2.3. De veiligheidsinterface
Hieronder ziet u een voorbeeld van meerdere UR-robots met een gezamen-
lijke noodstopfunctie. Als u meerdere robots hebt, sluit u die aan zoals robot 2 is
aangesloten.
In dit voorbeeld wordt gebruik gemaakt van 24 V, wat ook werkt voor een
heleboel andere machines. Zorg ervoor dat u, als UR-robots een noodstopvoor-
ziening delen met andere machines, alle elektrische specificaties naleeft.
Elektrische specificaties
Hieronder wordt een vereenvoudigd intern schema van een circuit weergege-
ven. Het is van belang om te weten dat een kortsluiting of uitvallende verbin-
ding altijd leidt tot een noodstop, zolang er slechts ´ e ´ en fout tegelijk optreedt.
Uitvallen en abnormaal gedrag van relais en voedingen leidt tot een foutmel-
ding in het robotlog. De robot kan dan niet opstarten.
Onder: Specificaties van de noodstopinterface.
Parameter
[TA-TB] Spanning
[TA-TB] Stroom (Elke uitgang)
[TA-TB] Stroombescherming
[EA-EB][EEA-EEB] Ingangsspanning
[EA-EB][EEA-EEB] Gegarandeerd UIT als
[EA-EB][EEA-EEB] Gegarandeerd AAN als
[EA-EB][EEA-EEB] Gegarandeerd UIT als
[EA-EB][EEA-EEB] AAN Stroom (10-30 V)
[EO1-EO2][EO3-EO4] Contactstroom AC/DC
[EO1-EO2][EO3-EO4] Contactspanning DC
[EO1-EO2][EO3-EO4] Contactspanning AC
All Rights Reserved
Min.
Type
10,5
12
-
-
-
400
-30
-
-30
-
10
-
0
-
7
-
0.01
-
5
-
5
-
21
Max.
Eenheid
12,5
V
120
mA
-
mA
30
V
7
V
30
V
3
mA
14
mA
6
A
50
V
250
V
UR5