Referentiepunten/basisrotaties kunnen op verschillende manieren in
de preset-tabel worden opgeslagen:
Via tastcycli in de werkstand Handbediening of El. handwiel (zie
gebruikershandboek Tastcycli, hoofdstuk 2)
via de tastcycli 400 t/m 402 en 410 t/m 419 in automatisch bedrijf
(zie gebruikershandboek, Tastcycli, hoofdstuk 3)
handmatig invoeren (zie de onderstaande beschrijving)
Basisrotaties uit de preset-tabel draaien het
coördinatensysteem volgens de preset die in dezelfde
regel staat als de basisrotatie.
De TNC controleert bij het vastleggen van het
referentiepunt, of de positie van de zwenkassen met de
bijbehorende waarden van het menu 3D ROT
overeenstemmen (afhankelijk van de instelling in de
kinematica-tabel). Dit betekent het volgende:
Als de functie Bewerkingsvlak zwenken niet actief is,
moet de digitale uitlezing van de rotatie-assen = 0° zijn
(eventueel rotatie-assen op nul stellen)
Als de functie Bewerkingsvlak zwenken actief is,
moeten de digitale uitlezingen van de rotatie-assen en
de ingevoerde hoekwaarden in het menu 3D ROT
overeenstemmen
Uw machinefabrikant kan willekeurige regels in de preset-
tabel blokkeren, om daarin vaste referentiepunten op te
slaan (bijv. een middelpunt van de rondtafel). Dergelijke
regels zijn in de preset-tabel met een andere kleur
gemarkeerd (standaardmarkeringskleur is rood).
Regel 0 in de preset-tabel heeft in principe een
schrijfbeveiliging. De TNC slaat in regel 0 altijd het
referentiepunt op dat u als laatste door middel van de
astoetsen of een softkey handmatig hebt ingesteld. Als
het handmatig vastgelegde referentiepunt actief is, geeft
de TNC in de statusweergave de tekst PR MAN(0) weer
Als u met de tastcycli voor het vastleggen van
referentiepunten automatisch de TNC-weergave instelt,
slaat de TNC deze waarden niet op in regel 0.
HEIDENHAIN iTNC 530
85