Wanneer het alarmsysteem is uitgeschakeld
Gebruikers kunnen met het commando [*][1] op het toetsenpaneel afzonderlijke zones of een geprogrammeerde groep over-
bruggen. Zones worden meestal overbrugd als gebruikers toegang tot een gebied willen hebben terwijl de partitie is inge-
schakeld of een defecte zone willen overbruggen (slecht contact, beschadigde bedrading) totdat er onderhoud kan worden
uitgevoerd. Een overbrugde zone veroorzaakt geen alarm.
Wanneer de partitie is uitgeschakeld, dan worden alle zones die met [*][1] werden overbrugd niet langer overbrugd, behalve
24-uurszones.
Als de code die vereist voor de overbruggingsoptie is ingeschakeld, is een toegangscode nodig om de over-
bruggingsmodus te openen. Alleen toegangscodes met het overbruggingsattribuut ingeschakeld kunnen zones over-
bruggen (zie "Toegangscodekenmerken" op pagina 71).
Zones onderdrukken met een lcd-toetsenpaneel:
1. Zorg ervoor dat het systeem is uitgeschakeld.
2. Druk op [*] om naar het functiemenu te gaan. Op het toetsenpaneel verschijnt "Druk op [*] voor <> zoneoverbrugging".
3. Druk op [1] of [*] en toets dan uw toegangscode in (indien nodig).
4. Blader naar een zone of voer het driecijferige zonenummer in. Alleen zones die voor overbruggen zone zijn inge-
schakeld worden weergegeven. Voer het 3-cijferige zonenummer in of blader naar de gewenste zone en druk op [*] om de
zone te overbruggen.
Er verschijnt "B" op het scherm om aan te geven de zone is overbrugd . Als een zone open is, dan verschijnt er "O" op het
scherm. Wanneer een open zone wordt overbrugd, dan wordt de "O" vervangen door "B".
5. Herhaal bovenstaande procedure om een overbrugde zone te wissen. De "B" verdwijnt van het scherm wat aangeeft dat
de zone niet langer wordt overbrugd.
6. Druk op [#] om de modus overbruggen te verlaten en terug te keren naar de toestand gereed.
Andere overbruggingsfuncties:
De volgende functies zijn ook beschikbaar in het menu [*][1]-zoneoverbrugging:
Open zones overbruggen
Hiermee worden alle op dit moment geopende of overbrugde zones weergegeven. Gebruik de navigatietoetsen om zones
weer te geven. Open zones worden aangeduid met een (O). Om een zone te overbruggen, drukt u op [*]. Een overbrugde
zone wordt aangegeven door een (B).
Opmerking: Zones met manipulaties of fouten moeten handmatig worden overbrugd.
Opmerking: Deze functie mag niet worden gebruikt voor in UL/ULC-vermelde systemen.
Overbruggingsgroep
Opmerking: Deze functie mag niet worden gebruikt voor in UL/ULC-vermelde systemen.
Geeft een geprogrammeerde groep van zones weer (overbruggingsgroep) die vaak wordt overbrugd. Druk op [*] om alle
zones in de groep te overbruggen.
Overbruggingsgroep programmeren
Om een overbruggingsgroep te programmeren, overbrugt u alle gewenste zones en selecteert u overbruggingsopties > over-
bruggingsgroep programmeren. De geselecteerde zones worden opgeslagen in de overbruggingsgroep. Druk na het vol-
tooien op [#] om af te sluiten.
Om een overbruggingsgroep te programmeren, moet er een master- of supervisorcode met toegang tot de juiste partitie wor-
den gebruikt.
Overbrugging oproepen
Druk in dit menu op [*] om dezelfde groep zones te overbruggen die werden overbrugd de laatste keer dat de partitie was
ingeschakeld.
Overbruggingen wissen
Druk op [*] om alle overbruggingen te wissen.
Snelkoppelingen van het basismenu [*][1]:
991 = overbruggingsgroep
995 = groep 1 programmeren
998 = open zones overbruggen
Sectie 4: Bediening van het systeem
- 63 -