HEIDENHAIN iTNC 530 Gebruikershandboek pagina 296
Verberg thumbnails
Zie ook voor iTNC 530:
- Bedieningshandboek (563 pagina's) ,
- Gebruikershandboek (693 pagina's) ,
- Gebruikershandboek (749 pagina's)
Advertenties
Contour kiezen en opslaan
Om een contour te kunnen selecteren, moet u
gebruikmaken van de touchpad op het TNC-toetsenbord
of van een via USB aangesloten muis.
Wanneer u het contourprogramma niet in de werkstand
smarT.NC gebruikt, moet u de omlooprichting bij de
contourselectie zo vastleggen dat deze met de gewenste
bewerkingsrichting overeenstemt.
Selecteer het eerste contourelement zodanig dat
benaderen zonder botsing mogelijk is.
Gebruik de zoomfunctie als de contourelementen erg
dicht bij elkaar liggen!
Modus voor het selecteren van de contour kiezen: De
TNC verbergt de layer die in het linkervenster wordt
weergegeven en het rechtervenster is actief voor de
contourselectie
Als u een contourelement wilt kiezen: met de
linkermuisknop op het gewenste contourelement
klikken. De TNC geeft het geselecteerde element in
blauw weer. Tegelijkertijd toont de TNC het gekozen
element met een symbool (cirkel of rechte) in het
linkervenster
Als u het volgende contourelement wilt kiezen: met
de linkermuisknop op het gewenste contourelement
klikken. De TNC geeft het geselecteerde element in
blauw weer. Wanneer andere contourelementen in
de gekozen omlooprichting eenduidig selecteerbaar
zijn, geeft de TNC deze elementen met groen aan.
Wanneer u op het laatste groene element klikt,
worden alle elementen in het contourprogramma
overgenomen. In het linkervenster toont de TNC alle
geselecteerde contourelementen. Nog groen
aangegeven elementen toont de TNC zonder haakjes
in de kolom NC. Zulke elementen worden bij het
opslaan niet in het contourprogramma uitgegeven
Indien nodig kunt u reeds geselecteerde elementen
weer deselecteren als u het element in het
rechtervenster opnieuw aanklikt, waarbij echter
bovendien de toetsCTRL ingedrukt gehouden moet
worden
Geselecteerde contourelementen in een
klaartekstdialoogprogramma opslaan: de TNC toont
een apart venster waarin u een willekeurige
bestandsnaam kunt invoeren. Basisinstelling: naam
van het DXF-bestand Wanneer de DXF-
bestandsnaam umlauten of spaties bevat, vervangt
de TNC deze tekens door een liggend streepje (_).
296
6 Programmeren: Contouren programmeren
Advertenties
