1:2012, EN50136- 2:2013, EN50131-10:2014, Graad 3, Klasse II, ATS-configuratie: SP3, DP2, DP3.
Voor installaties die voldoen aan EN50131-1:2006/A1:2009 /A2:2017 moeten de volgende programmeeropties wor-
den ingesteld zoals vermeld: hartslagbewaking ingesteld op 180 seconden voor SP4- en DP3-configuratie en de toe-
zichtperiode van de ARC-ontvanger ingesteld op 180 seconden. Bij DP2-configuratie moet het toezicht op 30
minuten worden ingesteld.
Europa
Dit product is in overeenstemming met de Richtlijn elektromagnetische compatibiliteit 2014/30/EU, de Laag-
spanningsrichtlijn 2014/35/EU en de Richtlijn ROHS2 2011/65/EU.
Het product is voorzien van de CE-markering als bewijs dat het voldoet aan de hierboven genoemde Europese richtlijnen.
Ook een CE-conformiteitsverklaring (DoC) voor dit product kan worden gevonden op www.dsc.com onder Agency Listings.
5.3 Compliantieverklaring VK
In het VK is dit product geschikt voor systemen die zijn geïnstalleerd volgens PD 6662:2017 op graad 3 en milieuklasse II,
met de volgende meldingsopties: A, B, C, D, E.
Let indien de HS3032 en HS3128 met een signaleringsmethode met één pad (zoals de geïntegreerde digitale kiezer) wor-
den gebruikt op de volgende beperking:
BELANGRIJK
Houd rekening met het feit dat storing of het compromitteren van enkelvoudige padsignalering niet kan worden door-
gegeven aan de politie. Zolang de storing aanhoudt, kunnen hierop volgende alarmen niet aan de meldkamer en daarna
aan de politie worden doorgegeven.
Methoden voor het inschakelen
De HS3032, HS3128 zijn in staat om met een van de volgende methoden de voltooiing van de volledige instelprocedure te
ondersteunen:
a) drukschakelaar die buiten het onder toezicht staande pand is gemonteerd; of b. beveiligingsschakelaar (d.w.z. deur-
contact) gemonteerd op de laatste uitgangsdeur van het gealarmeerde pand of de ruimte. De instelprocedure is een proces
met twee fasen: het initiëren van de instelprocedure binnen het bewaakte pand (bijv. met behulp van een mini-proximitytag
(MPT) of een gebruikerscode), gevolgd door het voltooien van de instelling door een van de twee hiervoor omschreven
methoden. Vraag aan de installateur welke methode voor uw systeem is ingeschakeld.
Methoden voor het uitschakelen
De HS3032, HS3128 is geschikt voor de volgende uitschakelmethoden in overeenstemming met BS8243:
6.4.2 Toegang tot het bewaakte pand voorkomen, voordat het alarmsysteem niet meer is ingesteld. Uitschakelen met de
draadloze sleutel vóór het binnengaan van het bewaakte pand zorgt dat/staat toe dat de initiële toegangsdeur wordt ont-
sloten.
6.4.5 Voltooiing van het uitschakelen met een digitale sleutel (bijv. MPT of PG8929, PG8939, PG8949), hetzij voor het bin-
nengaan van het beschermde pand (gebruik PG8929, PG8939, PG8949), hetzij na het binnengaan van het beschermde
pand (gebruik MPT). De toegangsvertraging wordt geactiveerd indien de initiële toegangsdeur wordt geopend voordat de
HS3032, HS3128 is uitgeschakeld. Tijdens de binnenkomsttijd is het alleen mogelijk om het alarmsysteem niet meer in te
stellen met behulp van een digitale sleutel. Voltooi het uitschakelen voordat de geprogrammeerde toegangsvertraging ver-
strijkt.
BELANGRIJK
Bijlage 5: Wettelijke goedkeuringen
- 281 -